Blinde of slechtziende patiënten in het ziekenhuis

Inhoudsopgave

Algemene tips

Hoe de blinde of slechtziende begeleiden?

  • Hulp aanbieden: Vraag altijd eerst of hulp gewenst is voordat je je met de patiënt bemoeit. Respecteer hun autonomie en persoonlijke grenzen. Als ze jouw hulp accepteren, bied dan jouw arm aan om hen te begeleiden. Hierdoor kunnen ze zich aan jou vasthouden en in hun eigen tempo bewegen.
  • Veiligheid voorop: Zorg ervoor dat de omgeving veilig is en verwijder eventuele obstakels op de route. Geef altijd duidelijk aan als er veranderingen in de vloerhoogte zijn, zoals drempels of trappen. Het is van vitaal belang om veiligheid te waarborgen tijdens de begeleiding.
  • Tactiele aanwijzingen: Wanneer je een blinde persoon begeleidt, kan je tactiele aanwijzingen gebruiken om hen te informeren over hun omgeving. Je kunt bijvoorbeeld deuren, leuningen of andere structuren beschrijven die ze onderweg tegenkomen.
  • Omschrijvingen: Wanneer je door een gang loopt, kan je helpen door het uiterlijk van de omgeving te beschrijven. Bijvoorbeeld: “We lopen langs een lange gang met witte muren en houten deuren aan de linkerkant.”
  • Als je de patiënt moet begeleiden, bied dan jouw arm aan en laat de patiënt de achterkant van jouw arm vastpakken, net boven de elleboog. Dit is een veilige en comfortabele manier om te lopen zonder het risico van struikelen.
  • Gebruik duidelijke richtingaanwijzingen en beschrijf obstakels terwijl je loopt. Bijvoorbeeld: “We gaan nu rechtdoor de gang in, er zijn geen obstakels op de weg.”
  • Help de patiënt bij het lokaliseren van handgrepen in gangen en liften om veilig te bewegen.
  • Laat de patiënt weten wanneer je een helling op of af gaat om mogelijke valpartijen te voorkomen.

Orde en stiptheid

  • Voor blinde of slechtziende patiënten is het essentieel dat voorwerpen altijd op vaste plaatsen worden bewaard en dat veranderingen worden gecommuniceerd om verwarring te voorkomen.
  • Zorg ervoor dat het schoonmaakpersoneel geen obstakels achterlaat op plaatsen waar de blinde patiënt regelmatig langskomt.

Communicatie

  • Wanneer je de kamer van een blinde patiënt binnenkomt, maak jezelf dan bekend en groet de patiënt vriendelijk. Zeg bijvoorbeeld: “Goedemorgen, mevrouw Jansen, ik ben verpleegkundige Sarah en ik kom je helpen.”
  • Vraag of de patiënt jouw aanwezigheid op prijs stelt voordat je aanraakt of assisteert. Respecteer hun persoonlijke ruimte en autonomie.
  • Gebruik altijd de naam van de patiënt om duidelijk te maken dat je je tot hen richt. Dit helpt bij het vaststellen van een verbale verbinding.
  • Spreek in duidelijke, rustige en langzame bewoordingen. Vermijd het spreken in jargon of medische termen, tenzij je de termen uitlegt.
  • Overweeg om mondelinge informatie te ondersteunen met geschreven of braille-instructies indien beschikbaar.
  • Geef de patiënt de mogelijkheid om vragen te stellen en moedig open communicatie aan.
  • Als er andere patiënten in de kamer zijn, informeer hen dan over de aanwezigheid van een blinde of slechtziende kamergenoot om de communicatie te vergemakkelijken.

Deuren en ramen

  • Zorg ervoor dat deuren volledig open of gesloten zijn, omdat halfopen deuren gevaarlijke obstakels kunnen vormen voor blinde patiënten.
  • Vertel altijd of de deur naar hen toe of van hen af opent, en let op eventuele kamergenoten.
  • Voor slechtziende patiënten is een goed contrast in de kamer belangrijk om oriëntatie te vergemakkelijken. Vermijd tussendeuren van glas en markeer ze duidelijk om botsingen te voorkomen. Zorg voor contrasterende kleuren op deuren in gangen.

Kamer verkennen

  • Bij langdurig verblijf in een kamer is het belangrijk om de patiënt te voorzien van essentiële informatie over de kamerindeling, ramen en andere relevante details.
  • Help hen vertrouwd te raken met de locaties van lichtschakelaars, verwarming, radio, kasten en andere voorzieningen.
  • Herhaal deze informatie indien nodig en vermeld de verdieping, locatie aan de voor- of achterkant van het gebouw en het kamernummer.

Roken

  • Begeleid de blinde of slechtziende patiënt naar de rookruimte en zorg voor een asbak met voelbare uithollingen om sigaretten of sigaren veilig te plaatsen.
  • Zorg ervoor dat de sigaret volledig is gedoofd door zand in de asbak te voorzien.

Tijdverdrijf in het ziekenhuis

Het aanbieden van mogelijkheden voor tijdverdrijf in het ziekenhuis is van groot belang, vooral voor langdurige opnames. Hier zijn enkele manieren waarop ziekenhuizen de ervaring van blinde en slechtziende patiënten kunnen verbeteren:

Radio en televisie

Zorg ervoor dat er toegankelijke radioprogramma’s en televisiezenders beschikbaar zijn voor patiënten met een visuele beperking. Deze programma’s kunnen gesproken ondertitels bevatten of audiodescriptie voor visueel gehandicapten.

Aangepaste leesmaterialen

Voor blinde en slechtziende patiënten is het belangrijk om alternatieve leesmaterialen aan te bieden, zoals luisterboeken of boeken met grote letters. Ziekenhuizen kunnen samenwerken met bibliotheken voor blinden en slechtzienden om toegang te bieden tot een breed scala aan literatuur.

Speelotheken voor kinderen

Voor kinderen met een visuele beperking kunnen speciale speelotheken worden opgezet met aangepast speelgoed. Dit speelgoed moet tactiele en auditieve stimulatie bieden. Denk aan puzzels met voelbare stukken, geluidsspeelgoed en braillebordspellen.

Toegankelijke instructies

Zorg ervoor dat alle apparaten voor tijdverdrijf, zoals televisies en radio’s, voorzien zijn van duidelijke en eenvoudige instructies in braille of in groot lettertype. Personeel kan ook helpen bij het instellen en bedienen van deze apparaten.

Bezoek van voorleeshulpen

Bied eventueel vrijwillige voorleeshulpen aan die blinde patiënten kunnen voorlezen uit boeken, tijdschriften of kranten. Dit kan een waardevolle bron van vermaak en afleiding zijn.

Emotionele ondersteuning

  • Bied emotionele ondersteuning aan de patiënt en bespreek eventuele angsten of zorgen die ze kunnen hebben met betrekking tot hun gezondheidstoestand.
  • Moedig familie en vrienden aan om de patiënt te bezoeken en betrokken te zijn bij hun zorg om een gevoel van verbondenheid te behouden.

Ontslagplanning en nazorg

  • Bij het plannen van ontslag zorg je voor duidelijke instructies voor medicatie, vervolgafspraken en eventuele beperkingen in de activiteit.
  • Laat de patiënt en hun verzorgers vragen stellen over het herstelproces en zorg voor contactgegevens voor follow-upvragen.

Opleiding voor zorgverleners

  • Zorg ervoor dat zorgverleners en medisch personeel getraind zijn in het omgaan met blinde of slechtziende patiënten. Training kan bestaan uit simulaties of workshops waarin ze zelf ervaren hoe het is om een visuele handicap te hebben.

Toegankelijkheid van documenten

  • Zorg ervoor dat patiëntinformatie en ziekenhuisformulieren beschikbaar zijn in toegankelijke formaten, zoals braille of digitale tekst die kan worden omgezet in spraak.

Hulp aan de receptie

Aanspreken

Effectieve ondersteuning en communicatie met visueel gehandicapte patiënten in een ziekenhuisomgeving vereist zorgvuldigheid en empathie. Hier zijn uitgebreide richtlijnen om blinde en slechtziende patiënten op een respectvolle en toegankelijke manier te benaderen en te assisteren:

Voorstelling en verwelkoming

  • Introduceer jezelf met een glimlach en vertel duidelijk jouw naam en functie.
  • Geef een korte beschrijving van de directe omgeving, zoals de balie en wachtruimte, om de patiënt te helpen zich te oriënteren.

Gebruik van taal en jargon

  • Communiceer in eenvoudige en begrijpelijke taal. Vermijd medische jargon, tenzij de patiënt erom vraagt.
  • Vraag of de patiënt de gewenste terminologie heeft voor hun medische aandoening of behandeling.

Actief luisteren

  • Toon interesse en respecteer hun tijd. Neem de tijd om naar hun vragen en zorgen te luisteren.
  • Onderbreek de patiënt niet terwijl ze spreken, en geef duidelijke signalen als je klaar bent om te antwoorden.

Namen en contact

  • Gebruik altijd de naam van de patiënt tijdens de communicatie om een persoonlijke band op te bouwen.
  • Als je moet weggaan, leg dan uit waar je naartoe gaat en hoe lang je weg zult zijn. Dit helpt de patiënt bij het behouden van een gevoel van controle en geruststelling.

Hulp aanbieden

  • Bied hulp aan bij het navigeren door de omgeving, zoals het aanbieden van een arm om vast te houden bij het lopen.
  • Vraag of blinden of slechtzienden hulp nodig hebben bij het invullen van formulieren of bij het ondertekenen van documenten.

Registratie en formulieren

  • Als je registratieformulieren invult, lees dan elke sectie duidelijk voor, inclusief kleine lettertjes, en vraag of er vragen zijn.
  • Voor persoonlijke of gevoelige vragen, overweeg om de patiënt apart te spreken om privacy te waarborgen.

Begeleiders

  • Als de patiënt vergezeld wordt door een begeleider, spreek dan rechtstreeks tot de patiënt, tenzij anders gevraagd.
  • Respecteer de rol van de begeleider en bespreek indien nodig hun functie en betrokkenheid bij de zorg.

Documenten en handtekeningen

  • Benoem elk document dat wordt uitgewisseld en leg duidelijk uit wat er wordt ondertekend.
  • Vraag altijd of de patiënt hun eigen handtekening wil zetten voordat je handtekeningen namens hen plaatst. Informeer hen over eventuele vrijstellingen.

Respect voor autonomie

Behoud de autonomie en waardigheid van de patiënt door hen keuzes te bieden en te informeren over beschikbare opties.

Geduld en empathie

Toon begrip en geduld, en bied emotionele ondersteuning indien nodig. – Bied aan om hulp te zoeken bij specifieke behoeften, zoals toegang tot informatie in alternatieve leesvormen, indien beschikbaar.

Geen medelijden

Het is belangrijk dat medelijden en overmatige bezorgdheid niet altijd gewaardeerd worden door blinde of slechtziende patiënten. In plaats daarvan toon je best begrip, medeleven en respect voor hun onafhankelijkheid. Vraag altijd of jouw hulp gewenst is voordat je handelt.

Hoe de blinde of slechtziende begeleiden?

Wanneer je een blinde of slechtziende patiënt begeleidt, is het van essentieel belang om hun autonomie en keuzevrijheid te respecteren. Hier zijn enkele richtlijnen:

  • Toestemming vragen: Voordat je hulp aanbiedt, vraag altijd aan de persoon of ze hulp nodig hebben. Dwing uzelf niet op.
  • Bied jouw arm aan: Om een visueel gehandicapte persoon te begeleiden, biedt je jouw arm aan, waarbij zij kunnen inhaken. Het is belangrijk dat je niet hun arm vastpakt, omdat dit een gevoel van onveiligheid kan veroorzaken. Geef hen de mogelijkheid om je te volgen.
  • Navigatie in drukke omgevingen: In kleine ruimtes of drukke omgevingen is het vaak handiger voor de blinde persoon om achter je te lopen in plaats van naast u, vooral als je gearmd loopt. In dit geval is het niet nodig om voortdurend aan te kondigen wanneer je draait, omdat zij deze bewegingen vaak aanvoelen.
  • Trappen: Als je trappen nadert, stop dan even zodat de persoon weet dat er een obstakel is. Vertel of de trap omhoog of omlaag gaat en plaats hun hand op de leuning. Waarschuw hen als de trap eindigt en begint. Als begeleider loopt je het beste een stap vooruit.
  • Liften: Het begeleiden van blinde of slechtziende patiënten in een lift is een belangrijk aspect van zorgverlening. Het zorgt ervoor dat ze zich comfortabel en veilig kunnen verplaatsen binnen een gebouw. Hier zijn enkele specifieke tips voor het begeleiden van blinde of slechtziende patiënten in een lift:
    1. Toestemming en communicatie: Zoals eerder benadrukt, is toestemming vragen essentieel. Vraag de persoon of ze hulp nodig hebben bij het betreden van de lift. Zodra je toestemming hebt gekregen, communiceer duidelijk over de stappen die je zult nemen.
    2. Deur openen en sluiten: Zorg ervoor dat je de liftdeuren volledig opent en openhoudt terwijl de patiënt de lift binnenkomt. Dit geeft hen voldoende ruimte en tijd om veilig naar binnen te stappen. Laat de deuren niet sluiten terwijl de patiënt nog in het proces van binnenkomen is.
    3. Liftknoppen: Als de patiënt jouw hulp nodig heeft bij het selecteren van de juiste verdieping, leg dan uit waar de liftknoppen zich bevinden en hoe ze werken. Help hen bij het vinden van de gewenste verdieping en zorg ervoor dat de knop correct wordt ingedrukt.
    4. Oriëntatie binnen de lift: Eenmaal in de lift, geef informatie over de huidige positie, zoals “We zijn nu in de lift” of “We staan op de begane grond.” Dit helpt de patiënt om een mentale kaart van de omgeving te behouden.
    5. Veilige positie in de lift: Moedig de patiënt aan om dichtbij de liftdeuren te staan en vermijd het gebied rond de liftknoppen om verwarring en ongelukken te voorkomen. Je kunt zeggen: “Je kunt hier naast de deur staan, en ik zal naast je staan om je te helpen.”
    6. Stilte in de lift: Liftcabines kunnen soms lawaaierig zijn, dus houd communicatie relevant en kort. Als er een andere passagier in de lift is, laat de patiënt dan weten of er iemand anders aan boord is om eventuele ongemakkelijke situaties te voorkomen.
    7. Uitstappen uit de lift: Wanneer de lift op de gewenste verdieping aankomt, laat de patiënt dan als eerste uitstappen. Begeleid hen naar de juiste richting, bijvoorbeeld naar links of rechts, om hun bestemming te bereiken.
    8. Herhaling: Als de patiënt meerdere keren met de lift moet reizen, herhaal dan de stappen en aanwijzingen om hen te helpen zich comfortabel te voelen.

Hoe een zitplaats aanwijzen?

In drukke wachtruimtes kan het nodig zijn om blinde of slechtziende patiënten te helpen bij het vinden van een zitplaats. Volg deze stappen om dit soepel te laten verlopen:

  • Wijs de stoel aan: Om een zitplaats aan te wijzen, plaatst je de hand van de visueel gehandicapte persoon op de achterkant van de stoel en vertelt je hen dat de stoel voor hen staat. Hierdoor kunnen ze de stoel zelf vastpakken en bepalen of ze willen zitten.
  • Verduidelijking: Als er zitplaatsen beschikbaar zijn, maak dan duidelijk waar deze zich bevinden. Geef informatie over het aantal stoelen, hun positie in de ruimte en de afstand tot andere objecten. Laat de patiënt zelf beslissen of ze willen zitten.
  • Stoeloriëntatie: Als je een stoel aanwijst, geef dan ook informatie over de oriëntatie van de stoel, zoals de richting waarin de rugleuning staat. Dit helpt de patiënt om comfortabel te gaan zitten.

Wijzen met woorden

Wanneer je iets wilt beschrijven of uitleggen aan een blinde of slechtziende persoon, moet hij zich bewust zijn van het belang van gedetailleerde beschrijvingen:

  • Vermijd vage aanduidingen: Gebruik geen algemene termen als ‘hier’ of ‘daar’, omdat deze weinig betekenis hebben voor iemand met een visuele beperking. In plaats daarvan, geef een gedetailleerde beschrijving van de locatie. Zeg bijvoorbeeld niet “Daar is de deur,” maar zeg “Rechts van je bevindt zich een deur.”
  • Specifieke beschrijvingen: Vergeet niet om specifieke en gedetailleerde beschrijvingen te geven. Gebruik oriëntatiepunten en benadruk relevante details. Dit is van onschatbare waarde bij het navigeren in onbekende ruimtes.
  • Spraak-geactiveerde technologie: In moderne ziekenhuizen wordt steeds vaker spraak-geactiveerde technologie gebruikt. Als er bijvoorbeeld een interactief informatiepaneel beschikbaar is, leg dan uit hoe de patiënt het kan gebruiken.

Taboewoorden bestaan niet

  • Het is belangrijk dat woorden als ‘zien’, ‘kijken’, ‘lezen’, enzovoort, geen taboewoorden zijn voor blinde of slechtziende personen. Deze woorden worden op dezelfde manier gebruikt als door ziende mensen. Als iemand zegt dat ze iets hebben ‘gezien’, bedoelen ze dat ze het op een andere manier hebben waargenomen, zoals door te horen, te voelen of te tasten. Je hoeft dus geen alternatieve woorden te zoeken wanneer je met een blinde persoon praat.
  • Het gebruik van woorden als ‘zien’, ‘kijken’, ‘lezen’, enzovoort, kan de communicatie verrijken. De visueel gehandicapte persoon kan hierdoor zijn unieke manier van waarnemen benadrukken. Het is volkomen aanvaardbaar om vragen te stellen als “Wilt je dit even zien?” omdat het de persoon de kans geeft om het object te verkennen op hun eigen manier.

Reageren met woorden

  • Bij interacties met blinde of slechtziende personen is het belangrijk om te weten dat je niet voortdurend hoeft te praten. Het is volkomen acceptabel om pauzes en stiltes te laten vallen in het gesprek. De persoon met een visuele beperking verwacht echter wel dat je hen op de hoogte brengt als je vertrekt. Het is belangrijk om te onthouden dat een blinde persoon vaak veel meer ‘ziet’ dan je denkt, dankzij hun andere zintuigen.
  • Pauzes in gesprekken: Je hoeft niet constant te praten tijdens interacties. Het is echter belangrijk om aan te kondigen wanneer je vertrekt om hen gerust te stellen. Eveneens is het handig om hen te informeren wanneer je weer beschikbaar bent voor hulp.
  • Informatiedeling: Deel relevante informatie spontaan. Bijvoorbeeld, als er bouwwerkzaamheden of ongebruikelijke omstandigheden in de omgeving zijn, meld dit dan zodat de patiënt op de hoogte is. Beschrijf omstandigheden zo concreet mogelijk om hen te helpen navigeren.

Voorlezen

  • Blinde en slechtziende personen zijn afhankelijk van anderen om persoonlijke gegevens, privépost of financiële documenten door te nemen. Wees altijd discreet bij het voorlezen van deze gegevens en lees alles voor, zelfs wat mogelijk niet van groot belang lijkt. Geef geen commentaar of persoonlijke mening, tenzij hier specifiek om wordt gevraagd.
  • Discretie bij voorlezen: Wees uiterst discreet bij het voorlezen van persoonlijke informatie. Stel altijd de patiënt gerust dat hun privacy wordt gerespecteerd. Het is belangrijk om geen commentaar of persoonlijke meningen toe te voegen, tenzij daar expliciet om wordt gevraagd.

Iedereen gelijk

  • Bij het wachten in de rij bij de receptie is het niet nodig om blinde of slechtziende personen voorrang te verlenen. Ze willen graag gelijk behandeld worden en voelen zich vaak meer op hun gemak als ze niet speciaal behandeld worden.
  • Gelijke behandeling: Het is van cruciaal belang om blinde of slechtziende patiënten gelijk te behandelen en hen niet speciaal te bevoordelen. Ze willen vaak als personen worden behandeld en niet als iemand die extra zorg nodig heeft. Respecteer hun wensen en behoeften op dezelfde manier als bij andere patiënten.

Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging is een essentieel onderdeel van de zorg voor blinde of slechtziende patiënten in een ziekenhuisomgeving. Hier zijn gedetailleerde richtlijnen en tips met betrekking tot persoonlijke verzorging:

Privacy

Het respecteren van de privacy van blinde of slechtziende patiënten in een ziekenhuisomgeving is van het grootste belang. Net als alle andere patiënten hebben zij recht op een gevoel van privacy en waardigheid tijdens hun verblijf.

  • Gordijnen sluiten: Zorg ervoor dat de gordijnen rond het bed van de patiënt voldoende gesloten zijn tijdens de verzorging. Dit is van essentieel belang om de privacy van de patiënt te waarborgen, ongeacht hun visuele capaciteiten.
  • Aankondiging van binnenkomst: Het is altijd respectvol om jezelf aan te kondigen voordat je de kamer van een patiënt binnengaat, zelfs als je denkt dat ze je misschien niet kunnen zien. Dit geeft de patiënt de tijd en ruimte om zich voor te bereiden op je aanwezigheid.
  • Verzorgingsschermen: In sommige gevallen kan het handig zijn om tijdelijke verzorgingsschermen te gebruiken om extra privacy te bieden tijdens procedures of medische handelingen.

Wassen

  • Bij het helpen bij het wassen is het belangrijk om de privacy en waardigheid van de patiënt te respecteren. Geef altijd duidelijk aan wanneer je de kamer binnenkomt en communiceer wat je van plan bent te doen.
  • Voordat je begint met wassen, attenteer je de blinde of slechtziende patiënt discreet op eventuele vlekken, scheuren in kleding of tandpasta op het gezicht. Deze details kunnen onopgemerkt blijven voor hen, maar jouw melding zal op prijs worden gesteld.
  • Informeer de patiënt over de locatie van de wastafel, zeep en handdoeken. Laat hen weten waar ze water kunnen vinden en hoe ze de kraan kunnen bedienen.
  • Laat de patiënt zoveel mogelijk zelfstandig handelen, maar bied hulp waar nodig, vooral als de patiënt onzeker is over het gebruik van de badkamer. Geef stapsgewijze instructies indien nodig, zoals “De wastafel bevindt zich recht voor u. Draai de kraan aan de linkerkant open.”
  • Zorg voor een antislipmat in de badkamer om uitglijden te voorkomen, aangezien de patiënt de vloer niet kan zien. Informeer de patiënt over de aanwezigheid van deze mat.
  • Bij het scheren, informeer je de patiënt over de locatie van scheermessen en andere benodigdheden, en wees voorzichtig om letsel te voorkomen. Leg de plaats van het scheerschuim, scheermes, en de richting van het scheren duidelijk uit.
Antislipmat in bad

Antislipmat in bad

Toiletgebruik

  • Leid de blinde patiënt naar het toilet, maar laat hen de deur zelf openen om te weten in welke richting deze opengaat en waar de sluiting is. Als de deur een slot heeft, leg dan uit hoe het slot werkt, zodat de patiënt zich comfortabel voelt bij het vergrendelen van de deur.
  • Leg uit waar het toilet zich bevindt en hoe het doorspoelsysteem werkt. Markeer de knop voor doorspoelen als dat mogelijk is, zodat de patiënt deze gemakkelijk kan vinden.
  • Wijs de patiënt op de locatie van toiletpapier en de wastafel. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Het toiletpapier bevindt zich aan uw rechterkant, en de wastafel is direct voor u, met de kraan aan de linkerkant.”
  • Zorg ervoor dat de patiënt weet hoe ze het toilet hygiënisch kunnen gebruiken, en bied indien nodig assistentie bij het aankleden na het toiletgebruik.
  • Na het toiletgebruik is het belangrijk om de handen grondig te wassen. Zorg ervoor dat de patiënt toegang heeft tot zeep en water en dat ze weten hoe ze deze moeten gebruiken.

Maaltijden

Maaltijden spelen een cruciale rol in het welzijn van patiënten, vooral voor mensen die blind of slechtziend zijn.

Menukeuze en dieetinformatie

  • Neem de tijd om het menu met de patiënt te bespreken en leg de keuzemogelijkheden voor maaltijden uit. Benadruk speciale dieetvereisten of beperkingen, zoals allergieën of medisch voorgeschreven diëten.
  • Vraag of er voorkeuren zijn met betrekking tot smaak of textuur, aangezien deze factoren belangrijk zijn voor de eetervaring van de patiënt.

Maaltijdservering en -beschrijving

  • Wanneer je de maaltijd serveert, geef dan duidelijk aan waar zich voedsel op het bord bevindt. Bijvoorbeeld: “Jouw vlees ligt aan de rechterkant van het bord, naast de groenten.” Gebruik concrete beschrijvingen om de patiënt te helpen de locatie van voedsel op het bord te begrijpen.
  • Om de positionering van voedsel op het bord te verduidelijken, maak gebruik van verschillende klokposities. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Jouw aardappelen bevinden zich op 12 uur en jouw groenten op 3 uur.” Dit maakt de oriëntatie eenvoudiger voor de patiënt.

Optimale tafelopstelling

Bij het serveren van maaltijden aan blinde of slechtziende patiënten is het van cruciaal belang om een goede opstelling te creëren:

  • Plaats het dienblad recht voor de patiënt en regel bestek, drankjes, maaltijden en dessert op consistente wijze. Hierdoor kan de patiënt gemakkelijk toegang krijgen tot alles wat ze nodig hebben.
  • Zorg ervoor dat het bestek binnen handbereik is en overweeg het gebruik van een placemat met een contrasterende kleur om de locatie van items duidelijker te maken.
  • Vertel de patiënt altijd wat je neerzet, inclusief drankjes zoals koffie, thee of sap. Dit helpt hen te begrijpen wat zich op de tafel bevindt.
  • Geef een duidelijke beschrijving van de maaltijd en de plaatsing op het bord voordat de patiënt begint te eten. Hierdoor kan de patiënt zich beter oriënteren en genieten van de maaltijd.
Kopje thee

Kopje thee

Kloksysteem voor warme maaltijden

  • Bij het eten van een warme maaltijd, zoals vlees, kan het gebruik van een kloksysteem de locatie van verschillende voedselitems op het bord aanwijzen. Bijvoorbeeld, “Het vlees is op 12 uur, de groenten op 3 uur en de aardappelen op 6 uur.” Dit systeem vereenvoudigt de eetervaring en maakt het gemakkelijker om elk onderdeel van de maaltijd te vinden.

Medische handelingen

Onderzoeken

Medische handelingen, zoals onderzoeken, vereisen extra aandacht en zorg wanneer je te maken hebt met blinde of slechtziende patiënten. Hier zijn aanvullende richtlijnen en informatie om deze patiënten de best mogelijke medische zorg te bieden:

Voorbereiding en plaatsing

  • Zorg ervoor dat blinde of slechtziende patiënten in de wachtruimte of de onderzoekskamer dicht bij de deur zitten. Dit helpt hen om gemakkelijk te worden opgemerkt wanneer het hun beurt is en minimaliseert eventuele verwarring over waar ze moeten gaan.
  • Als er veranderingen zijn in de locatie van medische apparatuur of meubilair in de onderzoekskamer, zoals de behandelbank of het onderzoeksbureau, informeer de patiënt dan duidelijk over deze wijzigingen. Dit kan hen helpen om zich comfortabeler te voelen en zich beter te oriënteren.

Bloedafname en tastzin

  • Wanneer bloedafname nodig is, vermijd dan het prikken van de wijs- of middelvinger, aangezien deze vingers belangrijk zijn voor tastzin en braillelezen. In plaats daarvan kun je kiezen voor de ringvinger of de pink. Hierdoor blijven de gevoelige vingers van de patiënt onaangetast en kunnen ze hun dagelijkse taken en brailleactiviteiten voortzetten zonder problemen.
  • Leg tijdens het uitvoeren van medische handelingen altijd stap voor stap uit wat je aan het doen bent. Beschrijf het proces, benoem de instrumenten die je gebruikt en geef aan wanneer een handeling begint en eindigt. Dit verbetert de communicatie en vermindert eventuele angst of onzekerheid bij de patiënt.

Informatie en toestemming

  • Zorg ervoor dat je alle informatie over medische procedures, mogelijke bijwerkingen, en behandelingsplannen op een begrijpelijke manier aan de patiënt presenteert. Geef hen voldoende gelegenheid om vragen te stellen en zorg ervoor dat ze volledig geïnformeerd zijn voordat ze toestemming geven voor een medische ingreep.

Aanpassingen en technologie

  • Gebruik eventueel speciale hulpmiddelen en technologieën die de toegang tot medische informatie kunnen vergemakkelijken. Bijvoorbeeld, tekst-naar-spraaksoftware voor het voorlezen van documenten of informatie in braille voor patiënten die braille kunnen lezen
  • Bied de patiënt de mogelijkheid om iemand mee te nemen, zoals een partner, vriend, familielid of begeleider, om hen te ondersteunen en te assisteren tijdens medische afspraken, indien gewenst.

Het is essentieel om begrip, geduld en empathie te tonen bij medische handelingen met blinde of slechtziende patiënten. Door zorgvuldige communicatie en aanpassingen in de procedures kunnen zij dezelfde kwalitatieve zorg ontvangen als andere patiënten, terwijl hun unieke behoeften worden gerespecteerd.

Perfusie

Perfusie is een cruciaal onderdeel van de medische zorg, vooral voor patiënten die intraveneuze infusies of andere soorten infuustherapie ondergaan. Wanneer patiënten een perfusievoet, zoals een infuusstandaard, gebruiken, zijn er specifieke overwegingen om in gedachten te houden om ervoor te zorgen dat ze de juiste zorg en ondersteuning krijgen:

Mobiliteitsbeperking

Patiënten die een perfusievoet gebruiken, worden vaak beperkt in hun mobiliteit vanwege het aangesloten infuus. Het is belangrijk om rekening te houden met deze beperking en de patiënt te helpen bij het navigeren door de zorgomgeving. Hier zijn enkele tips:

  • Zorg ervoor dat de infuusstandaard gemakkelijk kan worden verplaatst en dat het patiëntvriendelijk is, zodat de patiënt het zelf kan verplaatsen wanneer dat nodig is.
  • Houd gangpaden en looproutes vrij van obstakels om struikelen of vallen te voorkomen.
  • Moedig de patiënt aan om hun behoeften met betrekking tot mobiliteit aan te geven, zoals het gebruik van een rolstoel of wandelstok om hen te ondersteunen bij het verplaatsen.

Infusiecontrole

Een nauwkeurige en regelmatige controle van de infusie is van het grootste belang om de gezondheid en veiligheid van de patiënt te waarborgen. Hier zijn enkele richtlijnen om ervoor te zorgen dat de perfusie correct verloopt:

  • Controleer regelmatig of het infuus correct in de ader van de patiënt zit en niet is verschoven, wat kan leiden tot ongewenste complicaties.
  • Houd toezicht op het infuus om ervoor te zorgen dat het continu druppelt zoals voorgeschreven. Eventuele onderbrekingen in de stroom moeten onmiddellijk worden opgemerkt en aangepakt.
  • Let op tekenen van een mogelijke verstopping van het infuussysteem, zoals druppelsnelheidveranderingen of luchtbellen in de infuuslijn. Als er tekenen zijn van een verstopt systeem, stop dan onmiddellijk de infusie en raadpleeg een zorgverlener.

Patiëntenvoorlichting

Het is belangrijk om de patiënt en hun verzorgers te informeren en voor te lichten over de zorg voor de perfusievoet en het juiste gedrag om complicaties te voorkomen. Dit omvat:

  • Het verstrekken van gedetailleerde instructies over hoe ze de infuusstandaard veilig kunnen verplaatsen en hanteren.
  • Het benadrukken van het belang van regelmatige inspectie en onderhoud van het infuussysteem.
  • Het verstrekken van contactgegevens voor noodgevallen of vragen met betrekking tot de perfusievoet.

Perfusiezorg is een cruciaal onderdeel van de medische behandeling voor veel patiënten. Door rekening te houden met mobiliteitsbeperkingen, regelmatige infusiecontrole en effectieve patiëntenvoorlichting kunnen zorgverleners ervoor zorgen dat patiënten de best mogelijke zorg krijgen terwijl ze een perfusievoet gebruiken.

Medicatie

Medicatiebeheer is een essentieel onderdeel van de zorg voor blinde of slechtziende patiënten, en het vereist zorgvuldige aandacht voor details en effectieve communicatie. Hier zijn enkele belangrijke stappen en overwegingen bij het verstrekken van medicijnen aan deze patiënten:

Medicijnbeschrijving en uitleg

Voordat je een medicijn aan de patiënt geeft, is het van cruciaal belang om het medicijn gedetailleerd te beschrijven en uit te leggen waarom het wordt ingenomen. Dit omvat:

  • De naam van het medicijn en de specifieke dosering.
  • Het doel van het medicijn, zoals de behandeling van een bepaalde aandoening of het verminderen van symptomen.
  • Eventuele bijwerkingen of mogelijke interacties met andere medicijnen.
  • Instructies over hoe vaak en wanneer het medicijn moet worden ingenomen.

Medicatietoediening

Bij het geven van medicijnen aan blinde of slechtziende patiënten moet je extra aandacht besteden aan de toediening:

  • Plaats vaste medicijnen in de hand van de patiënt en communiceer duidelijk de hoeveelheid en het doel ervan. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Dit is uw ochtenddosis van antibiotica, twee tabletten.”
  • Als het gaat om vloeibare medicatie, kun je deze in een medicijnbeker plaatsen en de patiënt de beker aanbieden om te voelen en te begrijpen wat ze innemen. Alternatief kun je de vloeibare medicatie rechtstreeks in de hand van de patiënt gieten, zodat ze de hoeveelheid kunnen inschatten.
Medicijnen (verschillende soorten verpakkingen met tabletten)

Medicijnen (verschillende soorten verpakkingen met tabletten)

Toegankelijke medicatieverpakkingen

Als je medicatieverpakkingen voorziet van braille-etiketten of voelbare markeringen, kunnen patiënten deze zelf herkennen en wordt verwarring voorkomen.

Medicijnregistratie

Een duidelijk overzicht bijhouden van de medicijnen die zijn ingenomen en de tijden waarop ze zijn toegediend, is van groot belang. Hiermee kan worden voorkomen dat de patiënt medicatie vergeet of dubbele doses inneemt. Overweeg het volgende:

  • Gebruik een medicijnregistratieformulier waarop de patiënt of een verzorger de ingenomen medicijnen en de tijdstippen van toediening kan noteren.
  • Moedig de patiënt aan om vragen te stellen of zorgen te uiten over hun medicatie, en zorg voor open communicatie over eventuele veranderingen in het medicatieplan.

Medicatiebeheer voor blinde of slechtziende patiënten vereist zorgvuldige planning, duidelijke communicatie en toegankelijke verpakkingen. Door deze stappen te volgen, kun je ervoor zorgen dat de patiënt de voorgeschreven medicatie veilig en effectief kan innemen.

Wondverzorging

Wondverzorging bij blinde of slechtziende patiënten vereist speciale aandacht, omdat ze de wond niet kunnen zien en vaak afhankelijk zijn van tactiele en gesproken informatie om de juiste zorg te bieden. Hier zijn enkele belangrijke stappen en overwegingen voor het verzorgen van wonden bij deze patiënten:

Duidelijke uitleg en beschrijving

Bij het verzorgen van een wond, is het essentieel om een duidelijke uitleg te geven aan de patiënt, omdat ze de wond niet kunnen zien. Gebruik beschrijvende taal om de locatie, grootte en aard van de wond te communiceren. Bijvoorbeeld, je kunt zeggen: “U heeft een kleine schaafwond op uw linkeronderarm van ongeveer twee centimeter lang.”

Tactiele begeleiding

Omdat de patiënt de wond niet kan zien, kan tactiele begeleiding nuttig zijn. Hier zijn enkele tips:

  • Leg rustig uit dat je de wond voorzichtig gaat inspecteren en verzorgen. Geef de patiënt geruststellende informatie over wat ze kunnen verwachten.
  • Gebruik schone, gewassen handen en draag indien nodig wegwerphandschoenen voor hygiënische redenen.
  • Laat de patiënt met hun vingertoppen voorzichtig voelen rond de wond om hen bewust te maken van de locatie en de omvang.

Voorkom aanraking van de wond

Het is belangrijk om de patiënt aan te moedigen om de wond niet aan te raken, tenzij dit nodig is voor de verzorging. Aanraking met vuile handen kan infectie veroorzaken. Benadruk het belang van handhygiëne voor en na het aanraken van de wond.

Stapsgewijze verzorging

Voer de wondverzorging stap voor stap uit en communiceer elke handeling duidelijk voordat je begint. Hier zijn enkele stappen die je kunt volgen:

  • Reinig de wond voorzichtig met een geschikte wondreiniger, zoals fysiologisch zout of een mild ontsmettingsmiddel. Beschrijf dit proces zorgvuldig aan de patiënt.
  • Breng eventueel wondzalf of antibiotische zalf aan en leg uit waarom dit wordt gedaan.
  • Plaats een steriel verband of pleister over de wond en leg uit hoe dit wordt aangebracht.

Follow-up en advies

Na de wondverzorging is het belangrijk om follow-upinstructies te geven. Dit omvat:

  • Vertel de patiënt wanneer het verband moet worden vervangen en hoe ze dit zelf kunnen doen of met hulp.
  • Wijs op tekenen van infectie, zoals toenemende roodheid, zwelling, pijn of pusvorming, en leg uit dat ze onmiddellijk medische hulp moeten zoeken als deze symptomen optreden.
  • Bied contactinformatie aan voor het geval de patiënt vragen heeft of zich zorgen maakt over hun wond.

Het verzorgen van wonden bij blinde of slechtziende patiënten vereist geduld, heldere communicatie en zorgvuldige aandacht voor hygiëne. Door deze benadering te volgen, kun je ervoor zorgen dat de wond effectief wordt behandeld en mogelijke complicaties worden voorkomen.

Specimen voor onderzoek

Het verzamelen van urinemonsters is een essentieel onderdeel van medische diagnostiek, en het is belangrijk om extra aandacht te besteden aan de behoeften van blinde en slechtziende patiënten om ervoor te zorgen dat dit proces voor hen zo comfortabel en efficiënt mogelijk verloopt.

Grotere urinepotjes voor gemakkelijker urineren

Voor blinde patiënten is het cruciaal om grotere urinepotjes te gebruiken om het urineren te vergemakkelijken. Het gebruik van kleinere potjes kan leiden tot morsen en onnauwkeurige resultaten, wat zowel ongemak als fouten in het medische onderzoek kan veroorzaken. De keuze van geschikte potjes is daarom van groot belang.

Duidelijke communicatie en instructies

Het begint allemaal met duidelijke communicatie. Voordat je begint met het verzamelen van een urinemonster, leg je in detail uit aan de blinde patiënt wat er zal gebeuren. Geef hen stapsgewijze instructies over hoe ze het potje moeten vasthouden, waar ze moeten urineren en hoe ze het potje correct kunnen vullen. Gebruik heldere, begrijpelijke taal en neem de tijd om eventuele vragen te beantwoorden.

Hulpmiddelen en tastbare markeringen

Om het proces te vergemakkelijken, kun je verschillende tastbare hulpmiddelen en markeringen overwegen:

  • Antislipmat: Plaats een antislipmat in de buurt van het toilet om de patiënt te begeleiden naar de juiste positie om te urineren.
  • Braillelabels of reliëfmarkeringen: Markeer het urinepotje met braillelabels of reliëfmarkeringen, zodat de patiënt deze gemakkelijk kan herkennen en de vulrichting kan voelen.

Privacy en comfort

Respecteer altijd de privacy van de patiënt. Zorg ervoor dat ze zich op hun gemak voelen tijdens het urineren. Geef voldoende tijd en ruimte en luister naar eventuele zorgen of angsten die de patiënt kan hebben.

Hygiëne en nauwkeurigheid

Draag wegwerphandschoenen en was grondig je handen voordat je begint met het verzamelen van het urinemonster. Zorg ervoor dat get urinepotje goed is afgesloten en nauwkeurig is gelabeld met de naam, geboortedatum, datum en tijdstip van verzameling van de patiënt. Dit is essentieel om ervoor te zorgen dat het monster correct wordt herkend.

Opvolging en Instructies

Geef de patiënt duidelijke instructies over hoe ze het urinemonster moeten bewaren en transporteren naar het laboratorium voor analyse. Dit kan inhouden dat je uitlegt waar en hoe ze het monster veilig kunnen afleveren, rekening houdend met eventuele koelingsvereisten als dat van toepassing is.

Het verzamelen van urinemonsters bij blinde patiënten vereist een combinatie van zorgvuldige planning, communicatie en praktische maatregelen om ervoor te zorgen dat de procedure effectief en comfortabel verloopt. Door aandacht te besteden aan de specifieke behoeften van blinde patiënten, kun je bijdragen aan een betere medische zorgervaring voor hen.

Aanpassingen in het ziekenhuis voor blinden en slechtzienden

Visueel gehandicapten hebben specifieke behoeften als het gaat om hun omgeving in het ziekenhuis. Hier bespreken we in detail enkele aanpassingen en overwegingen om hun ervaring te verbeteren:

Zorg op maat

Visueel gehandicapte patiënten zijn net zo divers als iedereen anders, en hun behoeften variëren. Het is van cruciaal belang dat ziekenhuizen zich bewust zijn van deze diversiteit en bereid zijn om op maat gemaakte aanpassingen te doen. Dit kan variëren van het aanbieden van alternatieve vormen van communicatie, zoals braille of spraakondersteuning, tot het aanpassen van de omgeving op basis van persoonlijke behoeften.

Verlichting

Licht en verlichting zijn van vitaal belang voor visueel gehandicapten, maar hun behoeften variëren sterk. Hier zijn enkele basisrichtlijnen:

  • Zorg voor een gelijkmatig verlichte ruimte.
  • Voorkom verblinding.
  • Zorg voor een goede verlichtingsverhouding tussen werkplek, directe en wijde omgeving (aanbevolen verhouding: 10:3:1).
  • Houd rekening met lichtniveaus, met minimaal 300 lux op de vloer voor oriëntatieverlichting en minimaal 1000 lux op tafelhoogte voor werkplekverlichting.

Sommige visueel gehandicapten hebben extra verlichting nodig om hun omgeving te kunnen waarnemen, terwijl anderen juist gevoeliger zijn voor licht en verblinding moeten vermijden. Voorbeelden van verlichtingsaanpassingen zijn onder andere:

  • Lichtsterkte: Houd er rekening mee dat het lichtniveau voor oriëntatieverlichting, zoals in gangen en trappenhuizen, minimaal 300 lux op de vloer moet zijn. Werkplekverlichting, bijvoorbeeld in kamers of aan tafels, vereist minimaal 1000 lux op tafelhoogte.
  • Natuurlijk licht: Ziekenhuizen moeten profiteren van natuurlijk licht, maar moeten ook zorgen voor zonwering om de lichtintensiteit te regelen. Het noorden is de beste richting omdat er geen direct zonlicht is.
  • Kunstlicht: Voor basisverlichting kunnen ziekenhuizen plafondverlichting gebruiken, maar vergeet niet dat dit geen verblinding mag veroorzaken. Accentverlichting kan nuttig zijn om bepaalde gebieden te markeren, zoals een wachtruimte in de lobby. Werkplekverlichting moet worden aangepast aan de specifieke behoeften van de patiënt.

Contrast

Voor slechtzienden is het verbeteren van contrasten tussen objecten en omgevingen van vitaal belang om hun omgeving te herkennen. Hier zijn meer voorbeelden:

  • Deuren en kozijnen: Kozijnen moeten donker van kleur zijn, terwijl de deuren lichter kunnen zijn. Zorg ervoor dat de deurklink en de drempel contrasterende kleuren hebben.
  • Obstakels: Obstakels kunnen hinderlijk zijn voor visueel gehandicapten. Markeer ze met goed zichtbare kleurcontrasten ten opzichte van de omgeving en gebruik voelbare rubberen signaleerstroken van 60 cm breed waar mogelijk.

Geluid

Geluid kan een andere manier zijn om ruimtelijke informatie over te brengen aan visueel gehandicapte patiënten. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Verdiepingaanduiding: In liften is een automatische stem die de verdieping aankondigt handig. Overweeg ook intercomsystemen om boodschappen om te roepen.

Wanden, plafonds, vloeren en meubilair

  • Wanden: Wanden moeten bij voorkeur licht van kleur zijn, maar vermijd wit vanwege de hoge reflectie. Scherpe texturen moeten worden vermeden, omdat deze letsel kunnen veroorzaken als patiënten ertegen lopen.
  • Plafonds: Houd plafonds wit om een gevoel van hoogte en ruimte te behouden.
  • Vloeren: Kies vloeren die iets donkerder zijn dan de wanden en voorzie een contrasterende plint om het vloerniveau aan te geven.
  • Meubilair: Donkere meubels zijn acceptabel, zolang ze contrasteren met de vloer en de wanden. Vermijd witte of glanzende tafelbladen, omdat ze schitteringen kunnen veroorzaken die visueel gehandicapten kunnen hinderen.

Inkom

  • Zorg voor een obstakelvrije route naar de ingang en een herkenbare gidslijn.
  • Markeer de toegangsdeur met contrastrijke kleuren en aanduidingen voor de richting en openbaar vervoer informatie.

Hal en gang

  • Leg voelbare gidslijnen in de vloerbedekking die naar de receptie leiden.
  • Zorg voor duidelijke bewegwijzering, met groot lettertype en braille.

Signalisatie

  • Gebruik voelbare overgangen voor situatieveranderingen.
  • Plaats duidelijke en groot lettertype borden, mogelijk met braille.
  • Overweeg geluidssignalisatie waar relevant.

Receptie

  • Zorg voor duidelijke herkenning van de receptie met contrasten.
  • Maak de receptiebalie veilig en vermijd scherpe randen.

Lift

  • Voorzie duidelijk aangegeven liftbediening met reliëf en verlichting.
  • Plaats voldoende niet-verblindende verlichting.
  • Overweeg geluidssignalisatie voor verdiepingsaanduidingen.

Trappen

  • Markeer treden met contrastrijke kleurstroken.
  • Installeer leuningen met contrastkleuren.
  • Zorg voor voelbare materiaalovergangen vóór de trap.

Hellingen

  • Gebruik geleidelijke hellingen om niveauverschillen te overbruggen.

Kamer

Zorg ervoor dat de kamers geen scherpe hoeken hebben die patiënten zouden kunnen verwonden. Laat visueel gehandicapte patiënten de locatie van objecten, zoals tafelhoeken, voelen zodat ze zich veilig kunnen oriënteren in de ruimte.

Onthaalbrochure

Een onthaalbrochure is een waardevol hulpmiddel voor ziekenhuizen om zowel patiënten als bezoekers te informeren en te begeleiden. Voor blinden en slechtzienden kan een aangepaste versie van deze brochure van onschatbare waarde zijn. Hier is wat zo’n brochure kan bevatten:

  • Algemene informatie: Deze sectie kan details bevatten over de locatie van belangrijke afdelingen zoals de receptie, poliklinieken, wachtruimtes, cafetaria’s en toiletten. Een beschrijving van de structuur van het ziekenhuis en de belangrijkste oriëntatiepunten kan helpen bij het navigeren.
  • Openbaar vervoer: Het verstrekken van informatie over de bereikbaarheid van het ziekenhuis via openbaar vervoer, inclusief bus– en treinroutes, kan voor slechtzienden en blinden essentieel zijn om hun bezoek te plannen.
  • Aanpassingen in het ziekenhuis: Deze sectie kan de aanpassingen in het ziekenhuis beschrijven die zijn gedaan om het toegankelijker te maken voor mensen met een visuele beperking. Denk aan richtlijnen voor geleidelijnen, aangepaste liften, enzovoort.
  • Kostprijs: Transparante informatie over de kosten van diensten en behandelingen kan helpen bij financiële planning. Het is belangrijk dat deze informatie in een toegankelijk formaat wordt verstrekt, zoals braille of grootletterdruk.
  • Contactgegevens: Zorg ervoor dat contactgegevens van belangrijke afdelingen, zoals de patiëntenbegeleiding of de toegankelijkheidsafdeling, duidelijk vermeld staan.

Website van het ziekenhuis

Een toegankelijke website is van onschatbare waarde voor zowel de verspreiding van informatie als het vergemakkelijken van afspraken en interactie met het ziekenhuis. Hier zijn enkele functies die nuttig kunnen zijn op de website van een ziekenhuis:

  • Compatibiliteit met screenreader: Zorg ervoor dat de website compatibel is met screenreaders (schermuitleesprogramma’s), zodat blinden en slechtzienden gemakkelijk de inhoud kunnen beluisteren.
  • Alternatieve formaten: Bied essentiële informatie, zoals onthaalbrochures, in alternatieve formaten zoals braille en grootletterdruk om te downloaden.
  • Navigatiehulpmiddelen: Inclusieve navigatie-elementen, zoals duidelijk gelabelde links en een overzichtelijke sitemap, kunnen de toegankelijkheid van de website vergroten.
  • Contrast en tekstgrootte: Sta gebruikers toe om de contrastinstellingen en tekstgrootte aan te passen om de website leesbaarder te maken.
  • Online afspraken: Maak het mogelijk om online afspraken te maken en geef stapsgewijze instructies voor dit proces.
  • Contactmogelijkheden: Bied verschillende manieren voor contact, waaronder een telefoonnummer, e-mailadres en webformulier, voor vragen en ondersteuning.
  • Nieuws en updates: Houd de website regelmatig bij met nieuws en updates met betrekking tot de toegankelijkheid van het ziekenhuis en evenementen voor mensen met een visuele handicap.

Meer informatie

Deel dit:
Advertenties

  1. Willen blinde en slechtziende personen wel (weer) (goed) zien?16-04-2024 06:04:36
  2. Tips voor thuisverpleegkundigen die bij een blinde of slechtziende persoon komen15-04-2024 07:04:41
  3. Onbegrip over vermoeidheid bij blinden en slechtzienden07-04-2024 12:04:54
  4. Blind of slechtziend: Hand- en polsproblemen tijdens het stoklopen04-04-2024 12:04:21
  5. Omgaan met menstruatie als je een visuele beperking hebt31-03-2024 07:03:13
  6. Misselijkheid bij blinden en slechtzienden27-03-2024 03:03:09
  7. Korstjes op de oogleden27-03-2024 03:03:38
  8. Endoftalmitis (ontsteking van binnenste van oog)27-03-2024 03:03:14
  9. Dacryocystitis (ontsteking van traanzak)27-03-2024 03:03:41
  10. Iritis27-03-2024 03:03:09
  11. Iridocyclitis (uveitis anterior)26-03-2024 06:03:43
  12. Droge lucht en oogproblemen23-03-2024 05:03:09
  13. Verhoogde alertheid bij blinden en slechtzienden21-03-2024 07:03:19
  14. Aanpassingsstoornissen bij personen met een visuele handicap16-03-2024 08:03:41
  15. Vitaminen en ooggezondheid13-03-2024 07:03:10
  16. Oogproblemen bij het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)12-03-2024 12:03:22
  17. Tranende / Waterige ogen08-03-2024 08:03:44
  18. Oogafscheiding07-03-2024 06:03:38
  19. Oogallergie06-03-2024 04:03:47
  20. Gezwollen ogen en oogleden05-03-2024 08:03:08
  21. Brandende ogen04-03-2024 06:03:39
  22. Oogwrijven28-02-2024 03:02:01
  23. Rode ogen27-02-2024 07:02:01
  24. Acupunctuur voor de ogen26-02-2024 04:02:00
  25. Slechtziend: Tips bij plotselinge misselijkheid door fel licht24-02-2024 05:02:38
  26. Problemen met het zien van details24-02-2024 01:02:17
  27. Ectropion (onderste ooglid draait naar buiten)20-02-2024 01:02:26
  28. Waarom mag je niet met je ogen in de zon kijken?20-02-2024 08:02:50
  29. Jeukende ogen19-02-2024 02:02:04
  30. Visuele cortex in hersenen: Verwerken van visuele informatie19-02-2024 02:02:12
  31. Oogproblemen bij Multiple Sclerose (MS)19-02-2024 06:02:50
  32. Wisselend zicht bij slechtzienden19-02-2024 05:02:16
  33. Kunnen blinden en slechtzienden lijden aan reisziekte?09-01-2024 07:01:22
  34. Kunnen blinden en slechtzienden ook claustrofobie hebben?14-12-2023 07:12:22
  35. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 03:12:00
  36. Automutilatie (zelfverwonding) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 02:12:54
  37. Vervormd zien (metamorfopsie)19-11-2023 07:11:22
  38. Maculagat18-11-2023 04:11:07
  39. Iris (regenboogvlies): Aandoeningen en problemen13-11-2023 06:11:03
  40. Oogzenuw (opticus nervus): Aandoeningen en problemen11-11-2023 04:11:00
  41. Oogbindvlies (conjunctiva): Aandoeningen en problemen11-11-2023 02:11:17
  42. Ooglid / Oogleden: Aandoeningen en problemen11-11-2023 01:11:24
  43. Netvlies (retina): Aandoeningen en problemen11-11-2023 08:11:22
  44. Wetenschappelijke onderzoeken die blinden weer willen doen zien06-11-2023 07:11:28
  45. Foropter: Instrument voor oogonderzoeken en bepalen van oogcorrectie04-11-2023 05:11:50
  46. Pterygium04-11-2023 03:11:56
  47. Pinguecula04-11-2023 03:11:33
  48. Trachoom04-11-2023 03:11:05
  49. Premature retinopathie04-11-2023 03:11:22
  50. Trichiasis04-11-2023 03:11:44
  51. Subconjunctivale bloeding04-11-2023 03:11:02
  52. Hoornvlieslittekens04-11-2023 03:11:11
  53. Scleritis04-11-2023 03:11:46
  54. Oogziekte van Graves04-11-2023 03:11:21
  55. De invloed van hydratatie op de ooggezondheid03-11-2023 03:11:38
  56. Oogontsteking02-11-2023 02:11:48
  57. Oogzenuwontsteking02-11-2023 02:11:32
  58. Oogkasontsteking (orbitale cellulitis)02-11-2023 01:11:01
  59. Nachtblindheid01-11-2023 01:11:32
  60. Hormonale veranderingen en oogproblemen01-11-2023 12:11:06
  61. Oogirritatie01-11-2023 07:11:00
  62. Ooginfarct01-11-2023 07:11:35
  63. Oftalmoplegie (verzwakte of verlamde oogspieren)01-11-2023 07:11:51
  64. Oculaire toxoplasmose01-11-2023 07:11:44
  65. Meibomitis29-10-2023 08:10:19
  66. Hoornvlies: Aandoeningen en problemen met de cornea29-10-2023 03:10:09
  67. Ziekte van Coats29-10-2023 02:10:31
  68. Lagoftalmie (niet kunnen knipperen of ogen niet volledig kunnen sluiten)29-10-2023 02:10:45
  69. Macula-oedeem29-10-2023 02:10:30
  70. Maculapucker29-10-2023 02:10:20
  71. Kleurenblindheid29-10-2023 02:10:30
  72. Keratitis (hoornvliesontsteking)27-10-2023 01:10:02
  73. Coördinatieproblemen bij blinden en slechtzienden26-10-2023 02:10:47
  74. Duizeligheid bij blinden en slechtzienden26-10-2023 07:10:21
  75. Hypertensieve retinopathie25-10-2023 05:10:59
  76. Herpes in het oog (oculaire herpes, oogherpes)25-10-2023 05:10:43
  77. Gordelroos in het oog25-10-2023 05:10:07
  78. Hoornvlieszweer25-10-2023 05:10:14
  79. Hoornvliestroebelingen25-10-2023 05:10:27
  80. Paniekaanvallen bij blinden en slechtzienden25-10-2023 05:10:15
  81. Ziekenhuisinfecties die de ogen kunnen aantasten24-10-2023 11:10:48
  82. Invloed van airconditioning op de ooggezondheid24-10-2023 11:10:57
  83. Hart- en vaataandoeningen bij blinden en slechtzienden24-10-2023 05:10:17
  84. Fluoresceïnekleuring van het oog: Diagnostische hulpmiddel voor oogaandoeningen24-10-2023 05:10:22
  85. Ooginfecties23-10-2023 05:10:46
  86. Eenzaamheid bij blinden en slechtzienden23-10-2023 03:10:04
  87. Hordeolum (strontje): Ooginfectie23-10-2023 07:10:57
  88. Hoornvliesletsels23-10-2023 07:10:30
  89. Usher-syndroom23-10-2023 07:10:04
  90. Hemianopsie: Verlies van gezichtsveld in één of beide ogen23-10-2023 07:10:14
  91. Invloed van melatonine op blinden21-10-2023 01:10:58
  92. Leber Congenitale Amaurose21-10-2023 11:10:18
  93. Sneeuwblindheid21-10-2023 11:10:37
  94. Retinoblastoom (netvlieskanker)21-10-2023 11:10:23
  95. Oogkanker21-10-2023 11:10:08
  96. Halo’s en lichtverblinding21-10-2023 11:10:36
  97. Hoornvliesdystrofie21-10-2023 11:10:59
  98. Hand- en polsklachten bij blinden en slechtzienden20-10-2023 03:10:08
  99. Keratoconus (kegelvormig en dunner hoornvlies)20-10-2023 11:10:46
  100. Scotomen (blinde vlekken in gezichtsveld)20-10-2023 11:10:27
  101. Ptosis (ptose): Afhangend ooglid20-10-2023 11:10:25
  102. Visual snow syndrome20-10-2023 11:10:57
  103. Uveïtis20-10-2023 11:10:13
  104. Lichttherapie bij blinden als behandeling voor melatoninetekort19-10-2023 05:10:29
  105. Scleralenzen: Behandeling van verschillende oogproblemen19-10-2023 04:10:22
  106. Scheelzien (strabisme, strabismus)19-10-2023 07:10:52
  107. Vaak voorkomende oogproblemen en oogziekten bij kinderen19-10-2023 06:10:44
  108. Leber Erfelijke Optische Neuropathie (LHON)18-10-2023 11:10:30
  109. Verziendheid (hypermetropie)18-10-2023 07:10:02
  110. Droge ogen17-10-2023 05:10:51
  111. Kunsttranen17-10-2023 04:10:05
  112. Schouderpijn en schouderklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 10:10:08
  113. Rugpijn en rugklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 07:10:02
  114. Nystagmus (onwillekeurige, ritmische oogbewegingen)16-10-2023 06:10:24
  115. Binoculair onderzoek: Onderzoek van samenwerking tussen de ogen14-10-2023 06:10:22
  116. MRI-scan van de ogen: Gedetailleerde beelden van ogen en omliggende structuren14-10-2023 06:10:46
  117. Lichtgevoeligheidstest: Onderzoeken van oogreacties op licht14-10-2023 06:10:06
  118. Biopsie van het oog: Weefsel uit oog verwijderen en onderzoeken14-10-2023 06:10:56
  119. Traanfilmonderzoek13-10-2023 06:10:57
  120. Spleetlamponderzoek (biomicroscopie)13-10-2023 06:10:03
  121. Refractie-onderzoek (oogmeting)13-10-2023 05:10:32
  122. Pupilverwijding (pupildilatatie): Pupil vergroten (meestal via oogdruppels)13-10-2023 05:10:18
  123. Pachymetrie van het hoornvlies: Dikte van hoornvlies meten13-10-2023 05:10:22
  124. Oogspierfunctietest: Bewegingen van oogspieren beoordelen13-10-2023 05:10:33
  125. Oogdrukmeting (tonometrie)13-10-2023 05:10:33
  126. Oogechografie: Gedetailleerde blik op de oogstructuren13-10-2023 05:10:44
  127. Oftalmoscopie (fundoscopie): Diepgaand onderzoek van het oog13-10-2023 05:10:47
  128. OCT-angiografie: Beeldvorming van oogbloedvaten zonder kleurstoffen13-10-2023 05:10:10
  129. Netvliesonderzoek: Afwijkingen of problemen in netvlies opsporen13-10-2023 05:10:02
  130. Kleurentest: Beoordeling van kleurenzicht13-10-2023 04:10:08
  131. Gonioscopie: Beoordeling van de ooghoek13-10-2023 04:10:16
  132. Fundusfotografie: Gedetailleerde beelden van achterste deel van het oog13-10-2023 04:10:50
  133. Fluoresceïne-angiografie: Onderzoek van netvliesbloedvaten met kleurstof13-10-2023 04:10:33
  134. Elektrofysiologische oogonderzoeken: Elektrische evaluatie van de gezondheid van het oog13-10-2023 04:10:44
  135. CT-scan van de ogen en oogkas: Gedetailleerde beeldvorming13-10-2023 03:10:58
  136. Corneatopografie: Gedetailleerde meting van het hoornvlies13-10-2023 03:10:53
  137. Contrastgevoeligheidstest: Oogonderzoek om contrastvermogen te onderzoeken13-10-2023 03:10:33
  138. Biometrie: Oogonderzoek om nauwkeurige oogmetingen te krijgen13-10-2023 03:10:08
  139. Oogzalven: Soorten, gebruik, tips en hulpmiddelen13-10-2023 06:10:58
  140. Netvliesloslating09-10-2023 01:10:45
  141. Onzekerheid bij blinden en slechtzienden08-10-2023 01:10:17
  142. Abnormale hoofdpositie bij oogproblemen08-10-2023 01:10:21
  143. Spierstijfheid, spierpijn en spierspanning bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:57
  144. Nekpijn bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:36
  145. Burn-out bij blinden en slechtzienden08-10-2023 07:10:34
  146. Ziekte van Stargardt (juveniele maculadegeneratie)07-10-2023 01:10:25
  147. Glasvochtbloeding07-10-2023 11:10:22
  148. Fotopsie: (Licht)flitsen of flikkeringen in gezichtsveld zien07-10-2023 06:10:46
  149. Floaters (mouches volantes): Zwevende deeltjes in gezichtsveld07-10-2023 05:10:04
  150. Psychische oorzaken van tijdelijke of permanente slechtziendheid en blindheid05-10-2023 05:10:55
  151. Pupilgrootte: Miosis (abnormaal vernauwde pupillen) en mydriasis (abnormaal verwijde pupillen)05-10-2023 06:10:56
  152. Retinitis pigmentosa (RP)04-10-2023 04:10:18
  153. Vragen stellen aan je oogarts04-10-2023 01:10:21
  154. Zeer slechtziend en naar de oogarts blijven gaan04-10-2023 12:10:50
  155. Gezichtsveld en gezichtsveldonderzoek03-10-2023 04:10:30
  156. Gevoelens van verlies bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:25
  157. Mentale impact van ernstige oogproblemen bij blinden en slechtzienden02-10-2023 02:10:33
  158. Hoofdpijn bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:58
  159. Exoftalmie (proptosis) (abnormaal uitpuilende ogen)30-09-2023 02:09:01
  160. Episcleritis30-09-2023 02:09:22
  161. Entropion (onderste ooglid draait naar binnen)30-09-2023 02:09:29
  162. Diplopie (dubbelzien)30-09-2023 02:09:56
  163. Dacryostenose30-09-2023 02:09:24
  164. Visuele hallucinaties30-09-2023 10:09:48
  165. Drugsverslaving en medicatiemisbruik: Effecten op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 07:09:24
  166. De invloed van het gebruik van medicatie op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 06:09:31
  167. Body Integrity Identity Disorder (BIID): Verlangen om blind te zijn29-09-2023 01:09:30
  168. Omgaan met (constante) veranderende en/of bevende beelden in gezichtsvermogen29-09-2023 11:09:46
  169. Kunnen blinden en slechtzienden hoogtevrees hebben?29-09-2023 07:09:20
  170. Weer (iets) kunnen zien na tijdelijk of permanent blind of slechtziend te zijn geweest29-09-2023 07:09:14
  171. Cytomegalovirus (CMV) retinitis28-09-2023 04:09:49
  172. Convergentie-insufficiëntie28-09-2023 04:09:41
  173. Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking)28-09-2023 04:09:14
  174. Computer Vision Syndrome28-09-2023 04:09:01
  175. Coloboom28-09-2023 04:09:55
  176. Chalazion (gerstekorrel aan ooglid)28-09-2023 04:09:25
  177. Cerebrale Visuele Inperking (CVI)28-09-2023 04:09:04
  178. Centrale sereuze retinopathie28-09-2023 04:09:08
  179. Cat Eye Syndroom28-09-2023 04:09:30
  180. ADOA (autosomale dominante optische atrofie)28-09-2023 04:09:50
  181. Bradyopsie28-09-2023 04:09:00
  182. Blefarospasme (overmatig oogknipperen)28-09-2023 04:09:28
  183. Blefaritis28-09-2023 04:09:49
  184. Birdshot Chorioretinopathie28-09-2023 04:09:19
  185. Bijziendheid (myopie)28-09-2023 04:09:46
  186. Astigmatisme28-09-2023 04:09:18
  187. Vermoeide ogen (oogvermoeidheid)28-09-2023 04:09:47
  188. Anoftalmie28-09-2023 04:09:15
  189. Anisocorie28-09-2023 04:09:45
  190. Aniridie28-09-2023 04:09:43
  191. Geen dieptezicht hebben27-09-2023 07:09:19
  192. De impact van luchtvervuiling op de ogen en ooggezondheid26-09-2023 07:09:31
  193. De impact van UV-blootstelling op de ogen26-09-2023 06:09:55
  194. Mineralen en ooggezondheid24-09-2023 03:09:18
  195. Voedingsvezels en ooggezondheid24-09-2023 01:09:24
  196. Antioxidantrijke voedingsmiddelen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:48
  197. Bessen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:50
  198. Luteïne en zeaxanthine voor ooggezondheid24-09-2023 01:09:18
  199. Zink en ooggezondheid24-09-2023 01:09:53
  200. Omega-3 vetzuren en ooggezondheid24-09-2023 01:09:04

Laatst bijgewerkt op 23 april 2024 – 12:00