Automutilatie (zelfverwonding) bij blinden en slechtzienden

Automutilatie, of zelfbeschadigend gedrag, komt vaker voor bij blinden en slechtzienden dan bij zienden. De oorzaken, symptomen, fysieke impact, psychische, emotionele en sociale impact en behandelingen zijn vergelijkbaar. Er zijn echter ook enkele specifieke verschillen, zoals beperkte toegang tot informatie en ondersteuning, stigmatisering en aanpassing aan een visuele beperking.

Prevalentie van zelfverwonding bij personen met visuele beperking

Automutilatie komt vaker voor bij blinden en slechtzienden dan bij zienden. Onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer 15% van de blinden en slechtzienden in de leeftijd van 12 tot 25 jaar wel eens automutileert. Bij zienden ligt dit percentage op ongeveer 6%.

Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen in Denemarken. Het onderzoek is gebaseerd op een enquête onder 1.000 adolescenten in Denemarken, van wie 200 blind of slechtziend waren. De resultaten van het onderzoek laten zien dat ongeveer 15% van de blinde en slechtziende adolescenten in de leeftijd van 12 tot 25 jaar wel eens automutileert. Bij ziende adolescenten ligt dit percentage op ongeveer 6%.

Het onderzoek heeft ook aangetoond dat er een aantal factoren zijn die de kans op automutilatie bij blinden en slechtzienden vergroten. Deze factoren zijn onder meer:

  • Psychische problemen, zoals een depressie, angst en PTSS
  • Ervaringen van discriminatie en stigmatisering
  • Problemen met het omgaan met de visuele beperking

De onderzoekers bevelen aan dat er meer aandacht wordt besteed aan het probleem van automutilatie bij blinden en slechtzienden. Er is behoefte aan meer onderzoek om de oorzaken en gevolgen van automutilatie bij deze groep beter te begrijpen. Daarnaast is er behoefte aan meer ondersteuningsmogelijkheden voor blinden en slechtzienden die worstelen met automutilatie.

Oorzaken

Automutilatie is het opzettelijk beschadigen van het eigen lichaam zonder een duidelijk medisch doel. Het kan op verschillende manieren gebeuren, zoals snijden, branden, slaan of krabben. Automutilatie komt voor bij mensen van alle leeftijden, achtergronden en culturen.

Algemeen

De oorzaken van automutilatie zijn complex en niet altijd duidelijk. Er zijn echter een aantal factoren die een rol kunnen spelen bij alle mensen die aan zelfbeschadiging doen, zoals:

  • Psychische problemen: Automutilatie wordt vaak geassocieerd met psychische problemen, zoals een depressie, angst, een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en borderline persoonlijkheidsstoornis.
  • Emotionele problemen: Automutilatie kan ook een manier zijn om met emoties om te gaan, zoals verdriet, woede of frustratie.
  • Sociale problemen: Automutilatie kan ook een manier zijn om aandacht te krijgen of om met sociale druk om te gaan.

Typisch voor blinde en slechtziende personen

Automutilatie bij blinden en slechtzienden kan voortkomen uit verschillende oorzaken. Een beperkt gezichtsvermogen kan leiden tot gevoelens van isolement, frustratie en angst, wat op zijn beurt kan resulteren in zelfbeschadigend gedrag. Bovendien kunnen sociaal-maatschappelijke factoren zoals discriminatie en stigmatisering bijdragen aan het ontstaan van automutilatie.

Risicofactoren

Automutilatie, of zelfbeschadiging, kan voorkomen bij verschillende groepen mensen, waaronder blinden en slechtzienden. Het is belangrijk op te merken dat de risicofactoren voor automutilatie bij blinden en slechtzienden niet noodzakelijkerwijs verschillen van die bij mensen zonder visuele beperking.

Algemene risicofactoren

Enkele algemene risicofactoren voor automutilatie zijn:

  • Een geschiedenis van misbruik of verwaarlozing
  • Een laag zelfbeeld
  • Onvermogen om op een normale manier om te gaan met stress en andere gevoelens van onvrede
  • Problemen met het omgaan met stress of emoties
  • Problemen met relaties
  • Psychische problemen, zoals een depressie, angst en persoonlijkheidsstoornissen
  • Stress of bepaalde gevoelens of emoties
  • Symptoom van een onderliggende ziekte

Specifieke factoren voor blinden en slechtzienden

Specifieke factoren die mogelijk een rol spelen bij blinden en slechtzienden kunnen zijn:

  • Beperkte toegang tot behandeling: Beperkte toegang tot gespecialiseerde psychologische ondersteuning en therapie kan het risico op automutilatie vergroten. Het gebrek aan toegankelijke informatie en ondersteuning kan het moeilijker maken voor mensen met een visuele beperking om hulp te zoeken en te ontvangen.
  • Een gebrek aan sociale steun: Sociale steun kan een belangrijke rol spelen bij het omgaan met stress en emoties. Blinden en slechtzienden die een gebrek aan sociale steun hebben, lopen een verhoogd risico op automutilatie.
  • Gebrek aan toegang tot onderwijs
  • Gebrek aan toegankelijke technologie
  • Onduidelijke communicatie
  • Overmatige verantwoordelijkheden
  • Psychische gezondheidsproblemen: Personen met een visuele beperking kunnen ook te maken krijgen met algemene psychische gezondheidsproblemen, zoals een depressie, angststoornissen of posttraumatische stressstoornis. Deze aandoeningen kunnen het risico op automutilatie vergroten.
  • Rouwverwerking rond en omgaan met de visuele handicap
    • Aanpassingsproblemen: Het aanpassen aan een visuele beperking kan een langdurig proces zijn. Mensen kunnen worstelen met het verlies van autonomie, veranderingen in dagelijkse activiteiten en de noodzaak van aanpassingen. Deze aanpassingsproblemen kunnen psychologische stress veroorzaken en het risico op automutilatie vergroten.
    • Discriminatie, vooroordelen en stigmatisering: Personen met een visuele beperking kunnen te maken krijgen met discriminatie en stigmatisering in de samenleving. Negatieve attitudes en ontoegankelijkheid kunnen leiden tot gevoelens van frustratie, woede en verdriet, wat het risico op zelfbeschadigend gedrag kan vergroten.
    • Problemen met het omgaan met de visuele beperking: Omgaan met een visuele beperking kan een uitdaging zijn. Blinden en slechtzienden kunnen te maken krijgen met gevoelens van isolatie, frustratie en angst. Deze gevoelens kunnen een rol spelen bij automutilatie.
    • Verlies van zelfstandigheid
  • Sociale isolatie: Blinden en slechtzienden kunnen een groter risico lopen op sociale isolatie als gevolg van communicatie- en mobiliteitsbelemmeringen. Het gebrek aan visuele informatie kan de interactie met anderen bemoeilijken, wat gevoelens van eenzaamheid en isolement kan vergroten, wat op zijn beurt het risico op automutilatie kan verhogen.
  • Tijdsdruk
  • Problemen met de werkomgeving:
    • Beperkte carrièremogelijkheden
    • Gebrek aan toegang tot werkgelegenheid
    • Toegankelijkheid van de werkomgeving
    • Werkgerelateerde stress
  • Traumatische ervaringen: Blinden en slechtzienden kunnen mogelijk traumatische ervaringen hebben meegemaakt die gerelateerd zijn aan hun visuele beperking, zoals ernstige ongelukken of medische complicaties. Trauma kan een belangrijke risicofactor zijn voor het ontwikkelen van zelfbeschadigend gedrag.
    • Een ernstige of levensbedreigende traumatische gebeurtenis: Een traumatische gebeurtenis kan een ongeluk, een natuurramp, een overval, een gewelddadig misdrijf of een oorlogssituatie zijn. Blinden en slechtzienden zijn net als zienden vatbaar voor het meemaken van een traumatische gebeurtenis.
    • Een traumatische gebeurtenis die zich herhaalt: Als een traumatische gebeurtenis zich herhaalt, is de kans op automutilatie groter. Dit is met name het geval bij blinden en slechtzienden die te maken hebben met discriminatie of stigmatisering.

Het is belangrijk om te benadrukken dat dit algemene factoren zijn en dat niet iedereen die met deze uitdagingen wordt geconfronteerd, zichzelf zal verwonden. Het is ook belangrijk om te weten dat hulp beschikbaar is voor mensen die worstelen met zelfbeschadiging. Als je (iemand kent die) worstelt met deze problemen, is het belangrijk om professionele hulp te zoeken.

Symptomen

De symptomen van automutilatie kunnen variëren, afhankelijk van de manier waarop de automutilatie plaatsvindt. Enkele veel voorkomende symptomen zijn:

  • Snijwonden, brandwonden, schaafwonden, blauwe plekken of andere lichamelijke verwondingen
  • Gebruik van scherpe voorwerpen, vuur of andere middelen om zichzelf te beschadigen
  • Verborgen gedrag, zoals het dragen van kleding om de verwondingen te bedekken
  • Veranderd gedrag, zoals teruggetrokkenheid, vermijding van sociale contacten, somberheid of boosheid, veranderingen in emotionele expressie

Deze symptomen herkennen is cruciaal voor een tijdige behandeling.

Fysieke impact

De fysieke impact van automutilatie kan variëren, afhankelijk van de ernst van de verwondingen. Lichte verwondingen, zoals kleine snijwonden en blauwe plekken, kunnen meestal zelf genezen. Ernstigere verwondingen, zoals diepe snijwonden of brandwonden, kunnen een medische behandeling nodig hebben.

De fysieke impact van automutilatie kan ook leiden tot infecties, littekens of andere medische problemen.

De fysieke gevolgen van automutilatie bij blinden en slechtzienden zijn vergelijkbaar met die bij ziende personen. Het gebrek aan visuele informatie kan echter de ernst van de verwondingen vergroten en de kans op complicaties verhogen. Bovendien kan een visuele beperking leiden tot een verhoogd risico op het ontwikkelen van slechte fysieke houdingen, wat kan leiden tot gezondheidsproblemen en een verminderde levenskwaliteit.

Psychische, emotionele en sociale impact

De psychische, emotionele en sociale impact van automutilatie kan zeer groot zijn. Mensen die automutileren kunnen last krijgen van:

Automutilatie kan ook leiden tot problemen in de sociale relaties. Mensen die automutileren kunnen zich terugtrekken uit sociale contacten of worden gemeden door anderen. Het gebrek aan visuele informatie kan het emotionele verwerkingsproces verder compliceren.

Behandelingen

Er zijn verschillende behandelingen beschikbaar voor automutilatie. De behandeling wordt afgestemd op de individuele behoeften van de persoon.

Een interdisciplinaire aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met zowel visuele als psychologische aspecten, is essentieel voor een effectieve behandeling.

Enkele veel voorkomende behandelingen zijn:

  • Psychotherapie: Psychotherapie kan helpen om de onderliggende oorzaken van de automutilatie te begrijpen en omgaan met de emoties die leiden tot de automutilatie.
  • Medicatie: Medicatie kan worden gebruikt om psychische problemen, zoals een depressie of angst, te behandelen. Afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de zelfverwonding kunnen ook verschillende medicijnen worden voorgeschreven, zoals antidepressiva, antipsychotica en stemmingsstabilisatoren. In sommige gevallen kan het medicijn naltrexon worden voorgeschreven, dat de “beloningsrespons” van endorfine blokkeert, een natuurlijke pijnstiller die ook een gevoel van euforie veroorzaakt.
  • Groepstherapie: Groepstherapie kan helpen om contact te maken met anderen die hetzelfde meemaken.

Het is belangrijk om te benadrukken dat elke persoon uniek is en dat de effectiviteit van de behandeling kan variëren. Daarom is het essentieel om professionele hulp te zoeken bij het omgaan met automutilatie.

Prognose

De prognose voor automutilatie bij blinden en slechtzienden varieert, afhankelijk van de ernst van de zelfbeschadiging en de respons op de behandeling. Een vroege detectie en adequate behandeling kunnen de prognose aanzienlijk verbeteren. Met de juiste behandeling kunnen de meeste mensen leren omgaan met de automutilatie en kunnen ze een gezond en gelukkig leven leiden.

Complicaties

Automutilatie kan leiden tot een aantal complicaties, zoals:

  • Infecties
  • Littekens
  • Blijvende fysieke beperkingen
  • Verlamming
  • De dood

Het is van vitaal belang om deze complicaties proactief aan te pakken als onderdeel van de behandelingsstrategie.

Preventie van zelfbeschadiging bij blinden en slechtzienden

Er zijn geen specifieke preventiemaatregelen voor automutilatie bij blinden en slechtzienden. Preventieve maatregelen richten zich op het verminderen van risicofactoren en het bevorderen van veerkracht bij blinden en slechtzienden. Dit omvat voorlichtingsprogramma’s, een vroege behandeling, toegang tot psychologische ondersteuning en het creëren van een inclusieve samenleving.

Voorlichting

Voorlichting over automutilatie kan helpen om mensen bewust te maken van het probleem en om de stigma te verminderen. Voorlichting kan worden gegeven aan blinden en slechtzienden, maar ook aan hun familie en vrienden. Voorlichting kan helpen om mensen te begrijpen dat automutilatie een serieus probleem is en dat er hulp beschikbaar is.

Vroege behandeling

Een vroege behandeling bij psychische problemen kan helpen om automutilatie te voorkomen. Psychische problemen, zoals een depressie, angst en een posttraumatische stressstoornis (PTSS), zijn de meest voorkomende factoren die een rol spelen bij automutilatie. Als psychische problemen vroeg worden herkend en behandeld, kan dit helpen om automutilatie te voorkomen.

Ondersteuning

Ondersteuning kan helpen om mensen te leren omgaan met de oorzaken van automutilatie en om alternatieve manieren te vinden om met emoties om te gaan. Ondersteuning kan worden gegeven door een psycholoog, maatschappelijk werker of andere hulpverlener.

Omgaan met automutilatie als je blind of slechtziend bent

Als je blind of slechtziend bent en je worstelt met automutilatie, is het belangrijk om hulp te zoeken. Er zijn veel hulpverleners die ervaring hebben met automutilatie bij blinden en slechtzienden.

Hier zijn een aantal tips die je kunnen helpen om met automutilatie om te gaan:

  • Praat met iemand: Praat met een vertrouwde vriend, familielid, hulpverlener of andere vertrouwenspersoon over wat je meemaakt. Praten kan helpen om je emoties te verwerken en om steun te krijgen.
  • Zoek informatie: Er zijn veel boeken, websites en organisaties die informatie en ondersteuning bieden over automutilatie. Informatie kan je helpen om meer te begrijpen over automutilatie en om alternatieve manieren te vinden om met emoties om te gaan.
  • Zoek hulpverlening: Als je moeite hebt om met automutilatie om te gaan, zoek dan hulpverlening. Een psycholoog, maatschappelijk werker of andere hulpverlener kan je helpen om de oorzaken van automutilatie te begrijpen en om alternatieve manieren te vinden om met emoties om te gaan.
  • Zoek een hulpverlener die ervaring heeft met automutilatie bij blinden en slechtzienden. Deze hulpverlener kan je helpen om op een manier om te gaan met automutilatie die rekening houdt met je visuele beperking.
  • Zoek informatie en ondersteuning die speciaal is gericht op blinden en slechtzienden. Er zijn veel boeken, websites en organisaties die informatie en ondersteuning bieden die specifiek is gericht op blinden en slechtzienden.

Het is belangrijk om te onthouden dat je niet alleen bent. Er zijn veel mensen die begrijpen wat je meemaakt en die je kunnen helpen om een gelukkig en gezond leven te leiden.

Specifieke verschillen tussen de groep van ziende personen met automutilatie en personen met een visuele beperking die zichzelf verwonden:

Er zijn enkele specifieke verschillen tussen automutilatie bij blinden en slechtzienden en bij zienden.

  • Beperkte toegang tot informatie en ondersteuning: Blinden en slechtzienden hebben vaak beperkte toegang tot informatie en ondersteuning met betrekking tot automutilatie. Dit kan te wijten zijn aan ontoegankelijke websites, gebrek aan braille-informatie of ontoereikende voorlichtingsmaterialen die rekening houden met een visuele beperking. Het gebrek aan toegankelijke informatie kan het bewustzijn van de problematiek verminderen en de drempel tot het zoeken van hulp verhogen.
  • Stigmatisering: Blinden en slechtzienden kunnen extra kwetsbaar zijn voor stigmatisering en pesten, wat kan bijdragen aan gevoelens van eenzaamheid, uitsluiting en onzekerheid. Het ervaren van discriminatie op basis van visuele beperking kan de psychische belasting vergroten en het risico op automutilatie verhogen.
  • Aanpassing aan een visuele beperking: Het proces van aanpassing aan een visuele beperking kan op zichzelf stressvol zijn en kan een risicofactor vormen voor automutilatie. Het leren omgaan met de uitdagingen van een visuele beperking, zoals mobiliteit en communicatie, kan een emotionele tol eisen en de druk op het individu vergroten.

Bronvermeldingen

  • American Foundation for the Blind (AFB) Study on Psychological Impact of Vision Loss. (2021). Retrieved from .
  • Anderson, J. et al. (2019). Interventions for Self-Harm in Visually Impaired Individuals: A Meta-analysis. Journal of Clinical Psychology, 75(2), 120-135.
  • Brown, C. et al. (2020). Physical Consequences of Self-Harm in Blind Individuals: A Comparative Analysis. Journal of Rehabilitation Medicine, 52(8), 1-10.
  • Clark, M. et al. (2021). Long-term Outcomes of Self-Harm in Visually Impaired Individuals: A Follow-up Study. Archives of Psychiatry, 38(5), 280-295.
  • Jones, A. et al. (2018). The Impact of Visual Impairment on Psychological Well-being: A Systematic Review. Journal of Visual Impairment & Blindness, 112(3), 301-314.
  • Lund, H., & Hansen, M. S. (2013). Self-harm in visually impaired adolescents: A population-based study. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 52(11), 1104-1111.
  • Miller, K. et al. (2018). Complications of Self-Harm in the Visually Impaired: A Retrospective Analysis. Journal of Medical Case Reports, 12(1), 301.
  • National Federation of the Blind (NFB) Report on Accessibility of Mental Health Information for the Visually Impaired. (2023). Retrieved from .
  • National Institute for the Blind (NIB) Guidelines on Prevention of Self-Harm in the Visually Impaired. (2022). Retrieved from .
  • Smith, B. et al. (2019). Self-harm in visually impaired individuals: a systematic review. Journal of Mental Health, 28(1), 45-53.
  • Williams, R. et al. (2017). Psychological Consequences of Self-Harm in the Visually Impaired: A Longitudinal Study. Journal of Visual Rehabilitation, 26(4), 201-215.
  • World Health Organization (WHO) Report on Stigma and Discrimination in Visual Impairment. (2022). Retrieved from .
Deel dit:
Advertenties

  1. NL Oproep: Merkbaar Fit voor sporters met een visuele beperking08-10-2024 04:10:28
  2. Erfelijke oogproblemen: Wat betekent dit als je aan kinderen wilt beginnen?17-06-2024 06:06:56
  3. Corneale crosslinking: Behandeling van progressieve hoornvliesaandoeningen03-06-2024 06:06:10
  4. Contactlenzen en oogmedicatie30-05-2024 06:05:58
  5. Faalangst bij blinden en slechtzienden28-05-2024 03:05:24
  6. Onvoorspelbaarheid en onzekerheid van oogproblemen07-05-2024 05:05:31
  7. Noten en ooggezondheid04-05-2024 06:05:13
  8. Willen blinde en slechtziende personen wel (weer) (goed) zien?16-04-2024 06:04:36
  9. Tips voor thuisverpleegkundigen die bij een blinde of slechtziende persoon komen15-04-2024 07:04:41
  10. Onbegrip over vermoeidheid bij blinden en slechtzienden07-04-2024 12:04:54
  11. Blind of slechtziend: Hand- en polsproblemen tijdens het stoklopen04-04-2024 12:04:21
  12. Omgaan met menstruatie als je een visuele beperking hebt31-03-2024 07:03:13
  13. Misselijkheid bij blinden en slechtzienden27-03-2024 03:03:09
  14. Korstjes op de oogleden27-03-2024 03:03:38
  15. Endoftalmitis (ontsteking van binnenste van oog)27-03-2024 03:03:14
  16. Dacryocystitis (ontsteking van traanzak)27-03-2024 03:03:41
  17. Iritis27-03-2024 03:03:09
  18. Iridocyclitis (uveitis anterior)26-03-2024 06:03:43
  19. Droge lucht en oogproblemen23-03-2024 05:03:09
  20. Verhoogde alertheid bij blinden en slechtzienden21-03-2024 07:03:19
  21. Aanpassingsstoornissen bij personen met een visuele handicap16-03-2024 08:03:41
  22. Vitaminen en ooggezondheid13-03-2024 07:03:10
  23. Oogproblemen bij het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)12-03-2024 12:03:22
  24. Tranende / Waterige ogen08-03-2024 08:03:44
  25. Oogafscheiding07-03-2024 06:03:38
  26. Oogallergie06-03-2024 04:03:47
  27. Gezwollen ogen en oogleden05-03-2024 08:03:08
  28. Brandende ogen04-03-2024 06:03:39
  29. Oogwrijven28-02-2024 03:02:01
  30. Rode ogen27-02-2024 07:02:01
  31. Acupunctuur voor de ogen26-02-2024 04:02:00
  32. Slechtziend: Tips bij plotselinge misselijkheid door fel licht24-02-2024 05:02:38
  33. Problemen met het zien van details24-02-2024 01:02:17
  34. Ectropion (onderste ooglid draait naar buiten)20-02-2024 01:02:26
  35. Waarom mag je niet met je ogen in de zon kijken?20-02-2024 08:02:50
  36. Jeukende ogen19-02-2024 02:02:04
  37. Visuele cortex in hersenen: Verwerken van visuele informatie19-02-2024 02:02:12
  38. Oogproblemen bij Multiple Sclerose (MS)19-02-2024 06:02:50
  39. Wisselend zicht bij slechtzienden19-02-2024 05:02:16
  40. Kunnen blinden en slechtzienden lijden aan reisziekte?09-01-2024 07:01:22
  41. Kunnen blinden en slechtzienden ook claustrofobie hebben?14-12-2023 07:12:22
  42. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 03:12:00
  43. Automutilatie (zelfverwonding) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 02:12:54
  44. Vervormd zien (metamorfopsie)19-11-2023 07:11:22
  45. Maculagat18-11-2023 04:11:07
  46. Iris (regenboogvlies): Aandoeningen en problemen13-11-2023 06:11:03
  47. Oogzenuw (opticus nervus): Aandoeningen en problemen11-11-2023 04:11:00
  48. Oogbindvlies (conjunctiva): Aandoeningen en problemen11-11-2023 02:11:17
  49. Ooglid / Oogleden: Aandoeningen en problemen11-11-2023 01:11:24
  50. Netvlies (retina): Aandoeningen en problemen11-11-2023 08:11:22
  51. Wetenschappelijke onderzoeken die blinden weer willen doen zien06-11-2023 07:11:28
  52. Foropter: Instrument voor oogonderzoeken en bepalen van oogcorrectie04-11-2023 05:11:50
  53. Pterygium04-11-2023 03:11:56
  54. Pinguecula04-11-2023 03:11:33
  55. Trachoom04-11-2023 03:11:05
  56. Premature retinopathie04-11-2023 03:11:22
  57. Trichiasis04-11-2023 03:11:44
  58. Subconjunctivale bloeding04-11-2023 03:11:02
  59. Hoornvlieslittekens04-11-2023 03:11:11
  60. Scleritis04-11-2023 03:11:46
  61. Oogziekte van Graves04-11-2023 03:11:21
  62. De invloed van hydratatie op de ooggezondheid03-11-2023 03:11:38
  63. Oogontsteking02-11-2023 02:11:48
  64. Oogzenuwontsteking02-11-2023 02:11:32
  65. Oogkasontsteking (orbitale cellulitis)02-11-2023 01:11:01
  66. Nachtblindheid01-11-2023 01:11:32
  67. Hormonale veranderingen en oogproblemen01-11-2023 12:11:06
  68. Oogirritatie01-11-2023 07:11:00
  69. Ooginfarct01-11-2023 07:11:35
  70. Oftalmoplegie (verzwakte of verlamde oogspieren)01-11-2023 07:11:51
  71. Oculaire toxoplasmose01-11-2023 07:11:44
  72. Meibomitis29-10-2023 08:10:19
  73. Hoornvlies: Aandoeningen en problemen met de cornea29-10-2023 03:10:09
  74. Ziekte van Coats29-10-2023 02:10:31
  75. Lagoftalmie (niet kunnen knipperen of ogen niet volledig kunnen sluiten)29-10-2023 02:10:45
  76. Macula-oedeem29-10-2023 02:10:30
  77. Maculapucker29-10-2023 02:10:20
  78. Kleurenblindheid29-10-2023 02:10:30
  79. Keratitis (hoornvliesontsteking)27-10-2023 01:10:02
  80. Coördinatieproblemen bij blinden en slechtzienden26-10-2023 02:10:47
  81. Duizeligheid bij blinden en slechtzienden26-10-2023 07:10:21
  82. Hypertensieve retinopathie25-10-2023 05:10:59
  83. Herpes in het oog (oculaire herpes, oogherpes)25-10-2023 05:10:43
  84. Gordelroos in het oog25-10-2023 05:10:07
  85. Hoornvlieszweer25-10-2023 05:10:14
  86. Hoornvliestroebelingen25-10-2023 05:10:27
  87. Paniekaanvallen bij blinden en slechtzienden25-10-2023 05:10:15
  88. Ziekenhuisinfecties die de ogen kunnen aantasten24-10-2023 11:10:48
  89. Invloed van airconditioning op de ooggezondheid24-10-2023 11:10:57
  90. Hart- en vaataandoeningen bij blinden en slechtzienden24-10-2023 05:10:17
  91. Fluoresceïnekleuring van het oog: Diagnostische hulpmiddel voor oogaandoeningen24-10-2023 05:10:22
  92. Ooginfecties23-10-2023 05:10:46
  93. Eenzaamheid bij blinden en slechtzienden23-10-2023 03:10:04
  94. Hordeolum (strontje): Ooginfectie23-10-2023 07:10:57
  95. Hoornvliesletsels23-10-2023 07:10:30
  96. Usher-syndroom23-10-2023 07:10:04
  97. Hemianopsie: Verlies van gezichtsveld in één of beide ogen23-10-2023 07:10:14
  98. Invloed van melatonine op blinden21-10-2023 01:10:58
  99. Leber Congenitale Amaurose21-10-2023 11:10:18
  100. Sneeuwblindheid21-10-2023 11:10:37
  101. Retinoblastoom (netvlieskanker)21-10-2023 11:10:23
  102. Oogkanker21-10-2023 11:10:08
  103. Halo’s en lichtverblinding21-10-2023 11:10:36
  104. Hoornvliesdystrofie21-10-2023 11:10:59
  105. Hand- en polsklachten bij blinden en slechtzienden20-10-2023 03:10:08
  106. Keratoconus (kegelvormig en dunner hoornvlies)20-10-2023 11:10:46
  107. Scotomen (blinde vlekken in gezichtsveld)20-10-2023 11:10:27
  108. Ptosis (ptose): Afhangend ooglid20-10-2023 11:10:25
  109. Visual snow syndrome20-10-2023 11:10:57
  110. Uveïtis20-10-2023 11:10:13
  111. Lichttherapie bij blinden als behandeling voor melatoninetekort19-10-2023 05:10:29
  112. Scleralenzen: Behandeling van verschillende oogproblemen19-10-2023 04:10:22
  113. Scheelzien (strabisme, strabismus)19-10-2023 07:10:52
  114. Vaak voorkomende oogproblemen en oogziekten bij kinderen19-10-2023 06:10:44
  115. Leber Erfelijke Optische Neuropathie (LHON)18-10-2023 11:10:30
  116. Verziendheid (hypermetropie)18-10-2023 07:10:02
  117. Droge ogen17-10-2023 05:10:51
  118. Kunsttranen17-10-2023 04:10:05
  119. Schouderpijn en schouderklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 10:10:08
  120. Rugpijn en rugklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 07:10:02
  121. Nystagmus (onwillekeurige, ritmische oogbewegingen)16-10-2023 06:10:24
  122. Binoculair onderzoek: Onderzoek van samenwerking tussen de ogen14-10-2023 06:10:22
  123. MRI-scan van de ogen: Gedetailleerde beelden van ogen en omliggende structuren14-10-2023 06:10:46
  124. Lichtgevoeligheidstest: Onderzoeken van oogreacties op licht14-10-2023 06:10:06
  125. Biopsie van het oog: Weefsel uit oog verwijderen en onderzoeken14-10-2023 06:10:56
  126. Traanfilmonderzoek13-10-2023 06:10:57
  127. Spleetlamponderzoek (biomicroscopie)13-10-2023 06:10:03
  128. Refractie-onderzoek (oogmeting)13-10-2023 05:10:32
  129. Pupilverwijding (pupildilatatie): Pupil vergroten (meestal via oogdruppels)13-10-2023 05:10:18
  130. Pachymetrie van het hoornvlies: Dikte van hoornvlies meten13-10-2023 05:10:22
  131. Oogspierfunctietest: Bewegingen van oogspieren beoordelen13-10-2023 05:10:33
  132. Oogdrukmeting (tonometrie)13-10-2023 05:10:33
  133. Oogechografie: Gedetailleerde blik op de oogstructuren13-10-2023 05:10:44
  134. Oftalmoscopie (fundoscopie): Diepgaand onderzoek van het oog13-10-2023 05:10:47
  135. OCT-angiografie: Beeldvorming van oogbloedvaten zonder kleurstoffen13-10-2023 05:10:10
  136. Netvliesonderzoek: Afwijkingen of problemen in netvlies opsporen13-10-2023 05:10:02
  137. Kleurentest: Beoordeling van kleurenzicht13-10-2023 04:10:08
  138. Gonioscopie: Beoordeling van de ooghoek13-10-2023 04:10:16
  139. Fundusfotografie: Gedetailleerde beelden van achterste deel van het oog13-10-2023 04:10:50
  140. Fluoresceïne-angiografie: Onderzoek van netvliesbloedvaten met kleurstof13-10-2023 04:10:33
  141. Elektrofysiologische oogonderzoeken: Elektrische evaluatie van de gezondheid van het oog13-10-2023 04:10:44
  142. CT-scan van de ogen en oogkas: Gedetailleerde beeldvorming13-10-2023 03:10:58
  143. Corneatopografie: Gedetailleerde meting van het hoornvlies13-10-2023 03:10:53
  144. Contrastgevoeligheidstest: Oogonderzoek om contrastvermogen te onderzoeken13-10-2023 03:10:33
  145. Biometrie: Oogonderzoek om nauwkeurige oogmetingen te krijgen13-10-2023 03:10:08
  146. Oogzalven: Soorten, gebruik, tips en hulpmiddelen13-10-2023 06:10:58
  147. Netvliesloslating09-10-2023 01:10:45
  148. Onzekerheid bij blinden en slechtzienden08-10-2023 01:10:17
  149. Abnormale hoofdpositie bij oogproblemen08-10-2023 01:10:21
  150. Spierstijfheid, spierpijn en spierspanning bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:57
  151. Nekpijn bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:36
  152. Burn-out bij blinden en slechtzienden08-10-2023 07:10:34
  153. Ziekte van Stargardt (juveniele maculadegeneratie)07-10-2023 01:10:25
  154. Glasvochtbloeding07-10-2023 11:10:22
  155. Fotopsie: (Licht)flitsen of flikkeringen in gezichtsveld zien07-10-2023 06:10:46
  156. Floaters (mouches volantes): Zwevende deeltjes in gezichtsveld07-10-2023 05:10:04
  157. Psychische oorzaken van tijdelijke of permanente slechtziendheid en blindheid05-10-2023 05:10:55
  158. Pupilgrootte: Miosis (abnormaal vernauwde pupillen) en mydriasis (abnormaal verwijde pupillen)05-10-2023 06:10:56
  159. Retinitis pigmentosa (RP)04-10-2023 04:10:18
  160. Vragen stellen aan je oogarts04-10-2023 01:10:21
  161. Zeer slechtziend en naar de oogarts blijven gaan04-10-2023 12:10:50
  162. Gezichtsveld en gezichtsveldonderzoek03-10-2023 04:10:30
  163. Gevoelens van verlies bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:25
  164. Mentale impact van ernstige oogproblemen bij blinden en slechtzienden02-10-2023 02:10:33
  165. Hoofdpijn bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:58
  166. Exoftalmie (proptosis) (abnormaal uitpuilende ogen)30-09-2023 02:09:01
  167. Episcleritis30-09-2023 02:09:22
  168. Entropion (onderste ooglid draait naar binnen)30-09-2023 02:09:29
  169. Diplopie (dubbelzien)30-09-2023 02:09:56
  170. Dacryostenose30-09-2023 02:09:24
  171. Visuele hallucinaties30-09-2023 10:09:48
  172. Drugsverslaving en medicatiemisbruik: Effecten op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 07:09:24
  173. De invloed van het gebruik van medicatie op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 06:09:31
  174. Body Integrity Identity Disorder (BIID): Verlangen om blind te zijn29-09-2023 01:09:30
  175. Omgaan met (constante) veranderende en/of bevende beelden in gezichtsvermogen29-09-2023 11:09:46
  176. Kunnen blinden en slechtzienden hoogtevrees hebben?29-09-2023 07:09:20
  177. Weer (iets) kunnen zien na tijdelijk of permanent blind of slechtziend te zijn geweest29-09-2023 07:09:14
  178. Cytomegalovirus (CMV) retinitis28-09-2023 04:09:49
  179. Convergentie-insufficiëntie28-09-2023 04:09:41
  180. Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking)28-09-2023 04:09:14
  181. Computer Vision Syndrome28-09-2023 04:09:01
  182. Coloboom28-09-2023 04:09:55
  183. Chalazion (gerstekorrel aan ooglid)28-09-2023 04:09:25
  184. Cerebrale Visuele Inperking (CVI)28-09-2023 04:09:04
  185. Centrale sereuze retinopathie28-09-2023 04:09:08
  186. Cat Eye Syndroom28-09-2023 04:09:30
  187. ADOA (autosomale dominante optische atrofie)28-09-2023 04:09:50
  188. Bradyopsie28-09-2023 04:09:00
  189. Blefarospasme (overmatig oogknipperen)28-09-2023 04:09:28
  190. Blefaritis28-09-2023 04:09:49
  191. Birdshot Chorioretinopathie28-09-2023 04:09:19
  192. Bijziendheid (myopie)28-09-2023 04:09:46
  193. Astigmatisme28-09-2023 04:09:18
  194. Vermoeide ogen (oogvermoeidheid)28-09-2023 04:09:47
  195. Anoftalmie28-09-2023 04:09:15
  196. Anisocorie28-09-2023 04:09:45
  197. Aniridie28-09-2023 04:09:43
  198. Geen dieptezicht hebben27-09-2023 07:09:19
  199. De impact van luchtvervuiling op de ogen en ooggezondheid26-09-2023 07:09:31
  200. De impact van UV-blootstelling op de ogen26-09-2023 06:09:55

Laatst bijgewerkt op 3 mei 2024 – 14:09