Dacryostenose

Prevalentie van dacryostenose

Dacryostenose is een aandoening die de traanafvoer aantast en kan resulteren in symptomen zoals tranende ogen, infecties en ongemak. Het begrijpen van de prevalentie van dacryostenose in België en Nederland is van cruciaal belang voor gezondheidszorginstanties en professionals om de nodige middelen en zorg te plannen en te bieden aan personen met deze aandoening. In deze tekst onderzoeken we de recente gegevens en epidemiologische bevindingen met betrekking tot de prevalentie van dacryostenose in België en Nederland.

België

In België zijn er geen specifieke nationale epidemiologische gegevens beschikbaar met betrekking tot de prevalentie van dacryostenose. Prevalentiegegevens kunnen variëren afhankelijk van de specifieke regio’s en bevolkingsgroepen binnen het land. Regionale gezondheidsautoriteiten en ziekenhuizen kunnen mogelijk regionale gegevens bijhouden met betrekking tot de diagnose en behandeling van dacryostenose, maar er is geen landelijke database beschikbaar.

Het ontbreken van nationale prevalentiecijfers benadrukt het belang van verder onderzoek en gegevensverzameling om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de omvang van dacryostenose in België. Een bredere epidemiologische studie zou nodig zijn om meer inzicht te krijgen in welke bevolkingsgroepen het meest getroffen worden en om passende preventie- en behandelingstips te ontwikkelen.

Nederland

In Nederland zijn er ook beperkte nationale prevalentiegegevens beschikbaar met betrekking tot dacryostenose. In dit geval hebben onderzoekers op basis van beschikbare gegevens geprobeerd een schatting te maken van de prevalentie van dacryostenose bij kinderen, aangezien dit een specifieke bevolkingsgroep is die vaak wordt getroffen.

Volgens een studie gepubliceerd in het “Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde” in 2009, wordt dacryostenose bij ongeveer 6,4% van de pasgeborenen in Nederland vastgesteld tijdens de eerste levensmaanden. Deze studie was gebaseerd op de evaluatie van 6.732 pasgeborenen. Hoewel dit specifiek gericht was op zuigelingen, biedt het enige inzicht in de prevalentie van dacryostenose in Nederland.

De prevalentie van dacryostenose in de volwassen bevolking kan anders zijn. Er zijn verdere studies nodig om dit aspect van de aandoening te begrijpen.

Conclusie

Dacryostenose is een aandoening die de traanafvoer belemmert en verschillende symptomen kan veroorzaken. In België en Nederland ontbreekt het aan uitgebreide nationale prevalentiegegevens met betrekking tot dacryostenose, hoewel er schattingen beschikbaar zijn voor specifieke bevolkingsgroepen. Dit benadrukt de noodzaak van meer epidemiologisch onderzoek om een gedetailleerder beeld te krijgen van de omvang van dacryostenose in deze landen, wat kan leiden tot betere preventie- en behandelingstips voor personen met deze aandoening.

Oorzaken en risicofactoren van dacryostenose

Dacryostenose is een aandoening waarbij de traanafvoer belemmerd is, wat kan leiden tot symptomen zoals tranende ogen, irritatie en soms zelfs infecties. Het begrijpen van de oorzaken en risicofactoren die verband houden met dacryostenose is van cruciaal belang om de preventie, diagnose en behandeling van deze aandoening te verbeteren.

Oorzaken van dacryostenose

Dacryostenose kan verschillende oorzaken hebben, en deze kunnen variëren afhankelijk van de leeftijdsgroep en de specifieke vorm van dacryostenose. Hier zijn enkele van de belangrijkste oorzaken:

  1. Congenitale dacryostenose: Bij pasgeborenen is congenitale dacryostenose een veelvoorkomende oorzaak. Het ontstaat wanneer de traanbuis, die normaal gesproken de tranen afvoert van het oog naar de neusholte, niet volledig ontwikkeld is bij de geboorte. Dit resulteert in een vernauwing of obstructie van de traanbuis.
  2. Verworven dacryostenose: Verworven dacryostenose treedt meestal op bij volwassenen als gevolg van veroudering, letsel, ontstekingen of tumoren die de traanwegen aantasten. Verworven dacryostenose kan ook het gevolg zijn van littekenvorming na oogchirurgie.
  3. Infectie en ontsteking: Traanbuisinfecties en ontstekingen, zoals chronische conjunctivitis, kunnen leiden tot vernauwing of obstructie van de traanwegen. Deze aandoeningen kunnen de normale werking van de traanbuis verstoren en dacryostenose veroorzaken.
  4. Tumoren: Tumoren in de traanbuis of nabijgelegen structuren kunnen de traanafvoer belemmeren en dacryostenose veroorzaken. Deze tumoren kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn.

Risicofactoren voor dacryostenose

Verschillende risicofactoren kunnen het risico op het ontwikkelen van dacryostenose verhogen. Deze risicofactoren zijn belangrijk om te overwegen bij het beoordelen van het individuele risico en het identificeren van personen die mogelijk een verhoogde kans hebben op dacryostenose. Enkele van de belangrijkste risicofactoren zijn:

  1. Leeftijd: Congenitale dacryostenose treft voornamelijk pasgeborenen, terwijl verworven dacryostenose vaker voorkomt bij volwassenen, vooral ouderen. Veroudering kan leiden tot veranderingen in de traanwegen die de kans op dacryostenose vergroten.
  2. Eerdere oogproblemen: Personen met een voorgeschiedenis van ooginfecties, ontstekingen of oogchirurgie lopen mogelijk een groter risico op het ontwikkelen van dacryostenose.
  3. Anatomische afwijkingen: Aangeboren anatomische afwijkingen van de traanwegen, zelfs als ze niet meteen problemen veroorzaken, kunnen later in het leven leiden tot dacryostenose.
  4. Tumoren en tumorbehandeling: Personen met tumoren in de oogregio of die behandelingen hebben ondergaan voor oogtumoren, zoals bestraling, lopen mogelijk een verhoogd risico op dacryostenose.
  5. Chronische ontstekingsaandoeningen: Personen met chronische ontstekingsaandoeningen van het oog, zoals chronische conjunctivitis, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van dacryostenose.
  6. Erfelijkheid: In sommige gevallen kan dacryostenose een genetische component hebben, wat betekent dat het vaker voorkomt bij personen met een familiegeschiedenis van de aandoening.

De aanwezigheid van deze risicofactoren leidt niet noodzakelijkerwijs tot dacryostenose, maar eerder het potentiële risico op de aandoening vergroot. Preventieve maatregelen en een vroege behandeling kunnen in sommige gevallen helpen om de ontwikkeling of progressie van dacryostenose te voorkomen of te vertragen.

Het begrijpen van de oorzaken en risicofactoren van dacryostenose is essentieel voor zowel de medische gemeenschap als personen met een verhoogd risico, omdat het kan bijdragen aan vroegtijdige opsporing, behandeling en het minimaliseren van de impact van deze aandoening op de ooggezondheid en de kwaliteit van leven.

Erfelijkheid

Een aspect van dacryostenose dat intrigerend is voor zowel onderzoekers als medische professionals, is de mogelijke rol van erfelijkheid bij het ontstaan van deze aandoening.

Genetische component

  1. Familiegeschiedenis: Een van de eerste aanwijzingen voor de mogelijke genetische component van dacryostenose is de waarneming dat deze aandoening soms voorkomt bij meerdere familieleden. Personen met een directe familiegeschiedenis van dacryostenose hebben mogelijk een verhoogd risico om de aandoening te ontwikkelen.
  2. Tweelingstudies: Onderzoek bij eeneiige en twee-eiige tweelingen heeft aangetoond dat er een genetische factor kan zijn die bijdraagt aan de ontwikkeling van dacryostenose. Als een eeneiige tweeling een van de tweelingen heeft met dacryostenose, is de kans groter dat de andere tweeling dit ook heeft in vergelijking met twee-eiige tweelingen.

Genetische variaties en mutaties

Om de genetische component van dacryostenose beter te begrijpen, is het essentieel om te kijken naar specifieke genetische variaties en mutaties die verband kunnen houden met de aandoening.

  1. FOXC1 Gen: Een van de genen die in verband is gebracht met congenitale dacryostenose is het FOXC1-gen. Mutaties in dit gen kunnen leiden tot oogafwijkingen, waaronder de vernauwing of obstructie van de traanbuis. Onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde FOXC1-genmutaties kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van dacryostenose.
  2. PITX2 Gen: Naast FOXC1 is het PITX2-gen ook geïdentificeerd als een mogelijke genetische factor bij dacryostenose. Mutaties in het PITX2-gen zijn gekoppeld aan aandoeningen van oogontwikkeling, waaronder dacryostenose.
  3. Polygenetische Ervaring: Terwijl specifieke genen zoals FOXC1 en pITX2 belangrijk zijn, wordt dacryostenose waarschijnlijk beïnvloed door meerdere genetische factoren. Dit wordt polygenetische overerving genoemd, waarbij verschillende genen samenwerken om het risico op de aandoening te vergroten.

Omgevingsinvloeden en genetica

Genetica is niet de enige factor die bijdraagt aan dacryostenose. Omgevingsinvloeden spelen ook een rol. Factoren zoals prenatale omgeving en blootstelling aan bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling van de traanwegen en bijdragen aan het risico op dacryostenose.

Soorten

Dacryostenose, een aandoening die de traanafvoer aantast, kent verschillende varianten en subtypen. Deze diversiteit maakt het begrijpen en diagnosticeren van dacryostenose complexer dan het op het eerste gezicht lijkt. In deze uitgebreide verkenning zullen we de belangrijkste soorten dacryostenose bespreken en hun kenmerken in detail onderzoeken.

Congenitale dacryostenose

Congenitale dacryostenose is een vorm van traanafvoerobstructie die vanaf de geboorte aanwezig is. Het wordt vaak veroorzaakt door een onderontwikkelde of vernauwde traanbuis. Enkele kenmerken van congenitale dacryostenose zijn:

  • Excessieve tranenvloed bij zuigelingen: Een opvallend symptoom van congenitale dacryostenose is een constant traanvocht bij zuigelingen, wat kan leiden tot natte wangen en huidirritatie.
  • Oogafscheiding: Zuigelingen met congenitale dacryostenose kunnen oogafscheiding ervaren, wat vaak wordt waargenomen als een geelachtige of groenachtige afscheiding.
  • Pijnloosheid: Congenitale dacryostenose veroorzaakt meestal geen pijnlijke symptomen bij zuigelingen.

Verworven dacryostenose

Verworven dacryostenose treedt op nadat de traanwegen zich normaal hebben ontwikkeld en wordt vaak veroorzaakt door externe factoren. Enkele kenmerken van verworven dacryostenose zijn:

Canaliculaire dacryostenose

Canaliculaire dacryostenose is een subtype waarbij de obstructie zich specifiek in het canaliculaire systeem van de traanwegen bevindt. Enkele kenmerken zijn:

  • Oogirritatie: Canaliculaire dacryostenose kan leiden tot symptomen zoals oogirritatie, roodheid en afscheiding.
  • Soms pijnlijk: In sommige gevallen kan canaliculaire dacryostenose gepaard gaan met pijnlijke symptomen.

Nasolacrimale Duct (NLD) Obstructie

Dit subtype van dacryostenose houdt verband met een verstopping in het nasolacrimale kanaal, dat tranen afvoert van het oog naar de neus. Kenmerken zijn onder andere:

  • Traanvloed: NLD-obstructie resulteert vaak in overtollige tranen die uit het oog stromen.
  • Infecties: Herhaalde NLD-obstructies kunnen leiden tot ooginfecties en ontstekingen.
  • Cosmetische problemen: Het constante tranen kan cosmetische problemen veroorzaken, zoals huidirritatie.

Combinaties en zeldzame soorten

Naast de genoemde hoofdtypen zijn er ook zeldzamere en complexe vormen van dacryostenose, waaronder combinaties van verschillende traanwegenobstructies en aandoeningen die andere delen van het oog aantasten.

Het identificeren van het specifieke subtype van dacryostenose is cruciaal voor een effectieve diagnose en behandeling. Een grondige evaluatie door een oogarts of oogheelkundig specialist is essentieel om de juiste benadering te bepalen voor het behandelen van deze aandoening bij personen met een visuele beperking.

Symptomen van dacryostenose

Dacryostenose kan variëren in ernst en symptomen, afhankelijk van het type dacryostenose en de individuele kenmerken van de persoon. Hieronder volgt een diepgaande verkenning van de symptomen die gepaard gaan met dacryostenose:

Overmatige tranenvloed (epiphora)

Een van de meest voorkomende en opvallende symptomen van dacryostenose is overmatige tranenvloed, ook wel epiphora genoemd. Deze overvloedige tranenvloed kan optreden vanwege het onvermogen van de traanwegen om tranen effectief af te voeren naar de neus. Symptomen van overmatige tranenvloed omvatten:

  • Constant natte ogen: Personen met dacryostenose ervaren vaak voortdurend natte ogen als gevolg van overmatige tranenvloed. Dit kan leiden tot huidirritatie rond de ogen.
  • Beperkt zicht: Overmatige tranenvloed kan het zicht belemmeren, waardoor het moeilijk wordt om duidelijk te zien.

Oogafscheiding

Dacryostenose kan ook leiden tot oogafscheiding, die vaak wordt waargenomen als een geelachtige of groenachtige afscheiding uit de ogen. Deze afscheiding kan de volgende symptomen veroorzaken:

  • Korstvorming: De oogafscheiding kan opdrogen en korsten rond de ogen vormen, wat ongemak veroorzaakt.
  • Oogirritatie: De aanwezigheid van oogafscheiding kan leiden tot oogirritatie, roodheid en jeuk.

Cosmetische problemen

Dacryostenose kan ook cosmetische problemen veroorzaken vanwege de constante aanwezigheid van tranen en oogafscheiding. Deze cosmetische problemen omvatten:

  • Roodheid en zwelling: Het gebied rond de ogen kan rood en gezwollen zijn als gevolg van de aanhoudende irritatie.
  • Huidirritatie: De huid rond de ogen kan geïrriteerd raken door de voortdurende blootstelling aan vocht, wat kan leiden tot huiduitslag en ongemak.

Ooginfecties en ontstekingen

Herhaalde episodes van overmatige tranenvloed en oogafscheiding kunnen de kans op ooginfecties en ontstekingen vergroten. Symptomen van ooginfecties en ontstekingen zijn onder andere:

  • Pijn en roodheid: De ogen kunnen pijnlijk aanvoelen en rood worden als gevolg van een infectie of ontsteking.
  • Veranderingen in gezichtsvermogen: Ernstige infecties of ontstekingen kunnen het gezichtsvermogen aantasten, wat dringende medische aandacht vereist.

De ernst van deze symptomen kan variëren van persoon tot persoon en is afhankelijk van de specifieke vorm van dacryostenose. Personen met een visuele beperking die symptomen van dacryostenose ervaren, moeten dringend medisch advies inwinnen om de juiste diagnose en behandeling te verkrijgen en mogelijke complicaties te voorkomen.

Lichamelijke gevolgen

Dacryostenose kan ook leiden tot verschillende lichamelijke gevolgen die variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening en de duur van de onbehandelde symptomen. Hieronder volgt een diepgaande verkenning van de lichamelijke gevolgen van dacryostenose:

Huidproblemen

Door de aanhoudende overmatige tranenvloed en oogafscheiding kunnen huidproblemen rond de ogen ontstaan. Deze omvatten:

  • Huidirritatie: Het gebied rond de ogen kan geïrriteerd raken en rood worden als gevolg van de constante blootstelling aan vocht en oogafscheiding.
  • Huiduitslag: Herhaalde blootstelling aan vocht en irritatie kan leiden tot de ontwikkeling van huiduitslag, wat ongemak en jeuk veroorzaakt.
  • Bacteriële huidinfecties: De vochtige omgeving rond de ogen kan de groei van bacteriën bevorderen, waardoor de kans op bacteriële huidinfecties toeneemt.

Oogcomplicaties

Onbehandelde dacryostenose kan leiden tot ernstigere oogcomplicaties, waaronder:

  • Conjunctivitis: De aanhoudende oogafscheiding kan leiden tot conjunctivitis (bindvliesontsteking), wat pijn, roodheid en een branderig gevoel in de ogen veroorzaakt.
  • Hoornvliesinfecties: Ernstige dacryostenose kan het hoornvlies aantasten, wat leidt tot hoornvliesinfecties die het gezichtsvermogen kunnen bedreigen.
  • Hoornvlieslittekens: Herhaalde ontstekingen en infecties kunnen littekens op het hoornvlies veroorzaken, wat permanente schade aan het gezichtsvermogen kan veroorzaken.

Psychosociale impact

Naast de fysieke gevolgen kan dacryostenose ook psychosociale gevolgen hebben voor personen met een visuele beperking, waaronder:

  • Negatieve zelfperceptie: Personen met dacryostenose kunnen negatieve gevoelens hebben over hun uiterlijk vanwege de zichtbare symptomen en de behoefte aan herhaalde medische behandelingen.
  • Sociale isolatie: Het ervaren van symptomen zoals overmatige tranenvloed en oogafscheiding kan sociale isolatie veroorzaken, omdat personen zich mogelijk beschaamd of ongemakkelijk voelen in sociale situaties.
  • Psychische stress: De chronische aard van dacryostenose en de bijbehorende symptomen kunnen leiden tot psychische stress, angst en een depressie bij personen met deze aandoening.

Functionele beperkingen

Dacryostenose kan ook functionele beperkingen met zich meebrengen, met name in verband met het gezichtsvermogen. Deze beperkingen omvatten:

  • Verminderd gezichtsvermogen: Als gevolg van oogcomplicaties kan het gezichtsvermogen verminderd zijn, wat dagelijkse activiteiten zoals lezen, autorijden en werken bemoeilijkt.
  • Pijn en ongemak: De symptomen van dacryostenose, zoals oogirritatie en pijn, kunnen het dagelijks functioneren aantasten.
  • Afwezigheid van behandelingsopties: In sommige gevallen kan dacryostenose onbehandelbaar zijn, wat leidt tot langdurige functionele beperkingen.

Het begrijpen van deze lichamelijke gevolgen is van cruciaal belang voor de diagnose, behandeling en ondersteuning van personen met dacryostenose. Een tijdige medische behandeling kan helpen om de lichamelijke en psychosociale gevolgen te minimaliseren en de kwaliteit van leven te verbeteren voor personen met deze aandoening.

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Psychische gevolgen

Dacryostenose, hoewel primair een fysieke aandoening van de traanwegen, kan aanzienlijke psychische gevolgen hebben voor personen met deze aandoening. De psychische gevolgen zijn vaak het resultaat van langdurige symptomen, de impact op het dagelijks leven en het effect op de emotionele toestand van de getroffen personen. Hieronder verkennen we uitgebreid de psychische gevolgen van dacryostenose:

Emotionele stress en angst

Personen met dacryostenose kunnen ernstige emotionele stress ervaren als gevolg van de chronische aard van de aandoening en de symptomen die ermee gepaard gaan. Deze stress kan zich manifesteren als:

  • Angst: Angst is een veelvoorkomende reactie bij personen met dacryostenose. Ze kunnen angstig zijn over de symptomen, de voortgang van de aandoening en de mogelijke behandelingen.
  • Frustratie: De herhaalde en vaak pijnlijke symptomen van dacryostenose kunnen leiden tot frustratie, vooral als eerdere behandelingen niet succesvol waren.

Psychosociale impact

Dacryostenose kan de manier waarop personen zichzelf zien en hoe anderen hen zien aantasten, wat psychosociale gevolgen met zich meebrengt:

  • Zelfbeeld: Het ervaren van symptomen zoals overmatige tranenvloed en oogafscheiding kan het zelfbeeld van personen met dacryostenose negatief aantasten. Ze kunnen zich beschaamd of onzeker voelen over hun uiterlijk.
  • Sociale isolatie: Sommige personen met dacryostenose kunnen sociale situaties vermijden vanwege hun symptomen, wat leidt tot sociale isolatie en het vermijden van sociale interacties.

Depressie

Langdurige symptomen en de psychosociale impact van dacryostenose kunnen bij sommige personen leiden tot een depressie. Een depressie kan zich manifesteren als:

  • Neerslachtigheid: Personen met dacryostenose kunnen zich voortdurend neerslachtig voelen vanwege hun aandoening en de impact ervan op hun leven.
  • Verlies van interesse: Een depressie kan leiden tot een verlies van interesse in activiteiten die ooit plezierig waren, waardoor de kwaliteit van leven verder wordt aangetast.

Stress in relaties

De psychische gevolgen van dacryostenose kunnen ook van invloed zijn op de relaties van personen met deze aandoening:

  • Relatieproblemen: Stress, angst en een depressie kunnen leiden tot conflicten en problemen in relaties met familie, vrienden en romantische partners
  • Communicatieproblemen: Personen met dacryostenose kunnen moeite hebben met het communiceren van hun emoties en behoeften aan anderen, wat verdere spanning in relaties kan veroorzaken.

De psychische gevolgen van dacryostenose tasten niet alleen de getroffen personen aan, maar ook hun familie en naasten. Het begrijpen en erkennen van deze psychische gevolgen is essentieel voor het bieden van de juiste psychologische ondersteuning en het verbeteren van de algehele kwaliteit van leven voor personen met dacryostenose. Het inschakelen van professionele hulp, zoals counseling of psychotherapie, kan een belangrijk onderdeel zijn van het omgaan met de psychische gevolgen van deze aandoening.

Diagnose en (Oog)onderzoeken bij dacryostenose

De diagnose van dacryostenose omvat doorgaans een grondige evaluatie van de symptomen en het uitvoeren van specifieke (oog)onderzoeken om de aandoening te bevestigen en de ernst ervan vast te stellen. Hieronder worden de diagnosemethoden en relevante (oog)onderzoeken uitgebreid beschreven:

Klinische evaluatie

  • Anamnese: Een belangrijk aspect van de diagnose van dacryostenose is het verzamelen van een uitgebreide medische voorgeschiedenis. De arts zal vragen stellen over de symptomen, hun duur en eventuele eerdere behandelingen.
  • Symptoombeoordeling: De arts zal de symptomen van de persoon zorgvuldig evalueren. Dit kan onder meer het observeren van tranenvloed, roodheid en mogelijke tekenen van infectie omvatten.

Oogonderzoeken

  • Schirmer-test: Een veelgebruikte test om de hoeveelheid tranen te meten, is de Schirmer-test. Hierbij wordt een kleine strook filterpapier in het onderste ooglid geplaatst om de hoeveelheid geproduceerde tranen gedurende een bepaalde tijd te meten.
  • Oogspiegeling (spleetlamp-onderzoek): Met behulp van een speciale microscoop genaamd een spleetlamp kan de arts de traanbuisjes en de omringende structuren onderzoeken. Dit helpt bij het identificeren van eventuele obstructies of afwijkingen.
  • Fluoresceïnekleuring: Bij deze test wordt een kleurstof (fluoresceïne) in het oog aangebracht, waarna de arts controleert hoe snel de kleurstof uit het oog verdwijnt. Vertraagde verdwijning kan duiden op dacryostenose.
  • Nasolacrimale ductografie: Dit is een röntgenonderzoek waarbij een contrastmiddel in de traanbuisjes wordt geïnjecteerd, gevolgd door röntgenopnamen om eventuele obstructies in kaart te brengen.

Onderliggende oorzaken

In sommige gevallen kan het nodig zijn om onderliggende oorzaken van dacryostenose verder te onderzoeken:

  • Infecties: Als er aanwijzingen zijn voor infecties die de traanwegen kunnen aantasten, kan de arts monsters nemen om de aanwezigheid van bacteriën of virussen te bevestigen.
  • Structurele afwijkingen: Als dacryostenose wordt vermoed als gevolg van aangeboren afwijkingen of letsels, kan aanvullende beeldvormingstechnologie zoals CT-scans of MRI-scans worden gebruikt om de anatomische problemen in detail te bekijken.

De diagnose van dacryostenose vereist vaak samenwerking tussen oogartsen en andere specialisten, afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Een tijdige diagnose en evaluatie zijn essentieel om de juiste behandelingsopties te bepalen en complicaties te voorkomen. Een grondige klinische evaluatie en (oog)onderzoeken spelen een cruciale rol bij het identificeren en begrijpen van deze aandoening.

Behandelingen van vernauwde traanbuis

Dacryostenose, een aandoening waarbij de traanafvoer belemmerd is, kan leiden tot ongemak en ooginfecties. De behandeling van dacryostenose is afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de aandoening. Hieronder worden medische en mogelijke psychosociale behandelingen besproken:

Medische behandelingen

  1. Traanmassages: Voor pasgeborenen en jonge kinderen kan een eenvoudige massage van de traanzakjes en traanbuizen helpen om de obstructie te verminderen. Dit kan worden uitgevoerd door een ouder of zorgverlener.
  2. Antibiotica: Als de dacryostenose gepaard gaat met een ooginfectie, kan de arts antibiotische oogdruppels of zalven voorschrijven om de infectie te behandelen.
  3. Dacryocystorhinostomie (DCR): Dit is een chirurgische ingreep die wordt uitgevoerd bij oudere kinderen en volwassenen met een ernstige obstructie van de traanwegen. Tijdens DCR wordt er een nieuwe verbinding gemaakt tussen de traanzak en de neus, waardoor de tranen weer normaal kunnen wegstromen.
  4. Siliconen buisjes: Soms worden siliconen buisjes geplaatst in de traanwegen om ze open te houden en het traanvocht te laten wegstromen. Dit kan een tijdelijke oplossing zijn bij baby’s met dacryostenose.
Toediening van oogdruppels bij persoon

Toediening van oogdruppels bij persoon

Psychosociale ondersteuning:

Hoewel dacryostenose een medische aandoening is, kunnen personen met deze aandoening psychosociale ondersteuning nodig hebben, vooral als ze zich zorgen maken over het effect ervan op hun uiterlijk of zelfvertrouwen. Psychosociale behandelingen kunnen omvatten:

  1. Counseling: Personen met dacryostenose kunnen baat hebben bij gesprekstherapie om hun gevoelens en zorgen te uiten. Een counselor kan hen helpen om te gaan met eventuele emotionele uitdagingen die gepaard gaan met de aandoening.
  2. Steungroepen: Deelnemen aan een steungroep voor mensen met vergelijkbare aandoeningen kan personen met dacryostenose helpen zich minder geïsoleerd te voelen en ervaringen te delen met anderen in dezelfde situatie.
  3. Zelfbeeld en zelfvertrouwen: Therapieën gericht op het verbeteren van het zelfbeeld en zelfvertrouwen kunnen nuttig zijn voor mensen die zich onzeker voelen vanwege de fysieke veranderingen die gepaard gaan met dacryostenose.

Psychosociale behandelingen zijn complementair aan medische behandelingenen het welzijn van personen met dacryostenose kunnen verbeteren. De keuze voor behandeling moet altijd worden afgestemd op de persoonlijke behoeften van de persoon en rekening houden met zowel de medische als de psychosociale aspecten van de aandoening. Een multidisciplinaire benadering, waarbij verschillende zorgverleners samenwerken, kan de beste resultaten opleveren.

Prognose van traanbuisaandoening

De prognose van dacryostenose hangt af van verschillende factoren, waaronder de leeftijd van de persoon bij diagnose, de ernst van de obstructie en de behandelingsopties die worden gevolgd. Over het algemeen gelden de volgende overwegingen:

  1. Leeftijd bij diagnose: Bij pasgeboren baby’s komt dacryostenose vaak voor en kan het in veel gevallen vanzelf verbeteren binnen de eerste levensjaren, zelfs zonder een medische behandeling. Het is echter belangrijk om de aandoening goed op te volgen en te behandelen als deze aanhoudt, omdat dit kan leiden tot ooginfecties.
  2. Behandeling: De keuze van de behandeling speelt een cruciale rol in de prognose. Traanmassages en antibioticabehandeling kunnen vaak helpen bij baby’s en jonge kinderen. In sommige gevallen kan een chirurgische behandeling, zoals dacryocystorhinostomie (DCR), nodig zijn om de obstructie te verhelpen.
  3. Tijdige behandeling: Hoe eerder de behandeling wordt gestart, des te beter de prognose meestal is. Onbehandelde dacryostenose kan leiden tot herhaalde ooginfecties en ongemak.
  4. Oorzaken: Als dacryostenose het gevolg is van aangeboren afwijkingen of structurele problemen in de traanwegen, kan de prognose variëren. In sommige gevallen kan de aandoening met succes worden verholpen, terwijl in andere gevallen blijvende symptomen kunnen optreden.
  5. Complicaties: Onbehandelde dacryostenose kan leiden tot complicaties, zoals chronische ooginfecties of ontstekingen. Het is belangrijk om deze complicaties te voorkomen om de prognose te verbeteren.

Het is van vitaal belang dat personen met dacryostenose regelmatig worden gevolgd door een oogarts of een kinderarts om de voortgang van de aandoening te beoordelen en de juiste behandelingsopties te bespreken. Met de juiste medische zorg en, indien nodig, chirurgische ingrepen, is de prognose over het algemeen gunstig, vooral als de aandoening op jonge leeftijd wordt aangepakt. Personen met dacryostenose moeten de instructies van hun zorgverleners opvolgen en eventuele zorgen of veranderingen in hun symptomen onmiddellijk melden.

Complicaties van dacryostenose

Dacryostenose, een aandoening waarbij de traanwegen verstopt raken, kan verschillende complicaties met zich meebrengen als het niet tijdig wordt behandeld of als de behandeling niet adequaat is. Hieronder worden enkele mogelijke complicaties van dacryostenose besproken:

  1. Chronische ooginfecties: Een van de meest voorkomende complicaties van dacryostenose is het optreden van herhaalde ooginfecties, vooral bij zuigelingen en jonge kinderen. De traanwegen zijn bedoeld om overtollige tranen af te voeren en te voorkomen dat bacteriën zich ophopen in de ogen. Wanneer de traanwegen geblokkeerd zijn, kunnen bacteriën zich vermenigvuldigen en leiden tot herhaalde infecties.
  2. Conjunctivitis (rode ogen): Door de onvoldoende afvoer van tranen kunnen de ogen geïrriteerd raken en ontsteken, wat leidt tot conjunctivitis of “rode ogen”. Dit kan pijnlijk en ongemakkelijk zijn voor de persoon en kan leiden tot verminderd zicht.
  3. Cellulitis: In ernstige gevallen kan een onbehandelde dacryostenose leiden tot cellulitis rondom de ogen. Cellulitis is een bacteriële huidinfectie die kan leiden tot zwelling, roodheid en pijn. Het kan ook invloed hebben op het algemene welzijn van de persoon en vereist onmiddellijke medische aandacht.
  4. Cicatriciale veranderingen: Bij langdurige dacryostenose kunnen de traanwegen en aangrenzende weefsels veranderingen ondergaan, zoals littekenvorming. Dit kan de normale functie van de traanwegen verder verstoren, zelfs nadat de obstructie is verholpen.
  5. Verminderd zicht en amblyopie: Als dacryostenose optreedt bij zuigelingen en jonge kinderen, kan het onbehandeld leiden tot een verminderd gezichtsvermogen in het aangetaste oog. Dit kan leiden tot amblyopie of “lui oog”, waarbij het brein het zicht in één oog onderdrukt ten gunste van het andere oog.

Het is belangrijk om dacryostenose serieus te nemen en tijdig medische zorg te zoeken als symptomen zoals oogafscheiding, roodheid of zwelling optreden, vooral bij zuigelingen. Een vroege diagnose en behandeling kunnen complicaties helpen voorkomen en de prognose verbeteren. De behandelingsopties variëren afhankelijk van de leeftijd van de persoon en de ernst van de aandoening, en ze moeten worden bepaald door een gekwalificeerde zorgverlener, meestal een oogarts.

Preventie

Het voorkomen van dacryostenose, een aandoening waarbij de traanwegen verstopt raken, kan soms lastig zijn omdat sommige gevallen te wijten zijn aan aangeboren anatomische afwijkingen. Er zijn echter enkele stappen die genomen kunnen worden om het risico op dacryostenose te verminderen en om mogelijke complicaties te voorkomen:

  1. Hygiëne: Zorg voor goede hygiëne rond de ogen van zuigelingen en jonge kinderen. Reinig regelmatig de oogleden en wimpers met een schone, vochtige doek om opgehoopte bacteriën en vuil te verwijderen. Dit kan helpen bij het voorkomen van ooginfecties.
  2. Vroege opsporing: Let op tekenen en symptomen van dacryostenose, vooral bij zuigelingen. Als je merkt dat je baby oogafscheiding, roodheid of zwelling heeft, raadpleeg dan onmiddellijk een kinderarts of een oogarts. Een vroege diagnose en behandeling zijn cruciaal om complicaties te voorkomen.
  3. Opvolgen van behandeling: Als dacryostenose wordt gediagnosticeerd, volg dan de aanbevolen behandeling nauwgezet op. Dit kan het toedienen van oogdruppels, massages van de traanwegen, of in sommige gevallen, een chirurgische ingreep omvatten. Het opvolgen van de behandeling kan helpen bij het herstellen van de normale traanafvoer.
  4. Oogbescherming: Bij activiteiten die oogletsel kunnen veroorzaken, zoals sporten, is het belangrijk om oogbescherming te dragen. Dit geldt vooral voor personen die eerder dacryostenose hebben gehad en mogelijk een verhoogd risico lopen op herhaling.
  5. Regelmatige oogonderzoeken: Als je weet dat er gevallen van dacryostenose in de familie voorkomen, of als je zelf een voorgeschiedenis van de aandoening hebt, is het raadzaam om regelmatig oogonderzoeken te ondergaan. Dit kan helpen bij het opsporen van eventuele problemen in een vroeg stadium.

Sommige gevallen van dacryostenose kunnen niet worden voorkomen, vooral die welke te wijten zijn aan aangeboren afwijkingen van de traanwegen. In dergelijke gevallen is vroege diagnose en passende behandeling van het grootste belang om complicaties te minimaliseren. Raadpleeg altijd een zorgverlener, bij voorkeur een oogarts, voor advies en behandeling als je vermoedt dat jezelf of je kind dacryostenose heeft.

Oogonderzoek bij oogarts

Oogonderzoek bij oogarts

Omgaan met traanafvoerproblemen in het dagelijks leven

Omgaan met dacryostenose in het dagelijks leven, of het nu gaat om zelfzorg of de zorg voor een kind met deze aandoening, kan uitdagingen met zich meebrengen. Hier zijn enkele tips en suggesties om het gemakkelijker te maken:

  • Medische behandeling volgen: Als jezelf of je kind dacryostenose heeft, is het belangrijk om de voorgeschreven medische behandeling nauwgezet te volgen. Dit kan het toedienen van oogdruppels, massages van de traanwegen, of in sommige gevallen chirurgie omvatten. Het opvolgen van de behandeling is essentieel voor het herstellen van de normale traanafvoer.
  • Hygiëne: Zorg voor goede ooghygiëne, vooral bij zuigelingen en jonge kinderen. Reinig regelmatig de oogleden en wimpers met een schone, vochtige doek om ophoping van bacteriën en vuil te voorkomen. Dit kan helpen bij het voorkomen van ooginfecties.
  • Geduld: dacryostenose kan leiden tot terugkerende ooginfecties en afscheiding. Wees geduldig en begripvol als jezelf of je kind ongemak ervaart. Het kan even duren voordat de behandeling effect heeft.
  • Oogbescherming: Als jezelf of je kind een voorgeschiedenis heeft van dacryostenose, overweeg dan oogbescherming te dragen tijdens activiteiten waarbij oogletsel kan optreden, zoals sporten.
  • Raadpleeg een specialist: Als je vragen of zorgen hebt over dacryostenose, raadpleeg dan een oogarts of een specialist op dit gebied. Zij kunnen je voorzien van deskundig advies en de juiste behandeling aanbevelen.
  • Ondersteuning zoeken: Als ouder van een kind met dacryostenose kan het nuttig zijn om steun te zoeken bij andere ouders of steungroepen voor ouders van kinderen met oogproblemen. Dit kan een gevoel van gemeenschap en begrip bieden.
  • Zonnebril dragen: Overweeg het dragen van een zonnebril met UV-bescherming om de ogen te beschermen tegen schadelijke zonnestralen. Dit kan vooral nuttig zijn na chirurgische ingrepen.
  • Reguliere oogonderzoeken: Als jezelf of je kind dacryostenose heeft, overweeg dan regelmatige oogonderzoeken om de gezondheid van de ogen te controleren en eventuele problemen in een vroeg stadium op te sporen.

Dacryostenose kan uitdagingen met zich meebrengen, maar is meestal goed te behandelen. Met de juiste medische zorg en zelfzorgmaatregelen kunnen personen met dacryostenose een goede ooggezondheid behouden en een normaal dagelijks leven leiden. Het raadplegen van een medische professional is altijd de eerste stap om de beste zorg en ondersteuning te ontvangen.

Zonnebril

Zonnebril

Deel dit:
Advertenties

  1. Willen blinde en slechtziende personen wel (weer) (goed) zien?16-04-2024 06:04:36
  2. Tips voor thuisverpleegkundigen die bij een blinde of slechtziende persoon komen15-04-2024 07:04:41
  3. Onbegrip over vermoeidheid bij blinden en slechtzienden07-04-2024 12:04:54
  4. Blind of slechtziend: Hand- en polsproblemen tijdens het stoklopen04-04-2024 12:04:21
  5. Omgaan met menstruatie als je een visuele beperking hebt31-03-2024 07:03:13
  6. Misselijkheid bij blinden en slechtzienden27-03-2024 03:03:09
  7. Korstjes op de oogleden27-03-2024 03:03:38
  8. Endoftalmitis (ontsteking van binnenste van oog)27-03-2024 03:03:14
  9. Dacryocystitis (ontsteking van traanzak)27-03-2024 03:03:41
  10. Iritis27-03-2024 03:03:09
  11. Iridocyclitis (uveitis anterior)26-03-2024 06:03:43
  12. Droge lucht en oogproblemen23-03-2024 05:03:09
  13. Verhoogde alertheid bij blinden en slechtzienden21-03-2024 07:03:19
  14. Aanpassingsstoornissen bij personen met een visuele handicap16-03-2024 08:03:41
  15. Vitaminen en ooggezondheid13-03-2024 07:03:10
  16. Oogproblemen bij het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)12-03-2024 12:03:22
  17. Tranende / Waterige ogen08-03-2024 08:03:44
  18. Oogafscheiding07-03-2024 06:03:38
  19. Oogallergie06-03-2024 04:03:47
  20. Gezwollen ogen en oogleden05-03-2024 08:03:08
  21. Brandende ogen04-03-2024 06:03:39
  22. Oogwrijven28-02-2024 03:02:01
  23. Rode ogen27-02-2024 07:02:01
  24. Acupunctuur voor de ogen26-02-2024 04:02:00
  25. Slechtziend: Tips bij plotselinge misselijkheid door fel licht24-02-2024 05:02:38
  26. Problemen met het zien van details24-02-2024 01:02:17
  27. Ectropion (onderste ooglid draait naar buiten)20-02-2024 01:02:26
  28. Waarom mag je niet met je ogen in de zon kijken?20-02-2024 08:02:50
  29. Jeukende ogen19-02-2024 02:02:04
  30. Visuele cortex in hersenen: Verwerken van visuele informatie19-02-2024 02:02:12
  31. Oogproblemen bij Multiple Sclerose (MS)19-02-2024 06:02:50
  32. Wisselend zicht bij slechtzienden19-02-2024 05:02:16
  33. Kunnen blinden en slechtzienden lijden aan reisziekte?09-01-2024 07:01:22
  34. Kunnen blinden en slechtzienden ook claustrofobie hebben?14-12-2023 07:12:22
  35. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 03:12:00
  36. Automutilatie (zelfverwonding) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 02:12:54
  37. Vervormd zien (metamorfopsie)19-11-2023 07:11:22
  38. Maculagat18-11-2023 04:11:07
  39. Iris (regenboogvlies): Aandoeningen en problemen13-11-2023 06:11:03
  40. Oogzenuw (opticus nervus): Aandoeningen en problemen11-11-2023 04:11:00
  41. Oogbindvlies (conjunctiva): Aandoeningen en problemen11-11-2023 02:11:17
  42. Ooglid / Oogleden: Aandoeningen en problemen11-11-2023 01:11:24
  43. Netvlies (retina): Aandoeningen en problemen11-11-2023 08:11:22
  44. Wetenschappelijke onderzoeken die blinden weer willen doen zien06-11-2023 07:11:28
  45. Foropter: Instrument voor oogonderzoeken en bepalen van oogcorrectie04-11-2023 05:11:50
  46. Pterygium04-11-2023 03:11:56
  47. Pinguecula04-11-2023 03:11:33
  48. Trachoom04-11-2023 03:11:05
  49. Premature retinopathie04-11-2023 03:11:22
  50. Trichiasis04-11-2023 03:11:44
  51. Subconjunctivale bloeding04-11-2023 03:11:02
  52. Hoornvlieslittekens04-11-2023 03:11:11
  53. Scleritis04-11-2023 03:11:46
  54. Oogziekte van Graves04-11-2023 03:11:21
  55. De invloed van hydratatie op de ooggezondheid03-11-2023 03:11:38
  56. Oogontsteking02-11-2023 02:11:48
  57. Oogzenuwontsteking02-11-2023 02:11:32
  58. Oogkasontsteking (orbitale cellulitis)02-11-2023 01:11:01
  59. Nachtblindheid01-11-2023 01:11:32
  60. Hormonale veranderingen en oogproblemen01-11-2023 12:11:06
  61. Oogirritatie01-11-2023 07:11:00
  62. Ooginfarct01-11-2023 07:11:35
  63. Oftalmoplegie (verzwakte of verlamde oogspieren)01-11-2023 07:11:51
  64. Oculaire toxoplasmose01-11-2023 07:11:44
  65. Meibomitis29-10-2023 08:10:19
  66. Hoornvlies: Aandoeningen en problemen met de cornea29-10-2023 03:10:09
  67. Ziekte van Coats29-10-2023 02:10:31
  68. Lagoftalmie (niet kunnen knipperen of ogen niet volledig kunnen sluiten)29-10-2023 02:10:45
  69. Macula-oedeem29-10-2023 02:10:30
  70. Maculapucker29-10-2023 02:10:20
  71. Kleurenblindheid29-10-2023 02:10:30
  72. Keratitis (hoornvliesontsteking)27-10-2023 01:10:02
  73. Coördinatieproblemen bij blinden en slechtzienden26-10-2023 02:10:47
  74. Duizeligheid bij blinden en slechtzienden26-10-2023 07:10:21
  75. Hypertensieve retinopathie25-10-2023 05:10:59
  76. Herpes in het oog (oculaire herpes, oogherpes)25-10-2023 05:10:43
  77. Gordelroos in het oog25-10-2023 05:10:07
  78. Hoornvlieszweer25-10-2023 05:10:14
  79. Hoornvliestroebelingen25-10-2023 05:10:27
  80. Paniekaanvallen bij blinden en slechtzienden25-10-2023 05:10:15
  81. Ziekenhuisinfecties die de ogen kunnen aantasten24-10-2023 11:10:48
  82. Invloed van airconditioning op de ooggezondheid24-10-2023 11:10:57
  83. Hart- en vaataandoeningen bij blinden en slechtzienden24-10-2023 05:10:17
  84. Fluoresceïnekleuring van het oog: Diagnostische hulpmiddel voor oogaandoeningen24-10-2023 05:10:22
  85. Ooginfecties23-10-2023 05:10:46
  86. Eenzaamheid bij blinden en slechtzienden23-10-2023 03:10:04
  87. Hordeolum (strontje): Ooginfectie23-10-2023 07:10:57
  88. Hoornvliesletsels23-10-2023 07:10:30
  89. Usher-syndroom23-10-2023 07:10:04
  90. Hemianopsie: Verlies van gezichtsveld in één of beide ogen23-10-2023 07:10:14
  91. Invloed van melatonine op blinden21-10-2023 01:10:58
  92. Leber Congenitale Amaurose21-10-2023 11:10:18
  93. Sneeuwblindheid21-10-2023 11:10:37
  94. Retinoblastoom (netvlieskanker)21-10-2023 11:10:23
  95. Oogkanker21-10-2023 11:10:08
  96. Halo’s en lichtverblinding21-10-2023 11:10:36
  97. Hoornvliesdystrofie21-10-2023 11:10:59
  98. Hand- en polsklachten bij blinden en slechtzienden20-10-2023 03:10:08
  99. Keratoconus (kegelvormig en dunner hoornvlies)20-10-2023 11:10:46
  100. Scotomen (blinde vlekken in gezichtsveld)20-10-2023 11:10:27
  101. Ptosis (ptose): Afhangend ooglid20-10-2023 11:10:25
  102. Visual snow syndrome20-10-2023 11:10:57
  103. Uveïtis20-10-2023 11:10:13
  104. Lichttherapie bij blinden als behandeling voor melatoninetekort19-10-2023 05:10:29
  105. Scleralenzen: Behandeling van verschillende oogproblemen19-10-2023 04:10:22
  106. Scheelzien (strabisme, strabismus)19-10-2023 07:10:52
  107. Vaak voorkomende oogproblemen en oogziekten bij kinderen19-10-2023 06:10:44
  108. Leber Erfelijke Optische Neuropathie (LHON)18-10-2023 11:10:30
  109. Verziendheid (hypermetropie)18-10-2023 07:10:02
  110. Droge ogen17-10-2023 05:10:51
  111. Kunsttranen17-10-2023 04:10:05
  112. Schouderpijn en schouderklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 10:10:08
  113. Rugpijn en rugklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 07:10:02
  114. Nystagmus (onwillekeurige, ritmische oogbewegingen)16-10-2023 06:10:24
  115. Binoculair onderzoek: Onderzoek van samenwerking tussen de ogen14-10-2023 06:10:22
  116. MRI-scan van de ogen: Gedetailleerde beelden van ogen en omliggende structuren14-10-2023 06:10:46
  117. Lichtgevoeligheidstest: Onderzoeken van oogreacties op licht14-10-2023 06:10:06
  118. Biopsie van het oog: Weefsel uit oog verwijderen en onderzoeken14-10-2023 06:10:56
  119. Traanfilmonderzoek13-10-2023 06:10:57
  120. Spleetlamponderzoek (biomicroscopie)13-10-2023 06:10:03
  121. Refractie-onderzoek (oogmeting)13-10-2023 05:10:32
  122. Pupilverwijding (pupildilatatie): Pupil vergroten (meestal via oogdruppels)13-10-2023 05:10:18
  123. Pachymetrie van het hoornvlies: Dikte van hoornvlies meten13-10-2023 05:10:22
  124. Oogspierfunctietest: Bewegingen van oogspieren beoordelen13-10-2023 05:10:33
  125. Oogdrukmeting (tonometrie)13-10-2023 05:10:33
  126. Oogechografie: Gedetailleerde blik op de oogstructuren13-10-2023 05:10:44
  127. Oftalmoscopie (fundoscopie): Diepgaand onderzoek van het oog13-10-2023 05:10:47
  128. OCT-angiografie: Beeldvorming van oogbloedvaten zonder kleurstoffen13-10-2023 05:10:10
  129. Netvliesonderzoek: Afwijkingen of problemen in netvlies opsporen13-10-2023 05:10:02
  130. Kleurentest: Beoordeling van kleurenzicht13-10-2023 04:10:08
  131. Gonioscopie: Beoordeling van de ooghoek13-10-2023 04:10:16
  132. Fundusfotografie: Gedetailleerde beelden van achterste deel van het oog13-10-2023 04:10:50
  133. Fluoresceïne-angiografie: Onderzoek van netvliesbloedvaten met kleurstof13-10-2023 04:10:33
  134. Elektrofysiologische oogonderzoeken: Elektrische evaluatie van de gezondheid van het oog13-10-2023 04:10:44
  135. CT-scan van de ogen en oogkas: Gedetailleerde beeldvorming13-10-2023 03:10:58
  136. Corneatopografie: Gedetailleerde meting van het hoornvlies13-10-2023 03:10:53
  137. Contrastgevoeligheidstest: Oogonderzoek om contrastvermogen te onderzoeken13-10-2023 03:10:33
  138. Biometrie: Oogonderzoek om nauwkeurige oogmetingen te krijgen13-10-2023 03:10:08
  139. Oogzalven: Soorten, gebruik, tips en hulpmiddelen13-10-2023 06:10:58
  140. Netvliesloslating09-10-2023 01:10:45
  141. Onzekerheid bij blinden en slechtzienden08-10-2023 01:10:17
  142. Abnormale hoofdpositie bij oogproblemen08-10-2023 01:10:21
  143. Spierstijfheid, spierpijn en spierspanning bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:57
  144. Nekpijn bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:36
  145. Burn-out bij blinden en slechtzienden08-10-2023 07:10:34
  146. Ziekte van Stargardt (juveniele maculadegeneratie)07-10-2023 01:10:25
  147. Glasvochtbloeding07-10-2023 11:10:22
  148. Fotopsie: (Licht)flitsen of flikkeringen in gezichtsveld zien07-10-2023 06:10:46
  149. Floaters (mouches volantes): Zwevende deeltjes in gezichtsveld07-10-2023 05:10:04
  150. Psychische oorzaken van tijdelijke of permanente slechtziendheid en blindheid05-10-2023 05:10:55
  151. Pupilgrootte: Miosis (abnormaal vernauwde pupillen) en mydriasis (abnormaal verwijde pupillen)05-10-2023 06:10:56
  152. Retinitis pigmentosa (RP)04-10-2023 04:10:18
  153. Vragen stellen aan je oogarts04-10-2023 01:10:21
  154. Zeer slechtziend en naar de oogarts blijven gaan04-10-2023 12:10:50
  155. Gezichtsveld en gezichtsveldonderzoek03-10-2023 04:10:30
  156. Gevoelens van verlies bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:25
  157. Mentale impact van ernstige oogproblemen bij blinden en slechtzienden02-10-2023 02:10:33
  158. Hoofdpijn bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:58
  159. Exoftalmie (proptosis) (abnormaal uitpuilende ogen)30-09-2023 02:09:01
  160. Episcleritis30-09-2023 02:09:22
  161. Entropion (onderste ooglid draait naar binnen)30-09-2023 02:09:29
  162. Diplopie (dubbelzien)30-09-2023 02:09:56
  163. Dacryostenose30-09-2023 02:09:24
  164. Visuele hallucinaties30-09-2023 10:09:48
  165. Drugsverslaving en medicatiemisbruik: Effecten op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 07:09:24
  166. De invloed van het gebruik van medicatie op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 06:09:31
  167. Body Integrity Identity Disorder (BIID): Verlangen om blind te zijn29-09-2023 01:09:30
  168. Omgaan met (constante) veranderende en/of bevende beelden in gezichtsvermogen29-09-2023 11:09:46
  169. Kunnen blinden en slechtzienden hoogtevrees hebben?29-09-2023 07:09:20
  170. Weer (iets) kunnen zien na tijdelijk of permanent blind of slechtziend te zijn geweest29-09-2023 07:09:14
  171. Cytomegalovirus (CMV) retinitis28-09-2023 04:09:49
  172. Convergentie-insufficiëntie28-09-2023 04:09:41
  173. Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking)28-09-2023 04:09:14
  174. Computer Vision Syndrome28-09-2023 04:09:01
  175. Coloboom28-09-2023 04:09:55
  176. Chalazion (gerstekorrel aan ooglid)28-09-2023 04:09:25
  177. Cerebrale Visuele Inperking (CVI)28-09-2023 04:09:04
  178. Centrale sereuze retinopathie28-09-2023 04:09:08
  179. Cat Eye Syndroom28-09-2023 04:09:30
  180. ADOA (autosomale dominante optische atrofie)28-09-2023 04:09:50
  181. Bradyopsie28-09-2023 04:09:00
  182. Blefarospasme (overmatig oogknipperen)28-09-2023 04:09:28
  183. Blefaritis28-09-2023 04:09:49
  184. Birdshot Chorioretinopathie28-09-2023 04:09:19
  185. Bijziendheid (myopie)28-09-2023 04:09:46
  186. Astigmatisme28-09-2023 04:09:18
  187. Vermoeide ogen (oogvermoeidheid)28-09-2023 04:09:47
  188. Anoftalmie28-09-2023 04:09:15
  189. Anisocorie28-09-2023 04:09:45
  190. Aniridie28-09-2023 04:09:43
  191. Geen dieptezicht hebben27-09-2023 07:09:19
  192. De impact van luchtvervuiling op de ogen en ooggezondheid26-09-2023 07:09:31
  193. De impact van UV-blootstelling op de ogen26-09-2023 06:09:55
  194. Mineralen en ooggezondheid24-09-2023 03:09:18
  195. Voedingsvezels en ooggezondheid24-09-2023 01:09:24
  196. Antioxidantrijke voedingsmiddelen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:48
  197. Bessen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:50
  198. Luteïne en zeaxanthine voor ooggezondheid24-09-2023 01:09:18
  199. Zink en ooggezondheid24-09-2023 01:09:53
  200. Omega-3 vetzuren en ooggezondheid24-09-2023 01:09:04

Laatst bijgewerkt op 8 maart 2024 – 14:50