Vragen die je best niet aan een blinde of slechtziende persoon stelt

Blinden en slechtzienden zijn mensen zoals iedereen. Ze hebben dezelfde behoeften, wensen en dromen. Toch zijn er ook een aantal dingen die je best niet aan een blinde of slechtziende persoon moet vragen. Deze vragen kunnen als onbeleefd of ongepast worden ervaren voor sommige mensen, al varieert dit wel omdat iedereen uniek is en vragen anders interpreteert. Het is belangrijk om respectvol en gevoelig te zijn in onze interacties met mensen die blind of slechtziend zijn.

Inhoudsopgave

1 “Hoeveel vingers steek ik op?”
2 “Kun je helemaal niets zien?”
3 “Hoe doe je … zonder te kunnen zien?”
4 “Waarom gebruik je een witte stok als je nog iets kunt zien?”
5 “Hoe ben je blind geworden?”
6 “Ben je zo geboren?”
7 “Wat zie je nog?”
8 “Kijk! Zie je dat nou niet?!”
9 “Kan je geen bril dragen” of “Is er geen operatie mogelijk?”
10 “Mag je nog werken? / Werk je nog? / Waarom werk je niet”?
11 Privévragen
12 Tips voor het omgaan met blinden en slechtzienden

“Hoeveel vingers steek ik op?”

Deze vraag kan als ongevoelig worden beschouwd omdat het de persoon in een ongemakkelijke positie kan brengen. Het is belangrijk om te onthouden dat blindheid een spectrum is en dat sommige mensen met een visuele beperking nog steeds enige vorm van zicht kunnen hebben.

“Kun je helemaal niets zien?”

Dit is een veel voorkomende misvatting over blindheid. Veel mensen die als blind worden beschouwd, hebben nog enige mate van zicht (juridisch / maatschappelijk blind of zwaar slechtziend). Het is beter om te vragen hoe iemand zijn of haar omgeving waarneemt in plaats van aan te nemen dat ze helemaal niets kunnen zien.

“Hoe doe je … zonder te kunnen zien?”

Hoewel deze vraag misschien uit nieuwsgierigheid wordt gesteld, kan het als ongevoelig worden beschouwd. Mensen met een visuele beperking ontwikkelen vaak vaardigheden en technieken om taken uit te voeren zonder te kunnen zien. Het is beter om te vragen hoe iemand een taak uitvoert, in plaats van te benadrukken wat ze niet kunnen doen. Niet elke blinde of slechtziende persoon zal gekwetst zijn met deze vraag, maar voor sommigen kan dit wel kwetsend overkomen.

“Waarom gebruik je een witte stok als je nog iets kunt zien?”

Niet alle mensen met een visuele beperking zijn volledig blind. Sommigen kunnen vormen, licht en donker, of kleuren zien. Ze kunnen een witte stok gebruiken om zich te helpen verplaatsen en obstakels te vermijden. Het is belangrijk om te onthouden dat niet alle visuele beperkingen er hetzelfde uitzien.

“Hoe ben je blind geworden?”

Een van de meest voorkomende vragen die blinden en slechtzienden krijgen is: “Hoe ben je blind geworden?”. Deze vraag kan door sommige personen als onbeleefd worden ervaren, omdat het impliceert dat de blindheid of slechtziendheid een probleem is. Daarnaast is dit een vraag die voor sommigen onbeleefd, verdrietig, confronterend en/of privacygevoelig ligt.

“Ben je zo geboren?”

De vraag “Ben je zo geboren?” kan voor sommige blinde of slechtziende personen ongemakkelijk of zelfs beledigend overkomen. De vraag kan impliceren dat blindheid of slechtziendheid iets is om je voor te schamen of dat het iets is dat iemand kan “kiezen”.

In werkelijkheid is blindheid of slechtziendheid vaak een genetische aandoening of het gevolg van een ongeluk of ziekte. Er is dus geen sprake van een keuze.

Daarnaast kan de vraag “Ben je zo geboren?” ook impliceren dat blinde of slechtzienden een minderwaardig leven hebben. De vraag kan suggereren dat blinde of slechtzienden een minder goede kwaliteit van leven hebben dan mensen die kunnen zien.

Dit is natuurlijk niet het geval. Blinde en slechtzienden kunnen net zo gelukkig en succesvol zijn als mensen die kunnen zien. Ze hebben misschien gewoon andere uitdagingen en mogelijkheden te overwinnen.

“Wat zie je nog?”

De vraag “Wat zie je nog?” is een vraag die veel mensen stellen aan blinde of slechtziende personen. Deze vraag kan legitiem zijn, en soms zelfs handig zijn. Het is echter belangrijk om te onthouden dat blinde en slechtziende personen individuen zijn. Ze hebben verschillende ervaringen en behoeften. De manier waarop een persoon reageert op deze vragen, hangt af van de persoon zelf.

Sommige mensen vinden het geen probleem om deze vragen te beantwoorden. Ze zijn blij om hun ervaringen te delen en anderen te informeren over blindheid of slechtziendheid.

Andere mensen vinden deze vragen echter ongemakkelijk of zelfs beledigend. Ze kunnen het gevoel hebben dat hun visuele beperking wordt geminimaliseerd of dat ze niet worden geaccepteerd zoals ze zijn.

De vraag kan impliceren dat de blinde of slechtziende persoon iets te verliezen heeft. Het kan de indruk geven dat de persoon zich beroerd moet voelen over zijn of haar visuele beperking. Daarnaast is het voor een blinde of slechtziende persoon vaak moeilijk om te beantwoorden wat hij of zij nog ziet. De mate van blindheid of slechtziendheid kan variëren, en wat een persoon wel of niet kan zien, is vaak afhankelijk van de situatie.

Het is dus belangrijk om voorzichtig te zijn met deze vragen. Het is beter om eerst te vragen of de persoon het oké vindt om deze vragen te beantwoorden.

“Kijk! Zie je dat nou niet?!”

De uitdrukking “kijk! Zie je dat nou niet?!” is ook een uitdrukking die vaak wordt gebruikt tegen blinde of slechtziende personen. Deze uitdrukking kan beledigend zijn omdat het impliceert dat de blinde of slechtziende persoon iets niet kan zien wat iedereen anders wel kan zien.

Deze uitdrukking kan ook frustrerend zijn voor de blinde of slechtziende persoon. De persoon kan zich voelen alsof hij of zij wordt gekleineerd of genegeerd.

Een beter alternatief voor de uitdrukking “kijk! Zie je dat nou niet!” is om de blinde of slechtziende persoon te beschrijven wat je ziet. Je kunt bijvoorbeeld zeggen:

“Er staat een mooie bloem.”
“Er vliegt een vogel voorbij.”
“Er loopt een hond.”

Deze uitdrukkingen laten de blinde of slechtziende persoon weten wat er om hem of haar heen gebeurt. Ze laten ook zien dat je geïnteresseerd bent in wat de persoon ervaart.

“Kan je geen bril dragen” of “Is er geen operatie mogelijk?”

De vraag “Kan je geen bril dragen” of “Is er geen operatie mogelijk?” is een andere vraag die vaak wordt gesteld aan blinde of slechtziende personen. Deze vraag kan ook ongepast zijn om een aantal redenen.

Ten eerste is deze vraag vaak gebaseerd op het vooroordeel dat blindheid of slechtziendheid altijd te genezen is. Dit is niet altijd het geval. Er zijn veel verschillende soorten blindheid en slechtziendheid, en er is niet altijd een genezing mogelijk.

Ten tweede kan deze vraag de persoon met een visuele beperking kwetsen of beledigen. Mensen met een visuele beperking kunnen zich ongemakkelijk of zelfs boos voelen als ze deze vraag krijgen. Ze kunnen het gevoel hebben dat hun visuele beperking wordt geminimaliseerd of dat ze niet worden geaccepteerd zoals ze zijn.

Ten derde is deze vraag niet altijd relevant. Het is niet altijd nodig om te weten of een bril of operatie kan helpen. Het is belangrijker om de persoon als individu te zien en om geïnteresseerd te zijn in zijn of haar ervaringen.

“Mag je nog werken? / Werk je nog? / Waarom werk je niet”?

Deze vragen kunnen impliceren dat blinde of slechtziende personen niet in staat zijn om te werken. Het is belangrijk om te onthouden dat blinde en slechtziende personen net als iedereen een carrière kunnen hebben. Er zijn veel verschillende banen die geschikt zijn voor blinde of slechtziende personen.

Privévragen

Vragen over allerlei privé-onderwerpen zoals toiletbezoek, seks / relaties en het krijgen van kinderen die je normaal gesproken niet aan een onbekende zou stellen, zijn ook ongemakkelijk om ineens wel te stellen aan iemand die blind of slechtziend is.

Tips voor het omgaan met blinden en slechtzienden

Hier zijn enkele tips voor het omgaan met blinden en slechtzienden. Door deze tips te volgen, kun je een positieve ervaring creëren voor zowel jezelf als de blinde of slechtziende persoon.

Deel dit:

Advertenties

Laatst bijgewerkt op 19 februari 2024 – 18:24

Handicap & Integratie