Scheelzien (strabisme, strabismus)

Inhoudsopgave

Prevalentie van scheelzien

België

In België heeft scheelzien (strabisme, strabismus) aandacht gekregen als een van de veelvoorkomende oogproblemen. Hoewel er geen specifieke nationale gegevens beschikbaar zijn over de prevalentie van scheelzien, bieden schattingen en studies enig inzicht in de omvang van deze aandoening in het land.

Kinderen

Scheelzien is vaak bij kinderen te zien. Volgens een onderzoek uitgevoerd door het Belgisch oogheelkundig gezelschap (BOG), kan ongeveer 2-4% van de kinderen in België scheelzien ontwikkelen. Een vroege detectie en behandeling zijn van cruciaal belang om blijvende visuele gevolgen te voorkomen, en de nationale gezondheidszorg moedigt regelmatige oogonderzoeken bij kinderen aan.

Volwassenen

Bij volwassenen in België komt scheelzien minder vaak voor dan bij kinderen. De prevalentie varieert, maar wordt geschat op ongeveer 2-4% van de volwassen bevolking. Het kan zowel aangeboren zijn als later in het leven ontstaan als gevolg van verschillende factoren, waaronder onderliggende medische aandoeningen.

Nederland

In Nederland wordt ook aandacht besteed aan de prevalentie van scheelzien, vooral met betrekking tot de gezondheidszorg voor kinderen en volwassenen.

Kinderen

Net als in België kan scheelzien bij kinderen in Nederland voorkomen. De prevalentie wordt geschat op vergelijkbare cijfers, met ongeveer 2-4% van de kinderen die te maken krijgen met deze oogafwijking. De Nederlandse gezondheidszorg heeft protocollen voor vroege screenings en verwijzingen naar oogartsen om tijdige diagnose en behandeling te waarborgen.

Volwassenen

Bij volwassenen in Nederland is de prevalentie van scheelzien vergelijkbaar met die in België, waarbij ongeveer 2-4% van de bevolking is getroffen. De oorzaken van scheelzien bij volwassenen variëren en kunnen te maken hebben met aangeboren factoren, neurologische aandoeningen of traumatische gebeurtenissen.

Oorzaken van scheelzien

Spierzwakte of onbalans

Een van de meest voorkomende oorzaken van scheelzien is een onbalans in de oogspieren. Deze spieren reguleren de beweging van de ogen en zorgen ervoor dat beide ogen samenwerken om op een punt te focussen. Als de spieren niet goed samenwerken of als er zwakte in een van de oogspieren is, kan scheelzien ontstaan.

Neurologische oorzaken

Sommige vormen van scheelzien hebben neurologische oorzaken, zoals hersenletsel, beroertes, of neurologische aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen invloed hebben op de zenuwsignalen die de oogspieren aansturen, waardoor scheelzien optreedt.

Erfelijkheid

Erfelijkheid speelt een rol bij scheelzien. Als scheelzien in de familie voorkomt, kan er een genetische aanleg zijn voor deze aandoening. Kinderen van ouders met scheelzien hebben een verhoogd risico om de aandoening te ontwikkelen.

Brekingsfouten

Refractieafwijkingen zoals bijziendheid (myopie) en verziendheid (hypermetropie) kunnen bijdragen aan scheelzien. Wanneer een persoon niet de juiste bril of contactlenzen draagt om deze fouten te corrigeren, kan scheelzien ontstaan als de ogen proberen te compenseren voor het gebrek aan scherpstelling.

Trauma

Fysieke trauma’s aan de ogen of het hoofd kunnen leiden tot scheelzien. Een klap op het hoofd kan de oogspieren beschadigen of neurologische problemen veroorzaken die resulteren in scheelzien.

Congenitale oorzaken

Bij sommige personen is scheelzien aanwezig bij de geboorte, en dit wordt congenitaal scheelzien genoemd. Dit kan te wijten zijn aan afwijkingen in de ontwikkeling van de oogspieren of de oogzenuw.

Risicofactoren voor strabisme

Naast de specifieke oorzaken zijn er risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van scheelzien vergroten. Deze risicofactoren kunnen onder meer omvatten:

Leeftijd

Kinderen lopen een verhoogd risico op scheelzien, omdat de oogspieren zich nog ontwikkelen en in de kindertijd vatbaarder zijn voor onbalans.

Erfelijkheid

Als scheelzien in de familie voorkomt, is er een verhoogd risico voor kinderen om de aandoening te erven.

Refractieafwijkingen

Personen met bijziendheid, verziendheid of astigmatisme lopen een groter risico op scheelzien als deze afwijkingen niet worden gecorrigeerd met brillen of contactlenzen.

Voorgeschiedenis van neurologische aandoeningen

Personen met een voorgeschiedenis van neurologische aandoeningen of letsel lopen een verhoogd risico op scheelzien.

Voorgeschiedenis van oogtrauma

Eerdere oogtrauma’s verhogen het risico op het ontwikkelen van scheelzien.

gezondheidsfactoren

Sommige gezondheidsfactoren, zoals vroeggeboorte, kunnen het risico op scheelzien verhogen, omdat de oogspieren mogelijk niet volledig zijn ontwikkeld bij de geboorte.

Erfelijkheid van scheelzien

Genetische basis van scheelzien

De erfelijkheid van scheelzien begint met het inzicht in de genetische basis van deze aandoening. Scheelzien is een complexe aandoening, waarbij meerdere genen en omgevingsfactoren een rol spelen. Er zijn verschillende vormen van scheelzien, zoals convergent scheelzien (inwaarts), divergent scheelzien (uitwaarts), en verticaal scheelzien (omhoog of omlaag). Elke vorm kan geassocieerd zijn met verschillende genetische factoren.

Multifactoriële erfelijkheid

Scheelzien wordt vaak beschouwd als een multifactoriële erfelijke aandoening, wat betekent dat zowel genetische als omgevingsfactoren bijdragen aan het risico van een persoon om de aandoening te ontwikkelen. Het is belangrijk om te begrijpen dat niet alle personen met een familiegeschiedenis van scheelzien de aandoening zullen erven, en niet alle personen met scheelzien in de familie hebben een identieke genetische aanleg.

Familiale voorgeschiedenis

De familiale voorgeschiedenis speelt een belangrijke rol bij de erfelijkheid van scheelzien. Als er gevallen van scheelzien voorkomen in een familie, kan dit wijzen op een genetische aanleg voor de aandoening. Ouders met scheelzien hebben een verhoogd risico om de genen voor scheelzien door te geven aan hun kinderen.

Autosomaal dominante overerving

In sommige gevallen wordt scheelzien overgedragen via autosomaal dominante overerving. Dit betekent dat een enkel gen van een van de ouders voldoende is om de aandoening door te geven aan hun kinderen. Als een van de ouders het dominante gen draagt, bestaat er een kans dat het kind de aandoening erft.

Complexere erfelijkheid

Soms is de erfelijkheid van scheelzien complexer, waarbij meerdere genen betrokken zijn. Hierdoor kan het moeilijker zijn om de exacte genetische oorzaak vast te stellen. Daarnaast kunnen omgevingsfactoren, zoals vroeggeboorte of andere medische aandoeningen, ook een rol spelen bij de ontwikkeling van scheelzien.

Soorten scheelzien

Congenitaal scheelzien

Congenitaal scheelzien verwijst naar scheelzien dat aanwezig is bij de geboorte of zich ontwikkelt binnen de eerste zes maanden van het leven van een kind. Het kan het resultaat zijn van aangeboren oorzaken, zoals afwijkingen in de ontwikkeling van de oogspieren of de oogzenuw. Dit type scheelzien kan blijvend zijn als het niet tijdig wordt behandeld.

Acquisitief scheelzien

In tegenstelling tot congenitaal scheelzien, ontwikkelt acquisitief scheelzien zich op latere leeftijd, meestal bij kinderen of volwassenen. Het kan optreden als gevolg van neurologische aandoeningen, oogletsel, bepaalde gezondheidsproblemen, of refractieafwijkingen zoals bijziendheid of verziendheid. De oorzaken zijn gevarieerd en de behandeling kan afhankelijk zijn van de specifieke oorzaak.

Convergent scheelzien (esotropie)

Convergent scheelzien, ook bekend als esotropie, is een vorm van scheelzien waarbij het ene oog naar binnen draait en niet goed samenwerkt met het andere oog. Dit kan resulteren in dubbelzien, met name bij het kijken naar objecten op afstand. Het wordt vaak geassocieerd met bijziendheid en kan erfelijk zijn.

Divergent scheelzien (exotropie)

Divergent scheelzien, ook bekend als exotropie, is het tegenovergestelde van convergent scheelzien. Hierbij draait een oog naar buiten. Dit kan optreden bij kijken in de verte of dichtbij, en het kan geassocieerd worden met verziendheid. Exotropie kan zich op latere leeftijd ontwikkelen, vooral bij volwassenen.

Verticaal scheelzien (hypertropie en hypotropie)

Verticaal scheelzien omvat afwijkingen in de verticale uitlijning van de ogen. Hypertropie verwijst naar een situatie waarin een oog hoger is gericht dan het andere, terwijl hypotropie het tegenovergestelde is, waarbij een oog lager is gericht. Dit kan leiden tot dubbelzien en visuele ongemakken.

Comitant en incomitant scheelzien

Scheelzien kan ook worden onderverdeeld in comitant en incomitant scheelzien. Bij comitant scheelzien blijft de mate van scheelzien constant, ongeacht waar de persoon naar kijkt. Bij incomitant scheelzien varieert de mate van scheelzien afhankelijk van waar de persoon naar kijkt. Dit type scheelzien kan een teken zijn van onderliggende medische aandoeningen.

Acommodatief scheelzien

Accommodatief scheelzien is gerelateerd aan de scherpstelling van de ogen bij het kijken naar objecten op verschillende afstanden. Het kan voorkomen bij mensen met refractieafwijkingen, zoals verziendheid. Het oog kan naar binnen draaien bij inspanning om dichtbij te kijken, maar weer rechtzetten bij het kijken in de verte.

Symptomen

Kinderen

Scheelzien kan zich op jonge leeftijd manifesteren en ouders spelen een cruciale rol bij het detecteren van de aandoening. Enkele veelvoorkomende symptomen van scheelzien bij kinderen zijn:

Oogafwijking

Het meest voor de hand liggende symptoom is het zichtbaar afwijken van een of beide ogen van hun normale uitlijning. Een oog kan naar binnen, naar buiten, omhoog of omlaag draaien.

Dubbelzien

Kinderen met scheelzien kunnen last hebben van dubbelzien (diplopie), omdat de ogen niet goed samenwerken. Dit gebeurt wanneer de hersenen twee afzonderlijke beelden ontvangen vanwege de afwijking van de ogen.

Knijpen of fronsen

Sommige kinderen knijpen of fronsen met één oog om het dubbelzien te verminderen. Dit staat bekend als “suppressie.” het onderdrukken van de beelden uit het schele oog kan leiden tot een slechter zicht in dat oog, een aandoening genaamd amblyopie (lui oog).

Verlies van dieptezicht

Kinderen met scheelzien kunnen moeite hebben met diepteperceptie, omdat de afwijking van de ogen de normale samenwerking tussen beide ogen verstoort.

Hoofdkanteling

Om het dubbelzien te minimaliseren, kunnen kinderen hun hoofd kantelen. Dit kan een opvallend symptoom zijn, vooral bij pasgeborenen.

Volwassenen

Scheelzien kan zich ook voor het eerst manifesteren bij volwassenen. De symptomen kunnen subtieler zijn, maar kunnen nog steeds invloed hebben op de visuele perceptie en het algemene welzijn. Enkele symptomen van scheelzien bij volwassenen zijn:

Dubbelzien

Net als bij kinderen kan dubbelzien ook voorkomen bij volwassenen met scheelzien, vooral bij vermoeidheid of bij het focussen op nabije objecten.

Vermoeidheid en hoofdpijn

Volwassenen met scheelzien kunnen vermoeid raken wanneer ze proberen de afwijking van de ogen te corrigeren om enigszins normaal zicht te behouden. Dit kan leiden tot frequente hoofdpijn.

Verminderde diepteperceptie

Het verlies van diepteperceptie kan volwassenen met scheelzien beïnvloeden, vooral tijdens activiteiten waarbij diepte en afstand van belang zijn, zoals autorijden.

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Sociale ongemakken

Volwassenen met scheelzien kunnen zich zelfbewust voelen over hun uiterlijk en visuele afwijking, wat sociale ongemakken kan veroorzaken.

Dubbelzien bij vermoeidheid

Bij volwassenen kan dubbelzien bijzonder uitgesproken zijn wanneer ze vermoeid zijn, gestrest zijn, of alcohol hebben geconsumeerd.

Ouderen

Scheelzien kan zich ook later in het leven ontwikkelen of verergeren, vaak geassocieerd met andere oogproblemen. Enkele symptomen bij ouderen zijn vergelijkbaar met die bij volwassenen, maar de ernst kan toenemen naarmate de oogspieren verzwakken.

Lichamelijke gevolgen

Verminderd dieptezicht

Een van de directe gevolgen van scheelzien is het verminderde vermogen om diepte waar te nemen. Dit komt doordat beide ogen niet goed samenwerken om een enkel, gecombineerd beeld van de wereld te creëren. Personen met scheelzien kunnen moeite hebben met het inschatten van de afstand tussen objecten, wat invloed kan hebben op activiteiten zoals sporten, autorijden en zelfs alledaagse taken.

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Dubbelzien

Dubbelzien, of diplopie, is een ander veelvoorkomend gevolg van scheelzien. Het treedt op wanneer de ogen niet op hetzelfde punt in de ruimte gericht zijn. Hierdoor ontvangt het brein twee afzonderlijke beelden, wat leidt tot het zien van dubbele objecten. Dit kan verwarrend en frustrerend zijn, en kan het dagelijks leven bemoeilijken.

Vermoeidheid en hoofdpijn

Het proberen te corrigeren van het scheelzien vergt extra inspanning van de oogspieren. Dit constante aanpassingsproces kan leiden tot vermoeidheid van de ogen en frequente hoofdpijn, vooral bij personen met ernstigere vormen van scheelzien.

Problemen met coördinatie

Scheelzien kan ook de coördinatie van het lichaam aantasten. Kinderen met scheelzien kunnen moeite hebben met fysieke activiteiten en sporten, omdat ze zich minder bewust zijn van hun omgeving en moeilijkheden hebben om objecten te raken of te vangen.

Sociale onzekerheid

Personen met scheelzien kunnen zich sociaal onzeker voelen en zich bewust zijn van hun uiterlijk, vooral als de afwijking van de ogen opvallend is. Dit kan leiden tot vermindering van het zelfvertrouwen en mogelijke terugtrekking uit sociale situaties.

Verhoogd risico op amblyopie

Amblyopie, of een ‘lui oog’, is een aandoening waarbij één oog een zwakker zicht ontwikkelt dan het andere. Dit kan voorkomen bij personen met scheelzien, vooral als de aandoening niet vroegtijdig wordt behandeld. Amblyopie kan permanente schade aan het zicht veroorzaken als het niet wordt aangepakt.

Verminderde kwaliteit van leven

De lichamelijke gevolgen van scheelzien kunnen de algehele kwaliteit van leven van een persoon verminderen. Het kan dagelijkse activiteiten bemoeilijken, van eenvoudige taken tot complexere taken. Dit kan leiden tot frustratie en het gevoel van beperkingen in het dagelijks leven.

Psychische gevolgen

Zelfbeeld en zelfvertrouwen

Een van de meest voorkomende psychische gevolgen van scheelzien is de impact op het zelfbeeld en zelfvertrouwen van een persoon. Personen met scheelzien kunnen zich bewust zijn van hun afwijkende oogstand en voelen zich vaak anders dan anderen. Dit kan leiden tot gevoelens van minderwaardigheid en negatieve gedachten over het eigen uiterlijk.

Sociale angst en isolatie

Scheelzien kan leiden tot sociale angst en de neiging om situaties te vermijden waarin de ogen centraal staan, zoals oogcontact tijdens gesprekken. Dit kan leiden tot isolatie en het vermijden van sociale interacties, wat de kwaliteit van leven aanzienlijk kan verminderen.

Pesterijen en stigmatisering

Kinderen en adolescenten met scheelzien lopen een verhoogd risico om gepest te worden of gestigmatiseerd te worden door hun leeftijdsgenoten. Pesters kunnen de oogafwijking aangrijpen om het zelfvertrouwen van de persoon met scheelzien verder te ondermijnen, wat psychologische schade kan veroorzaken.

Depressie en angst

De psychologische gevolgen van scheelzien kunnen leiden tot een depressie en angststoornissen. Personen kunnen gevoelens van verdriet, eenzaamheid, en angst ontwikkelen, wat hun algehele welzijn en geestelijke gezondheid negatief beïnvloedt.

Diverse gezichtsicoontjes naast elkaar: van heel verdrietig naar naar heel blij

Diverse gezichtsicoontjes naast elkaar: van heel verdrietig naar naar heel blij

Negatieve zelfperceptie

Sommige personen met scheelzien ontwikkelen een negatieve zelfperceptie en geloven ten onrechte dat hun aandoening hun mogelijkheden beperkt. Ze kunnen zichzelf als minder bekwaam beschouwen in verschillende aspecten van hun leven, zoals werk en relaties.

Behoefte aan psychologische ondersteuning

De psychische gevolgen van scheelzien onderstrepen de behoefte aan psychologische ondersteuning en begeleiding voor personen met deze aandoening. Psychologen en therapeuten kunnen personen helpen om hun zelfbeeld en zelfvertrouwen te versterken, sociale angst te verminderen en een een depressie of angststoornissen aan te pakken.

De rol van ondersteunende netwerken

Ondersteunende netwerken, zoals partner, vrienden en familie, spelen ook een essentiële rol bij het verlichten van de psychische gevolgen van scheelzien. Het bieden van begrip, aanmoediging en emotionele steun aan personen met scheelzien kan bijdragen aan hun welzijn en zelfacceptatie.

Diagnose en (Oog)onderzoeken van strabismus

Symptomen en anamnese

De eerste stap in de diagnose van scheelzien begint met het identificeren van de symptomen. Artsen en oogzorgspecialisten zullen aandacht besteden aan klachten zoals afwijkende oogstand, dubbelzien, verminderd dieptezicht, vermoeidheid, hoofdpijn en eventuele veranderingen in de oogbewegingen. Ze zullen ook een grondige anamnese afnemen om de medische geschiedenis van de persoon vast te leggen, inclusief eventuele eerdere oogproblemen of familiegeschiedenis van scheelzien.

Oogonderzoek

Een grondig oogonderzoek is essentieel voor de diagnose van scheelzien. Dit omvat verschillende onderzoeken en metingen, waaronder:

Gezichtsscherptemeting

De gezichtsscherptetest meet de scherpte van het zicht en bepaalt of er een verschil is in de gezichtsscherpte tussen de ogen.

Snellen-letterkaart om de gezichtsscherpte mee te meten

Snellen-letterkaart om de gezichtsscherpte mee te meten

Cover-Uncover test

De cover-uncover test is een eenvoudige test waarbij een oog wordt afgedekt terwijl het andere oog fixeert op een object. Hiermee kan de arts vaststellen of er een afwijking is in de oogstand wanneer het afgedekte oog wordt blootgesteld.

Oogbewegingstest

Een grondige evaluatie van de oogbewegingen is essentieel om de mate en richting van de scheelzien vast te stellen. Dit omvat het volgen van bewegende objecten en het observeren van de beperkingen van de oogbewegingen.

Refractietest

De refractietest wordt uitgevoerd om te bepalen of een persoon enige refractieafwijking heeft, zoals bijziendheid, verziendheid, of astigmatisme. Dit is belangrijk omdat deze afwijkingen soms bijdragen aan scheelzien.

Oogonderzoek bij oogarts

Oogonderzoek bij oogarts

Evaluatie van oorzaken en type scheelzien

Na het oogonderzoek zal de arts proberen de onderliggende oorzaak en het type scheelzien te bepalen. Dit kan gebeurt door volgende testen:

Evaluatie van de oogspieren

De functionaliteit van de oogspieren testen is belangrijk. Dit oogarts beoordeelt de beweging en samenwerking van de oogspieren.

Onderzoek naar ooggezondheid

Een gedetailleerd onderzoek van de gezondheid van de ogen, inclusief de structuur van het netvlies en de oogzenuw, kan helpen om eventuele bijkomende oogproblemen te identificeren.

Elektrofysiologische testen

In sommige gevallen kunnen elektrofysiologische testen, zoals elektroretinografie (ERG) en visueel opgewekte potentialen (VEP), nodig zijn om de elektrische activiteit van het netvlies en de oogzenuw te beoordelen.

Samenwerking tussen specialisten

Soms is de diagnose van scheelzien complex en vereist deze de samenwerking van verschillende specialisten, waaronder oogartsen, orthoptisten en kinderneurologen. Samen kunnen ze een volledig beeld van de aandoening en de mogelijke behandelingsopties vaststellen.

Behandelingen van oogaandoening

Medische behandelingen

Bril of contactlenzen

In sommige gevallen kan scheelzien het gevolg zijn van een refractieafwijking, zoals bijziendheid of verziendheid. Brillen of contactlenzen kunnen worden voorgeschreven om deze afwijkingen te corrigeren en het zicht te verbeteren. Dit kan op zijn beurt de oogstand helpen normaliseren.

Oogdruppels

Bij sommige vormen van scheelzien, met name accommodatief scheelzien, kunnen oogdruppels worden voorgeschreven om de accommodatie van de ogen te verminderen. Dit kan helpen de afwijking van de oogstand te verminderen.

Prisma’s

Prisma’s zijn optische hulpmiddelen die in brillen worden geplaatst om de oogstand te corrigeren. Ze kunnen worden gebruikt om dubbelzien te verminderen en de oogstand te verbeteren, vooral bij volwassenen.

Oogspieroefeningen

Orthoptisten, experts in de oogspierbewegingen, kunnen oogspieroefeningen aanbevelen om de samenwerking van de oogspieren te verbeteren. Deze oefeningen kunnen met regelmaat worden uitgevoerd om de oogstand te normaliseren.

Botulinumtoxine (Botox) injecties

In sommige gevallen kunnen botulinumtoxine-injecties worden gebruikt om tijdelijk de activiteit van bepaalde oogspieren te verminderen. Dit kan nuttig zijn bij de behandeling van bepaalde vormen van scheelzien, vooral als andere opties niet effectief zijn gebleken.

Chirurgische behandeling

Chirurgische correctie van scheelzien is een optie wanneer andere behandelingen niet voldoende effectief zijn. De operatie omvat het aanpassen van de lengte en spanning van de oogspieren om een normale oogstand te herstellen. Chirurgie kan worden overwogen bij zowel kinderen als volwassenen, afhankelijk van de situatie.

Psychologische en sociale ondersteuning

Psychologische therapie

Personen met scheelzien kunnen baat hebben bij psychologische therapie om psychische gevolgen, zoals een depressie, angst en een negatief zelfbeeld, aan te pakken. Therapie kan helpen bij het opbouwen van zelfvertrouwen en het omgaan met sociale uitdagingen.

Diverse gezichtsicoontjes naast elkaar: van heel verdrietig naar naar heel blij

Diverse gezichtsicoontjes naast elkaar: van heel verdrietig naar naar heel blij

Onderwijsondersteuning

Kinderen met scheelzien hebben mogelijk extra onderwijsondersteuning nodig, vooral als de aandoening van invloed is op hun leerprestaties. Individuele onderwijsplannen (IEP’s) kunnen worden opgesteld om de educatieve behoeften van het kind te waarborgen.

Ondersteunende netwerken

Partner, familie en vrienden spelen een belangrijke rol in het bieden van emotionele ondersteuning aan personen met scheelzien. Het creëren van een ondersteunende omgeving kan bijdragen aan het zelfvertrouwen en de acceptatie van de aandoening.

Zelfhulpgroepen

Zelfhulpgroepen bieden personen met scheelzien de mogelijkheid om ervaringen te delen, tips uit te wisselen en elkaar te ondersteunen. Deze groepen kunnen bijdragen aan het gevoel van gemeenschap en begrip.

Multidisciplinaire aanpak

Scheelzien vereist vaak een multidisciplinaire aanpak, waarbij oogartsen, orthoptisten, psychologen, en andere zorgverleners samenwerken om de beste zorg te bieden. De keuze van behandeling hangt af van de aard en de ernst van de aandoening, de leeftijd van de persoon en eventuele bijkomende gezondheidsproblemen.

Prognose van scheelzien

Vroege detectie en behandeling

Een van de meest bepalende factoren voor een gunstige prognose bij scheelzien is vroege detectie en behandeling. Wanneer scheelzien wordt geïdentificeerd bij zuigelingen of jonge kinderen, kunnen behandelingen effectiever zijn omdat de visuele ontwikkeling nog in volle gang is. Het vroegtijdig corrigeren van de oogstand en het voorkomen van amblyopie (een ‘lui oog’) is essentieel om een normaal zicht te ontwikkelen.

Leeftijd van de persoon

De leeftijd waarop scheelzien wordt gediagnosticeerd, speelt een rol in de prognose. Bij kinderen kan de aandoening vaak succesvol worden gecorrigeerd, terwijl bij volwassenen met langdurig onbehandeld scheelzien, het herstellen van een normale oogstand moeilijker kan zijn. Chirurgische correctie kan echter nog steeds gunstige resultaten opleveren bij volwassenen.

Soort scheelzien

Het type scheelzien heeft invloed op de prognose. Er zijn verschillende vormen van scheelzien, waaronder convergent scheelzien (inwaarts), divergent scheelzien (uitwaarts), verticaal scheelzien (omhoog of omlaag gericht), en cyclisch scheelzien (afwisselend). De prognose kan variëren afhankelijk van het type en de mate van scheelzien.

Onderliggende oorzaak

De onderliggende oorzaak van scheelzien kan ook van invloed zijn op de prognose. Sommige gevallen van scheelzien zijn het gevolg van refractieafwijkingen, terwijl andere kunnen worden veroorzaakt door problemen met de oogspieren, neurologische aandoeningen of een trauma. De oorzaak bepaalt vaak welke behandeling het meest geschikt is en welke resultaten kunnen worden verwacht.

Effectiviteit van behandeling

De effectiviteit van de gekozen behandeling is een cruciale factor in de prognose van scheelzien. In veel gevallen kan scheelzien succesvol worden gecorrigeerd met behulp van behandelingsopties zoals brillen, contactlenzen, oogspieroefeningen of chirurgie. Het is belangrijk dat behandelingen nauwgezet worden opgevolgd en dat de aanbevelingen van zorgverleners worden opgevolgd om optimale resultaten te bereiken.

Blijvende effecten

In sommige gevallen kunnen er blijvende effecten of resterende afwijkingen in de oogstand optreden, zelfs na behandeling. Dit kan variëren van subtiele afwijkingen tot volledige correctie, afhankelijk van de complexiteit van de aandoening. Personen met resterende afwijkingen kunnen profiteren van verdere behandelingen of optische hulpmiddelen.

Psychische gevolgen

De prognose van de psychische gevolgen van scheelzien is ook belangrijk om te overwegen. Personen met scheelzien kunnen psychische uitdagingen ervaren, zoals een negatief zelfbeeld en sociale angst. Het bieden van psychologische ondersteuning en therapie kan bijdragen aan een verbeterde psychische gezondheid en kwaliteit van leven.

Complicaties van strabisme

Dubbelzien (diplopie)

Een veelvoorkomende complicatie van scheelzien is dubbelzien, ook wel diplopie genoemd. Dit treedt op wanneer de ogen niet goed samenwerken en afzonderlijke beelden naar de hersenen worden gestuurd. Het ervaren van dubbelzien kan verwarrend en frustrerend zijn, vooral bij dagelijkse activiteiten zoals lezen, autorijden en kijken naar een scherm.

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Autorijden, met blik op dashboard van de wagen en de weg

Verminderd dieptezicht

Scheelzien kan leiden tot een verminderd dieptezicht, omdat de ogen niet goed samenwerken om een enkel, gecombineerd beeld te creëren. Dit kan leiden tot problemen bij het inschatten van afstanden en het grijpen of raken van objecten. Personen met verminderd dieptezicht lopen een verhoogd risico op ongevallen, vooral bij activiteiten zoals sporten.

Amblyopie (lui oog)

Een ernstige complicatie van scheelzien is amblyopie, ook wel een ‘lui oog’ genoemd. Bij amblyopie ontwikkelt een oog een zwakker zicht dan het andere omdat de hersenen het signaal van het ‘luie’ oog negeren. Als amblyopie niet vroegtijdig wordt behandeld, kan het leiden tot blijvend verlies van gezichtsvermogen in het aangetaste oog.

Sociale en psychologische uitdagingen

Scheelzien kan psychosociale complicaties veroorzaken. Personen met scheelzien kunnen geconfronteerd worden met een negatief zelfbeeld, een gebrek aan zelfvertrouwen en sociale angst. Ze kunnen zich onzeker voelen over hun uiterlijk en terughoudend zijn om oogcontact te maken tijdens gesprekken.

Problemen met sociale interacties

Personen met scheelzien kunnen moeite hebben met sociale interacties, vooral als ze geconfronteerd worden met vooroordelen of stigmatisering. Dit kan leiden tot isolement en het vermijden van sociale situaties, wat de kwaliteit van leven kan verminderen.

Vermoeidheid en hoofdpijn

Het constant aanpassen van de oogstand om scheelzien te corrigeren, kan leiden tot vermoeidheid van de oogspieren en frequente hoofdpijn. Dit kan de dagelijkse activiteiten bemoeilijken en de levenskwaliteit negatief aantasten.

Vermoeidheid: Vermoeide vrouw achter laptop

Vermoeidheid: Vermoeide vrouw achter laptop

Verminderde kwaliteit van leven

Over het algemeen kan scheelzien een negatieve invloed hebben op de algehele kwaliteit van leven. Personen kunnen dagelijkse uitdagingen ervaren en beperkingen voelen in hun fysieke, sociale en emotionele welzijn.

Verminderde werkprestaties

Volwassenen met scheelzien kunnen belemmeringen ervaren in hun professionele leven. Ze kunnen moeite hebben met taken die een nauwkeurig zicht en oog-handcoördinatie vereisen, wat hun werkprestaties kan beïnvloeden.

Preventie van strabismus

Regelmatige oogonderzoeken

Een van de belangrijkste stappen in de preventie van scheelzien is het regelmatig laten controleren van de ogen door een oogarts. Oogonderzoeken kunnen eventuele afwijkingen in de oogstand of visuele problemen vroegtijdig identificeren. Dit is met name cruciaal voor kinderen, omdat vroege detectie kan helpen bij het voorkomen van amblyopie (lui oog), een aandoening waarbij een oog zwakker wordt door gebrek aan gebruik.

Kinderoogonderzoek

Voor kinderen is het van groot belang om hun ogen te laten onderzoeken op jonge leeftijd, zelfs als er geen zichtbare tekenen van scheelzien zijn. Kinderoogonderzoek kan aandoeningen identificeren die anders onopgemerkt zouden blijven. Een vroege behandeling kan het risico op blijvende visuele problemen verminderen.

Behandeling van refractieafwijkingen

Refractieafwijkingen zoals bijziendheid (myopie), verziendheid (hypermetropie) en astigmatisme kunnen bijdragen aan scheelzien. Het dragen van voorgeschreven brillen of contactlenzen om deze afwijkingen te corrigeren, kan helpen bij het voorkomen van scheelzien, vooral bij kinderen.

Gezonde levensstijl

Het handhaven van een gezonde levensstijl kan indirect bijdragen aan de preventie van scheelzien. Dit omvat niet roken tijdens de zwangerschap, omdat roken verband houdt met een verhoogd risico op vroeggeboorte en laag geboortegewicht, factoren die scheelzien kunnen bevorderen. Het bevorderen van borstvoeding in de vroege kinderjaren kan ook helpen bij de ontwikkeling van de visie.

Roken: Sigarettenpeuken op de grond

Roken: Sigarettenpeuken op de grond

Bescherming van de ogen

Bij bepaalde activiteiten, zoals sporten of het uitvoeren van klusjes, is het belangrijk om de ogen te beschermen om verwondingen te voorkomen. Oogletsel kan leiden tot scheelzien, vooral bij kinderen. Het dragen van veiligheidsbrillen of helmen kan helpen bij het voorkomen van ongevallen die het gezichtsvermogen kunnen aantasten.

Bewustzijn en vroegtijdige behandeling

Het vergroten van het bewustzijn rond scheelzien en de mogelijke risicofactoren is een belangrijk aspect van preventie. Ouders en zorgverleners moeten alert zijn op tekenen van scheelzien bij kinderen en onmiddellijk professionele hulp zoeken als er vermoedens zijn. Een vroege behandeling kan het risico op complicaties verminderen.

Genetische screening

In sommige gevallen kan scheelzien een genetische component hebben. Als er familiegeschiedenis is van scheelzien, kan genetische screening en advies van een geneticus worden overwogen om het risico bij toekomstige generaties te begrijpen en te beheren.

Omgaan met scheelzien in het dagelijks leven

Medische behandeling en ondersteuning

De behandeling van scheelzien begint meestal met medische behandelingen  om de oogstand te corrigeren. Deze behandelingen omvatten het dragen van voorgeschreven brillen of contactlenzen, oogdruppels, prisma’s, oogspieroefeningen en in sommige gevallen chirurgische ingrepen. Het opvolgen van de aanbevelingen van zorgverleners en het regelmatig bijwonen van afspraken is cruciaal om de beste resultaten te bereiken.

Onderwijsondersteuning

Kinderen met scheelzien hebben mogelijk extra onderwijsondersteuning nodig om hen te helpen bij hun leerprestaties. Individuele onderwijsplannen (IEP’s) kunnen worden opgesteld om ervoor te zorgen dat kinderen met scheelzien toegang hebben tot de juiste hulpmiddelen en aanpassingen op school. Leerkrachten en schoolpersoneel kunnen ook worden ingelicht over de behoeften van het kind.

Zelfvertrouwen en zelfbeeld

Het is belangrijk om te werken aan het zelfvertrouwen en zelfbeeld van personen met scheelzien, vooral bij kinderen. Een positief zelfbeeld en het benadrukken van individuele kwaliteiten en talenten kunnen helpen bij het opbouwen van zelfvertrouwen. Het is essentieel om de aandoening te erkennen als slechts een aspect van iemands identiteit.

Psychologische ondersteuning

Psychologische ondersteuning kan van onschatbare waarde zijn voor personen met scheelzien. Psychologen en therapeuten kunnen helpen bij het omgaan met eventuele psychische gevolgen, zoals angst, depressie en sociale angst. Copingmechanismen en emoties verwerken kunnen de mentale gezondheid verbeteren.

Ondersteunende netwerken

Partner, familie en vrienden spelen een belangrijke rol in het bieden van emotionele ondersteuning aan personen met scheelzien. Een ondersteunende omgeving waarin open communicatie wordt aangemoedigd, kan bijdragen aan het gevoel van acceptatie en begrip.

Zelfhulpgroepen

Zelfhulpgroepen bieden personen met scheelzien de mogelijkheid om ervaringen te delen, tips uit te wisselen en elkaar te ondersteunen. Deze groepen kunnen een gevoel van verbondenheid en begrip bieden. Je kan hier ook praktische adviezen krijgen over hoe om te gaan met dagelijkse uitdagingen.

Praktische tips

Naast medische en psychologische ondersteuning zijn er praktische tips die kunnen helpen bij het omgaan met scheelzien in het dagelijks leven. Enkele van deze tips zijn:

  • Oogzorgroutine: Een voorgeschreven bril of lenzen dragen en voorgeschreven medicijnen nemen, kan helpen de oogezondheid te behouden.
  • Ooghygiëne: Zorg voor een goede ooghygiëne om ooginfecties te voorkomen. Dit omvat regelmatig handen wassen en het vermijden van oogwrijven.
  • Vermijd vermoeidheid: Rust de ogen uit als ze moe zijn en vermijd overmatig gebruik van beeldschermen. Regelmatige pauzes tijdens computerwerk en lezen kunnen de ogen ontlasten.
  • Goede verlichting: Zorg voor voldoende en goede verlichting bij activiteiten zoals lezen en schrijven om de ogen te ontzien.
  • Bewust oogcontact: Personen met scheelzien kunnen bewust oogcontact maken om ongemakkelijke situaties te vermijden. Het kan helpen bij sociale interacties.
  • Ondersteuningssystemen: Gebruik technologische hulpmiddelen zoals schermuitleesprogramma’s en vergrotingssoftware om digitale inhoud toegankelijk te maken voor mensen met scheelzien.
  • Leefstijl: Een gezonde levensstijl, waaronder een evenwichtige voeding, en regelmatige lichaamsbeweging, kan bijdragen aan de algehele gezondheid en welzijn.
Deel dit:
Advertenties

  1. Aanpassingsstoornissen bij personen met een visuele handicap16-03-2024 08:03:41
  2. Vitaminen en ooggezondheid13-03-2024 07:03:10
  3. Oogproblemen bij het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS)12-03-2024 12:03:22
  4. Tranende / Waterige ogen08-03-2024 08:03:44
  5. Oogafscheiding07-03-2024 06:03:38
  6. Oogallergie06-03-2024 04:03:47
  7. Gezwollen ogen en oogleden05-03-2024 08:03:08
  8. Brandende ogen04-03-2024 06:03:39
  9. Oogwrijven28-02-2024 03:02:01
  10. Rode ogen27-02-2024 07:02:01
  11. Acupunctuur voor de ogen26-02-2024 04:02:00
  12. Slechtziend: Tips bij plotselinge misselijkheid door fel licht24-02-2024 05:02:38
  13. Problemen met het zien van details24-02-2024 01:02:17
  14. Ectropion (onderste ooglid draait naar buiten)20-02-2024 01:02:26
  15. Waarom mag je niet met je ogen in de zon kijken?20-02-2024 08:02:50
  16. Jeukende ogen19-02-2024 02:02:04
  17. Visuele cortex in hersenen: Verwerken van visuele informatie19-02-2024 02:02:12
  18. Oogproblemen bij Multiple Sclerose (MS)19-02-2024 06:02:50
  19. Wisselend zicht bij slechtzienden19-02-2024 05:02:16
  20. Kunnen blinden en slechtzienden lijden aan reisziekte?09-01-2024 07:01:22
  21. Kunnen blinden en slechtzienden ook claustrofobie hebben?14-12-2023 07:12:22
  22. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 03:12:00
  23. Automutilatie (zelfverwonding) bij blinden en slechtzienden09-12-2023 02:12:54
  24. Vervormd zien (metamorfopsie)19-11-2023 07:11:22
  25. Maculagat18-11-2023 04:11:07
  26. Iris (regenboogvlies): Aandoeningen en problemen13-11-2023 06:11:03
  27. Oogzenuw (opticus nervus): Aandoeningen en problemen11-11-2023 04:11:00
  28. Oogbindvlies (conjunctiva): Aandoeningen en problemen11-11-2023 02:11:17
  29. Ooglid / Oogleden: Aandoeningen en problemen11-11-2023 01:11:24
  30. Netvlies (retina): Aandoeningen en problemen11-11-2023 08:11:22
  31. Wetenschappelijke onderzoeken die blinden weer willen doen zien06-11-2023 07:11:28
  32. Foropter: Instrument voor oogonderzoeken en bepalen van oogcorrectie04-11-2023 05:11:50
  33. Pterygium04-11-2023 03:11:56
  34. Pinguecula04-11-2023 03:11:33
  35. Trachoom04-11-2023 03:11:05
  36. Premature retinopathie04-11-2023 03:11:22
  37. Trichiasis04-11-2023 03:11:44
  38. Subconjunctivale bloeding04-11-2023 03:11:02
  39. Hoornvlieslittekens04-11-2023 03:11:11
  40. Scleritis04-11-2023 03:11:46
  41. Oogziekte van Graves04-11-2023 03:11:21
  42. De invloed van hydratatie op de ooggezondheid03-11-2023 03:11:38
  43. Oogontsteking02-11-2023 02:11:48
  44. Oogzenuwontsteking02-11-2023 02:11:32
  45. Oogkasontsteking (orbitale cellulitis)02-11-2023 01:11:01
  46. Nachtblindheid01-11-2023 01:11:32
  47. Hormonale veranderingen en oogproblemen01-11-2023 12:11:06
  48. Oogirritatie01-11-2023 07:11:00
  49. Ooginfarct01-11-2023 07:11:35
  50. Oftalmoplegie (verzwakte of verlamde oogspieren)01-11-2023 07:11:51
  51. Oculaire toxoplasmose01-11-2023 07:11:44
  52. Meibomitis29-10-2023 08:10:19
  53. Hoornvlies: Aandoeningen en problemen met de cornea29-10-2023 03:10:09
  54. Ziekte van Coats29-10-2023 02:10:31
  55. Lagoftalmie (niet kunnen knipperen of ogen niet volledig kunnen sluiten)29-10-2023 02:10:45
  56. Macula-oedeem29-10-2023 02:10:30
  57. Maculapucker29-10-2023 02:10:20
  58. Kleurenblindheid29-10-2023 02:10:30
  59. Keratitis (hoornvliesontsteking)27-10-2023 01:10:02
  60. Coördinatieproblemen bij blinden en slechtzienden26-10-2023 02:10:47
  61. Duizeligheid bij blinden en slechtzienden26-10-2023 07:10:21
  62. Hypertensieve retinopathie25-10-2023 05:10:59
  63. Herpes in het oog (oculaire herpes, oogherpes)25-10-2023 05:10:43
  64. Gordelroos in het oog25-10-2023 05:10:07
  65. Hoornvlieszweer25-10-2023 05:10:14
  66. Hoornvliestroebelingen25-10-2023 05:10:27
  67. Paniekaanvallen bij blinden en slechtzienden25-10-2023 05:10:15
  68. Ziekenhuisinfecties die de ogen kunnen aantasten24-10-2023 11:10:48
  69. Invloed van airconditioning op de ooggezondheid24-10-2023 11:10:57
  70. Hart- en vaataandoeningen bij blinden en slechtzienden24-10-2023 05:10:17
  71. Fluoresceïnekleuring van het oog: Diagnostische hulpmiddel voor oogaandoeningen24-10-2023 05:10:22
  72. Ooginfecties23-10-2023 05:10:46
  73. Eenzaamheid bij blinden en slechtzienden23-10-2023 03:10:04
  74. Hordeolum (strontje): Ooginfectie23-10-2023 07:10:57
  75. Hoornvliesletsels23-10-2023 07:10:30
  76. Usher-syndroom23-10-2023 07:10:04
  77. Hemianopsie: Verlies van gezichtsveld in één of beide ogen23-10-2023 07:10:14
  78. Invloed van melatonine op blinden21-10-2023 01:10:58
  79. Leber Congenitale Amaurose21-10-2023 11:10:18
  80. Sneeuwblindheid21-10-2023 11:10:37
  81. Retinoblastoom (netvlieskanker)21-10-2023 11:10:23
  82. Oogkanker21-10-2023 11:10:08
  83. Halo’s en lichtverblinding21-10-2023 11:10:36
  84. Hoornvliesdystrofie21-10-2023 11:10:59
  85. Hand- en polsklachten bij blinden en slechtzienden20-10-2023 03:10:08
  86. Keratoconus (kegelvormig en dunner hoornvlies)20-10-2023 11:10:46
  87. Scotomen (blinde vlekken in gezichtsveld)20-10-2023 11:10:27
  88. Ptosis (ptose): Afhangend ooglid20-10-2023 11:10:25
  89. Visual snow syndrome20-10-2023 11:10:57
  90. Uveïtis20-10-2023 11:10:13
  91. Lichttherapie bij blinden als behandeling voor melatoninetekort19-10-2023 05:10:29
  92. Scleralenzen: Behandeling van verschillende oogproblemen19-10-2023 04:10:22
  93. Scheelzien (strabisme, strabismus)19-10-2023 07:10:52
  94. Vaak voorkomende oogproblemen en oogziekten bij kinderen19-10-2023 06:10:44
  95. Leber Erfelijke Optische Neuropathie (LHON)18-10-2023 11:10:30
  96. Verziendheid (hypermetropie)18-10-2023 07:10:02
  97. Droge ogen17-10-2023 05:10:51
  98. Kunsttranen17-10-2023 04:10:05
  99. Schouderpijn en schouderklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 10:10:08
  100. Rugpijn en rugklachten bij blinden en slechtzienden16-10-2023 07:10:02
  101. Nystagmus (onwillekeurige, ritmische oogbewegingen)16-10-2023 06:10:24
  102. Binoculair onderzoek: Onderzoek van samenwerking tussen de ogen14-10-2023 06:10:22
  103. MRI-scan van de ogen: Gedetailleerde beelden van ogen en omliggende structuren14-10-2023 06:10:46
  104. Lichtgevoeligheidstest: Onderzoeken van oogreacties op licht14-10-2023 06:10:06
  105. Biopsie van het oog: Weefsel uit oog verwijderen en onderzoeken14-10-2023 06:10:56
  106. Traanfilmonderzoek13-10-2023 06:10:57
  107. Spleetlamponderzoek (biomicroscopie)13-10-2023 06:10:03
  108. Refractie-onderzoek (oogmeting)13-10-2023 05:10:32
  109. Pupilverwijding (pupildilatatie): Pupil vergroten (meestal via oogdruppels)13-10-2023 05:10:18
  110. Pachymetrie van het hoornvlies: Dikte van hoornvlies meten13-10-2023 05:10:22
  111. Oogspierfunctietest: Bewegingen van oogspieren beoordelen13-10-2023 05:10:33
  112. Oogdrukmeting (tonometrie)13-10-2023 05:10:33
  113. Oogechografie: Gedetailleerde blik op de oogstructuren13-10-2023 05:10:44
  114. Oftalmoscopie (fundoscopie): Diepgaand onderzoek van het oog13-10-2023 05:10:47
  115. OCT-angiografie: Beeldvorming van oogbloedvaten zonder kleurstoffen13-10-2023 05:10:10
  116. Netvliesonderzoek: Afwijkingen of problemen in netvlies opsporen13-10-2023 05:10:02
  117. Kleurentest: Beoordeling van kleurenzicht13-10-2023 04:10:08
  118. Gonioscopie: Beoordeling van de ooghoek13-10-2023 04:10:16
  119. Fundusfotografie: Gedetailleerde beelden van achterste deel van het oog13-10-2023 04:10:50
  120. Fluoresceïne-angiografie: Onderzoek van netvliesbloedvaten met kleurstof13-10-2023 04:10:33
  121. Elektrofysiologische oogonderzoeken: Elektrische evaluatie van de gezondheid van het oog13-10-2023 04:10:44
  122. CT-scan van de ogen en oogkas: Gedetailleerde beeldvorming13-10-2023 03:10:58
  123. Corneatopografie: Gedetailleerde meting van het hoornvlies13-10-2023 03:10:53
  124. Contrastgevoeligheidstest: Oogonderzoek om contrastvermogen te onderzoeken13-10-2023 03:10:33
  125. Biometrie: Oogonderzoek om nauwkeurige oogmetingen te krijgen13-10-2023 03:10:08
  126. Oogzalven: Soorten, gebruik, tips en hulpmiddelen13-10-2023 06:10:58
  127. Netvliesloslating09-10-2023 01:10:45
  128. Onzekerheid bij blinden en slechtzienden08-10-2023 01:10:17
  129. Abnormale hoofdpositie bij oogproblemen08-10-2023 01:10:21
  130. Spierstijfheid, spierpijn en spierspanning bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:57
  131. Nekpijn bij blinden en slechtzienden08-10-2023 12:10:36
  132. Burn-out bij blinden en slechtzienden08-10-2023 07:10:34
  133. Ziekte van Stargardt (juveniele maculadegeneratie)07-10-2023 01:10:25
  134. Glasvochtbloeding07-10-2023 11:10:22
  135. Fotopsie: (Licht)flitsen of flikkeringen in gezichtsveld zien07-10-2023 06:10:46
  136. Floaters (mouches volantes): Zwevende deeltjes in gezichtsveld07-10-2023 05:10:04
  137. Psychische oorzaken van tijdelijke of permanente slechtziendheid en blindheid05-10-2023 05:10:55
  138. Pupilgrootte: Miosis (abnormaal vernauwde pupillen) en mydriasis (abnormaal verwijde pupillen)05-10-2023 06:10:56
  139. Retinitis pigmentosa (RP)04-10-2023 04:10:18
  140. Vragen stellen aan je oogarts04-10-2023 01:10:21
  141. Zeer slechtziend en naar de oogarts blijven gaan04-10-2023 12:10:50
  142. Gezichtsveld en gezichtsveldonderzoek03-10-2023 04:10:30
  143. Gevoelens van verlies bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:25
  144. Mentale impact van ernstige oogproblemen bij blinden en slechtzienden02-10-2023 02:10:33
  145. Hoofdpijn bij blinden en slechtzienden02-10-2023 05:10:58
  146. Exoftalmie (proptosis) (abnormaal uitpuilende ogen)30-09-2023 02:09:01
  147. Episcleritis30-09-2023 02:09:22
  148. Entropion (onderste ooglid draait naar binnen)30-09-2023 02:09:29
  149. Diplopie (dubbelzien)30-09-2023 02:09:56
  150. Dacryostenose30-09-2023 02:09:24
  151. Visuele hallucinaties30-09-2023 10:09:48
  152. Drugsverslaving en medicatiemisbruik: Effecten op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 07:09:24
  153. De invloed van het gebruik van medicatie op de ogen en ooggezondheid30-09-2023 06:09:31
  154. Body Integrity Identity Disorder (BIID): Verlangen om blind te zijn29-09-2023 01:09:30
  155. Omgaan met (constante) veranderende en/of bevende beelden in gezichtsvermogen29-09-2023 11:09:46
  156. Kunnen blinden en slechtzienden hoogtevrees hebben?29-09-2023 07:09:20
  157. Weer (iets) kunnen zien na tijdelijk of permanent blind of slechtziend te zijn geweest29-09-2023 07:09:14
  158. Cytomegalovirus (CMV) retinitis28-09-2023 04:09:49
  159. Convergentie-insufficiëntie28-09-2023 04:09:41
  160. Conjunctivitis (oogbindvliesontsteking)28-09-2023 04:09:14
  161. Computer Vision Syndrome28-09-2023 04:09:01
  162. Coloboom28-09-2023 04:09:55
  163. Chalazion (gerstekorrel aan ooglid)28-09-2023 04:09:25
  164. Cerebrale Visuele Inperking (CVI)28-09-2023 04:09:04
  165. Centrale sereuze retinopathie28-09-2023 04:09:08
  166. Cat Eye Syndroom28-09-2023 04:09:30
  167. ADOA (autosomale dominante optische atrofie)28-09-2023 04:09:50
  168. Bradyopsie28-09-2023 04:09:00
  169. Blefarospasme (overmatig oogknipperen)28-09-2023 04:09:28
  170. Blefaritis28-09-2023 04:09:49
  171. Birdshot Chorioretinopathie28-09-2023 04:09:19
  172. Bijziendheid (myopie)28-09-2023 04:09:46
  173. Astigmatisme28-09-2023 04:09:18
  174. Vermoeide ogen (oogvermoeidheid)28-09-2023 04:09:47
  175. Anoftalmie28-09-2023 04:09:15
  176. Anisocorie28-09-2023 04:09:45
  177. Aniridie28-09-2023 04:09:43
  178. Geen dieptezicht hebben27-09-2023 07:09:19
  179. De impact van luchtvervuiling op de ogen en ooggezondheid26-09-2023 07:09:31
  180. De impact van UV-blootstelling op de ogen26-09-2023 06:09:55
  181. Mineralen en ooggezondheid24-09-2023 03:09:18
  182. Voedingsvezels en ooggezondheid24-09-2023 01:09:24
  183. Antioxidantrijke voedingsmiddelen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:48
  184. Bessen en ooggezondheid24-09-2023 01:09:50
  185. Luteïne en zeaxanthine voor ooggezondheid24-09-2023 01:09:18
  186. Zink en ooggezondheid24-09-2023 01:09:53
  187. Omega-3 vetzuren en ooggezondheid24-09-2023 01:09:04
  188. De invloed van cafeïne op de ogen en ooggezondheid24-09-2023 12:09:01
  189. De invloed van chocolade op de ogen en ooggezondheid24-09-2023 12:09:21
  190. De invloed van een overmatige zoutinname op de ogen en ooggezondheid24-09-2023 12:09:36
  191. De invloed van suiker op de ogen en ooggezondheid24-09-2023 11:09:10
  192. Waarom zie je beter als je je ogen samenknijpt?24-09-2023 11:09:46
  193. Achromatopsie (volledige kleurenblindheid)24-09-2023 05:09:27
  194. Ametropie23-09-2023 06:09:15
  195. Amblyopie (lui oog)23-09-2023 05:09:28
  196. Amaurosis fugax, tijdelijke plotselinge en gedeeltelijke blindheid23-09-2023 05:09:40
  197. Albinisme23-09-2023 05:09:10
  198. Afakie23-09-2023 05:09:02
  199. Achterste glasvochtloslating23-09-2023 04:09:55
  200. Acanthamoeba keratitis23-09-2023 11:09:53

Laatst bijgewerkt op 28 februari 2024 – 07:03