Brailleschrift en Louis Braille

Dit is op aarde van
Al ‘t kwaad de grootste straf:
Wie eenmaal lezen kan,
Die leert het nooit meer af.
(Koos J. Versteeg)

(Met muzikale intermezzi door:
– Mischa Maisky, cello en
– Pavel Gililov, piano.)

Anderhalve eeuw geleden stierf Louis Braille, de Franse blinde, die ons het brailleschrift schonk.

Braille werd geboren op 4 januari 1809 en overleed op 6 januari 1852.

Braille

Braille

Inhoudsopgave

De blinde

(Guido Gezelle)

Ziet gij traagzaam heen bewegen
Dienen man, die wandelen gaat,
Langs de groene wentelwegen,
Waar zijn woonstee neffens staat.

Ziet gij dat edel hoofd omhoog
Rechtop zijn schouders staan,
En die altijd opene ooge
Zoekend naar den hemel gaan.

Ziet gij dat grootmoedig treden,
‘t Edele zwaaien van dien stok,
En een eenvoud van die leden
In dien simpelen zwarten rok?

Ziet gij …? Dankt nu God en looft Hem,
Want, die man daar, dien gij ziet,
Hij en ziet u – God beroofde hem
Van het licht – ‘m ziet u niet …

Inleiding

Op 6 januari j.l. was het precies 150 jaar geleden dat Louis Braille, de uitvinder van het brailleschrift, op 43-jarige leeftijd in Parijs overleed. Kort daarna werd het brailleschrift over de hele wereld als het officiële blindenschrift in gebruik genomen. Het heeft toch nog tot 1878 geduurd voor op een internationaal congres werd erkend dat braille het beste schrift voor blinden was; terwijl Louis Braille het al een eerste keer gepubliceerd had in 1829. De tweede, definitieve versie, verscheen in 1837.

Veel mensen denken, net zoals ze dat jaren geleden bij de opkomst van de cassetterecorder ook dachten, dat door de moderne spraaktechnologie en het elektronisch lezen, het lezen van brailleboeken een aflopende zaak is. Niets is echter minder waar. Als iemand het brailleschrift beheerst, zal het lezen van een brailleboek over het algemeen meer voldoening geven dan het beluisteren van hetzelfde boek in gesproken vorm. Bij een brailleboek lees je actief en kun je je beter in het boek inleven. Je kunt zelf je leestempo bepalen, doorbladeren en terugbladeren; allemaal handelingen die bij het lezen van een gewoon boek ook gebruikelijk zijn. Het gesproken boek blijft ondanks de vele voordelen, toch altijd een passieve aangelegenheid.

Wel zijn de tijden veranderd! Handmatig brailleren behoort tot het verleden en de computer nam het werk over. Maar of het nu met de hand of door de computer wordt aangemaakt, tot in lengte van jaren zal het brailleschrift de sleutel blijven voor ontspanning en ontwikkeling van de blinden over de hele wereld.

Trouwens, de computer vormt geen bedreiging voor het brailleschrift. Integendeel: de computer is een zeer goede aanvulling. Dankzij het internet en de brailleleesregel (een soort braillescherm) lezen blinden nu bijvoorbeeld dagbladen, die vroeger niet in braille konden worden omgezet.

Eerste intermezzo: Ave Maria (Gounod)

Een droevig verhaal

Het zou een droevig verhaal kunnen zijn, de levensgeschiedenis van Louis Braille; een relaas van ziekte, ongeluk, leed en teleurstelling, ware het niet dat in de 43 jaar waarover dit korte leven zich uitstrekt, de menselijke geest zich eenmaal vaker heeft doen kennen in zijn vermogen te triomferen over materiële nood en geestelijke tegenslag en in zijn vermogen om aan het eigen harde lot een zegen te ontworstelen voor veel mensen van eigen en latere tijd. Hieruit is het waarschijnlijk te verklaren dat zich rond de simpele feiten van dit mensenleven een zekere legendevorming heeft geweven, die het moeilijk maakt, de juiste gegevens vast te stellen, ook als men denkt de beste bronnen te gebruiken. Ik hoop uit het beschikbare materiaal de beste keuze te hebben gedaan.

Tweede intermezzo: Larghetto (Händel)

Geboren en getogen

Louis Braille werd geboren op 4 januari 1809 te Coupvray, een dorpje op 40 km van Parijs en dat in die dagen slechts 600 inwoners telde. Hij was de jongste zoon van Simon-René Braille, zadelmaker van beroep, en Monique Baron. De Brailles hadden nog drie andere kinderen: Louis-Simon (17), Cathérine-Joséphine (19) en Marie-Céline (14). Kleine Louis was dus in feite een “nakomertje”. Het gezin verkeerde in betrekkelijke welstand, daar de vader, naast zijn bedrijfje, ook nog wat land bezat. Een schaduw over het geluk van het rustige, liefdevolle gezin van de zadelmaker wierp aanstonds de zorgelijke gezondheidstoestand van de kleine Louis.

Men liet het kind reeds drie dagen na de geboorte dopen, omdat men vreesde dat het anders ongedoopt zou sterven, hetgeen voor goede katholieken als de Brailles waren, evenzeer te vrezen was als de dood zelf. Ook Louis Braille zelf is zijn hele leven een vroom katholiek gebleven. Het leven van de kleine bleef echter gespaard en Louis werd een vrolijk, beweeglijk kind, dat al spoedig een grote mate van intelligentie toonde.

Hij voelde zich bijzonder aangetrokken tot de werkplaats van zijn vader, waar hij graag met een scherp mes figuurtjes sneed uit leer. Deze liefhebberij zou hem noodlottig worden. Terwijl hij zich daarmee weer bezighield, viel hij met het mes in de hand en verwondde daarbij één der ogen. Er trad hoornvliesvertroebeling op en in een proces dat zich over enkele jaren uitstrekte, verloor hij volledig het gezichtsvermogen aan beide ogen. Met de huidige kennis van de geneeskunde inzake het bestrijden van infecties, had men dit wellicht kunnen voorkomen.

Derde intermezzo: Gavotte (Lully)

Verdriet

We zullen niet lang blijven stilstaan bij het ontzettende verdriet van de ouders, die niet anders konden denken dan dat door dit ongeluk alle kans op een gelukkig en nuttig leven voor het kind voorgoed was afgesloten. Ze zouden het stellig niet geloofd hebben als iemand hen had voorspeld dat de ramp, hun kind overkomen, een bron van onvoorstelbare zegen zou worden voor de blinden in alle landen en alle tijden. Toch begon men al spoedig de kleine Louis enig onderwijs te geven. Getroffen door zijn bijzondere intelligentie, bood de Abbé Palluy (de dorpspriester) aan hem les te geven, toen hij zes jaar oud was. Ook bezocht hij gedurende enige tijd de dorpsschool van Coupvray. Dit onderwijs was echter onvoldoende. Louis moest een opleiding hebben, die op zijn omstandigheden was ingesteld. Dat begreep de Marquis d’Orvilliers, die begunstiger was van het Koninklijk Instituut voor Jeugdige Blinden te Parijs. Nadat hij, klaarblijkelijk niet zonder moeite, de ouders had overtuigd van de wenselijkheid Louis naar dit instituut te zenden, werd deze op 15 februari 1819 aldaar als leerling geplaatst.

Vierde intermezzo: Melodie (Gluck)

Een nieuwe wereld

Coupvray-Parijs, een rit van 2½ uur met de diligence; maar die rit betekende voor Louis de overgang naar een geheel nieuwe wereld. Een wereld met nieuwe geluiden, nieuwe geuren, nieuwe ervaringen en met nieuwe mensen, die anders spraken dan de mensen van zijn dorp en over andere onderwerpen. Een andere wereld! Ja, maar één die nog heel weinig geleek op datgene waaraan wij denken, als we ons een modern blindeninstituut voorstellen. Het blindenonderwijs was toen nog maar enkele tientallen jaren oud en het verkeerde nog in een heel primitief stadium. Gedurende alle voorafgaande eeuwen had men de blinden beschouwd als volstrekt onvolwaardige en onbruikbare wezens, die onmogelijk tot een trap van noemenswaardige ontwikkeling en beschaving waren te brengen. Wel zijn er in alle tijden blinden geweest, die het wisten te brengen tot zeer bijzondere prestaties, doch deze werden beschouwd als abnormaal begaafden, die niet als voorbeeld konden dienen voor gewone mensen. Pionier van het blindenonderwijs en tevens stichter van het zo-even genoemde blindeninstituut dat in 1784 werd opgericht, was Valentin Haüy. Valentin Haüy’s inspanningen voor de blinden gingen niet over rozen. De veranderingen in de Franse samenleving en het landsbestuur worden weerspiegeld in zijn werk en leven. Het “Institut des Jeunes Aveugles” was eerst een privé-instelling. Later werd het een koninklijk, een keizerlijk instituut en uiteindelijk een staatsinstelling.

Eén van de grootste problemen waarmee Haüy worstelde, was dat van de lectuurvoorziening. Hij zag helder in dat het blindenonderwijs, waaraan hij al zijn liefde en al zijn kracht gaf, nooit tot volle ontplooiing zou komen, zolang men geen goede methode had gevonden om blinden lezen en schrijven te leren. Het door hem gebruikte reliëfschrift (*) van gewone letters voldeed in de praktijk niet. Het was te omvangrijk en te moeilijk leesbaar. Bovendien konden de blinden het niet zelf schrijven. Het werd Haüy (die leefde van 1745 tot 1822) niet gegeven, dit probleem tot oplossing te brengen. Naar men zegt, maakte Louis Braille op zijn aansporing daarvan zijn levensopgave.

* In de eerste helft van de negentiende eeuw behielp men zich bij het blindenonderwijs met in stevig papier geperste reliëfteksten in zwartdrukletters. In Groot-Brittannië wordt nu nog het zogenaamde moonschrift gebruikt voor laatblinden. Moon (uitgevonden in 1847 door William Moon) is een zeer vereenvoudigd reliëfschrift dat nog wat gelijkenis vertoont met de gewone letters. De redenering is, dat laatblinde mensen nog het visuele geheugen van zienden hebben en die letters beter herkennen)

Vijfde intermezzo: Lied ohne Worte, Op. 109 (Mendelssohn)

Het blindeninstituut

We moeten ons van het Koninklijk Blindeninstituut, waar Louis Braille op tienjarige leeftijd zijn intrede deed, vooral geen te verheven denkbeeld vormen. Het was gevestigd in het oude gebouw van het seminarie van St.-Germin aan de Rue St.-Victor. In al zijn onderdelen was het nauw en bekrompen. Het stonk er en het was volkomen ongeschikt voor het doel waarvoor het moest dienen. Het instituut was arm en had aan alles gebrek. De boeken waren schaars en veel te beknopt. Het onderwijs werd gegeven door eindeloze herhalingen. In de klassen dreunden de leerlingen gezamenlijk de leerstof op, net zo lang totdat ze die in het geheugen hadden geprent. Ook het muziekonderwijs steunde geheel op het geheugen. Het werd gegeven door voorspelen en afhoren.

Dit alles gebeurde in een omgeving die verre van rustig was. Terwijl iemand in een gang viool studeerde, oefende een ander zich bij de achterdeur op de bas, speelde een derde fluit ergens in een vensternis en studeerden weer anderen piano op een aantal slechte instrumenten, die bij elkaar stonden in één en hetzelfde vertrek, waar de schoolkinderen hun huiswerk moesten maken.

Zesde intermezzo: Prélude en si mineur (Chopin)

Ergernis

Louis schijnt zich van al die ongerieflijkheden niet al te veel te hebben aangetrokken, maar het trage tempo waarin het aldus gegeven onderwijs verliep, was de leergierige knaap een voortdurende ergernis. Al spoedig onderscheidde hij zich als een buitengewoon veelzijdig begaafde leerling, die snelle vorderingen maakte, zowel in de muziek als in de andere vakken die aan het instituut werden onderwezen.

Van zijn vroege jeugd af is het zijn hartstochtelijk verlangen geweest de kennis, waarnaar hij zelf dorstte, ook toegankelijk te maken voor anderen. Met de toewijding en de vasthoudendheid van de geboren uitvinder legde hij er zich op toe, een betere methode voor het blindenschrift te vinden. Toen hij nog maar 14 jaar oud was, trof Abbé Palluy hem in een vakantie eens aan, terwijl hij bezig was te experimenteren met allerlei figuurtjes, waaruit hij een bruikbaar alfabet wilde construeren. Dat de oplossing niet in deze richting moest worden gezocht, begreep de jonge Braille reeds kort daarna.

Hij kende toen reeds het voelbare schrift van Charles Barbier de la Serre, een Franse artillerieofficier, die een codesysteem had uitgezocht, dat bestond uit punten en streepjes. Barbier (1767/1843) was hiertoe gekomen op één van zijn nachtelijke expedities. Oorspronkelijk was het alleen zijn bedoeling een voelbare code samen te stellen, een soort “nachtschrift”, dat zijn mannen in het donker zouden ontcijferen en door middel waarvan hij bevelen kon doorgeven. Het commando “voorwaarts mars” bijvoorbeeld, werd weergegeven door twee streepjes en een punt. Toen hij later zijn systeem geperfectioneerd had, vatte bij hem de mening post, dat hij de oplossing voor het blindenschrift had gevonden.

Inderdaad is Barbier te beschouwen als de onmiddellijke voorloper van Louis Braille. Immers, hij is de eerste geweest, die begreep dat een blindenschrift niet gebaseerd moest zijn op tekens die bestemd zijn om met de ogen te worden gelezen, maar op tekens die ingesteld zijn op de waarneming door middel van de tastzin. In 1819 – precies het jaar, waarin Braille als leerling in het blindeninstituut van Parijs werd opgenomen – ging Barbier bij de directeur van deze instelling het gebruik van zijn “nachtschrift” bij het blindenonderwijs bepleiten.

Braille, die Barbier altijd ten volle de eer heeft gegeven van de primeur van dit inzicht, had
dan ook in dit opzicht de grootste waardering voor het denkbeeld van Barbier. Tegelijkertijd zag hij echter onoverkomelijke bezwaren. Het systeem van Barbier, dat deze fonografie noemde, was niet orthografisch, d.w.z. het liet geen weergave van de spelling toe. Men schreef daarin lettergrepen, zoals men die hoorde. Bovendien kende het geen punctuatietekens, geen accenten (zo belangrijk voor de Franse taal) en geen muzieknoten. Het was een fonetisch schrift, een soort stenografie. Voor Barbier waren de blinden een marginale groep, voor wie de gebruikelijke spelling een overbodige luxe was. Braille daarentegen beschouwde het respecteren van de spelling als een eerste voorwaarde om als normaal medemens gerespecteerd te worden.

Zevende intermezzo: Träumerei (Schumann)

Eerste conceptie

Steunend op het principe dat hij van Barbier had overgenomen, construeerde Braille een puntenschrift, dat men zich kan voorstellen als te bestaan uit twee verticaal naast elkaar geplaatste reeksen van drie punten. In deze eerste conceptie, die overigens het tegenwoordige brailleschrift al heel dicht nabij komt en waarmee Louis Braille gereed was, toen hij nog maar 16 jaar oud was (*), werden de punctuatietekens nog met streepjes aangegeven. Het was echter een alfabetisch schrift, waarin de spelling volledig kon worden weergegeven. Zijn schoolkameraden en de toenmalige directeur van het instituut, Pignier, die door Braille wordt gekarakteriseerd als een streng, maar progressief man, aanvaardden het nieuwe schrift met grote geestdrift. Barbier echter kon het aanvankelijk maar slecht verkroppen dat een schooljongen juistere inzichten zou hebben dan hij. Met grote hardnekkigheid bleef hij bij Pignier aandringen op zijn eigen systeem. Zes jaar lang hield hij de strijd vol, doch toen erkende hij volmondig het systeem van Braille als het enige bruikbare blindenschrift. Maar Braille had boosaardige tegenstanders. Zijn leven werd, evenals dat van veel uitvinders, bemoeilijkt door onbegrip en sleur en bovendien traden hem fysieke moeilijkheden in de weg. Niettemin hield hij vol.

* Dat hij daarmee reeds in 1825, dus op 16-jarige leeftijd, klaar zou zijn geweest, vereist enig voorbehoud.

Achtste intermezzo: Après un rêve (Faure)

Verdere ontwikkeling

Intussen ontwikkelde Braille zich verder. Van zijn veertiende tot zijn zestiende jaar was hij opzichter in de pantoffelmakerij. In diezelfde tijd volgde hij cursussen aan de universiteit en nu mocht hij lesgeven in algebra en aardrijkskunde. Een jaar later werden er fragmenten van de Franse grammatica in het brailleschrift overgeschreven. Op zijn negentiende jaar werd Braille officieel benoemd tot repetitor, een mooie naam, die men gaf aan hulpkrachten, die men uit de beste leerlingen recruteerde en die zo goed als geen salaris ontvingen. Nu mocht Braille ook muziekles geven en dat maar liefst op drie instrumenten, nl. viool, cello en piano. Dat zoveel leervakken aan hem werden toevertrouwd getuigt zeker voor zijn veelzijdige begaafdheid, maar het wijst ook op de onvoldoende bezetting van het onderwijzend personeel van het altijd maar straatarme instituut. Braille vond ook nog tijd en energie om in besloten kring op te treden als pianist, maar zijn gezondheid was te zwak om dit te kunnen volhouden. Wel werd hij op zijn drieëntwintigste jaar organist van één van de grote kerken van Parijs. Bij dat alles was hij nog steeds bezig met de perfectionering van zijn schrift, dat hij omstreeks deze tijd begon toe te passen op eenvoudige muziek (*). In de loop van enkele jaren kon hij ook de ingewikkeldste partituren in zijn systeem weergeven.

* Vanaf het ontstaan van de eerste blindeninstituten tot zo’n 40 jaar geleden (d.i. tot aan het Tweede Vaticaans Concilie) heeft vooral de kerkmuziek aan tal van blinden een eerbare beroepsbezigheid bezorgd. Geen wonder dat Louis Braille bij het ontwerpen van zijn schrift, meteen ook aan een blindenmuziekschrift heeft gedacht.

Negende intermezzo: Elégie (Massenet)

Strijd om erkenning

Directeur Pignier deed wat in zijn vermogen was om Braille te helpen bij de strijd om erkenning en algemene toepassing van zijn nieuwe schrift. Hij had echter hulp nodig van officiële zijde en die hulp was vooralsnog niet te verkrijgen. De vele brieven, die Pignier schreef aan de regering bleven eenvoudig onbeantwoord. Toch nam minister Adolphe Thiers eenmaal de moeite het instituut te bezoeken. Klaarblijkelijk een gevolg van dit bezoek was, dat Braille en één van zijn medeleerlingen een volledige aanstelling ontving als leraar aan het instituut. Enkele jaren later werd het eerste echte brailleboek geëxposeerd op een industriële tentoonstelling. Bij die gelegenheid vroeg een Engelsman aan Braille, aan zijn alfabet de letter “w” toe te voegen, die hij daarin niet had opgenomen. (*) Eerst na die tijd gaf Braille aan zijn schrift de definitieve vorm en verwijderde daaruit de streepjes, die nog aan Barbier herinnerden. Er leek meer openbare belangstelling te komen. De dichter Lamartine besprak in het parlement de slechte toestand in het blindeninstituut en pleitte voor regeringshulp. Zelfs verwaardigde de regering zich nu dan toch, te antwoorden op een brief van Pignier. Dit veelzeggende antwoord luidde, dat het werk van dhr. Braille diende te worden aangemoedigd.
Bij dit klopje op de schouder bleef het.

* Een aannemelijke verklaring hiervoor is moeilijk te vinden. De bedenking dat in het Frans de “W” alleen voorkomt in woorden van vreemde oorsprong, geldt ook voor de “K” en die had Braille wel opgenomen.

Tiende intermezzo: Le cygne (Saint-Saëns)

Een ernstige ziekte

Op 26-jarige leeftijd kreeg Braille voor het eerst een bloedspuwing (*). Pignier vreesde voor een ernstige ziekte en trachtte hem zoveel mogelijk te ontzien door hem kleine klassen te geven. Bij deze fysieke tegenslag bleef het niet. Een sedert jaren hangend conflict tussen Pignier en zijn onderdirecteur had tot gevolg dat Pignier het veld moest ruimen. Diens conservatieve opvolger, de triomferende onderdirecteur, keerde zich fel tegen het schrift van Louis Braille. Het gebruik van het brailleschrift werd verboden en leerlingen, die zich in het geheim daarmee bezighielden, werden streng gestraft, als ze werden betrapt. Van 1840 af werd brailleschrift door de nieuwe directeur, Dufau, verboden. Alleen een door hem verbeterd ziendenschrift met bijzonder duidelijk reliëf werd geduld.

Braille werd erger ziek. Maar hij zette de strijd voort, in het bewustzijn dat hij streed voor de hoogste belangen van zijn lotgenoten, van wie hij hield, zoals zij van hem hielden. Het ging hard tegen hard. De van nature zo vriendelijke en zachte Braille streed voor een zaak, die hem heilig was en die hij niet kon en niet mocht prijsgeven.

* Braille stierf aan t.b.c.

Elfde intermezzo: Habanera (Ravel)

Volharding

Zijn volharding werd beloond, de kans keerde. Weer rebelleerde er een onderdirecteur en weer was het de chef, die aan het kortste eind trok. Nu was het een overtuigd medestander van Louis Braille, die het heft in handen nam. Toen het instituut werd overgeplaatst naar de Boulevard des Invalides, maakte de nieuwe directeur gebruik van de officiële opening van het nieuwe gebouw om in een gloedvolle rede te wijzen op de betekenis van het werk van Louis Braille. Nu bezweek alle tegenstand, althans voor zover het betreft het Nationale Instituut voor Jeugdige Blinden. Het brailleschrift werd in 1850 aan deze school ingevoerd als het enig bruikbare schrift voor blinden en van daaruit begon het zijn toch nog moeizame zegentocht over de gehele wereld. In 1854 hadden in Frankrijk alle blindeninstituten hun onderwijs op dit schriftstelsel overgeschakeld. Een propagandabrochure met het braillealfabet en bij wijze van proef het onzevader in dit schrift in zes talen, werd aan alle instituten gestuurd in Europa en Amerika.

Maar Braille heeft zijn overwinning niet lang overleefd. Op 6 januari 1852 stierf hij in het instituut, waarvoor hij geleefd en gewerkt had, omringd door mensen, die hem bewonderden en liefhadden.

Twaalfde intermezzo: Nocturne (Tsjaikofski)

De laatste eer

Louis Braille werd begraven in zijn geboortedorp, Coupvray. In 1887 werd op het kerkhof aldaar een eenvoudig monument opgericht, dat gedurende lange jaren het enige uiterlijk gedenkteken te zijner ere is geweest. Thans is het geboortehuis van Louis Braille ingericht als museum, waar alle voorwerpen en documenten worden bewaard, die met betrekking tot zijn leven en werk van belang zijn. Zo blijft Coupvray de plaats, waar blinden en blindenvrienden uit alle landen Louis Braille blijven herdenken, ook nu zijn stoffelijk overschot niet meer rust op het kerkhof aldaar. Op 18 juni 1952 werd dit stoffelijk overschot nl. in een waarlijk aangrijpende plechtigheid en in aanwezigheid van de president van de Franse republiek, overgebracht naar het Pantheon te Parijs, waar Frankrijks grootste zonen rusten. Op vraag van de gemeente bleven de handen bewaard in Coupvray: ze rusten in een urne op het oude graf.

Wie deze gebeurtenis heeft meegemaakt, kan daaraan niet zonder ontroering terugdenken. Blinden en blindenvrienden uit alle landen, ja uit alle werelddelen, volgden de baar, terwijl gedurende enige uren het verkeer in het centrum van de wereldstad volkomen stil was gelegd. Vele duizenden toeschouwers stonden langs de weg geschaard en zelfs van de daken der huizen volgden meelevende blikken de stoet, die dank en hulde bracht aan dit korte leven dat in zijn gevolgen van zo onnoemelijk veel zegen is geweest voor de blinden van de gehele wereld.

Dertiende intermezzo: Vocalise (Rachmaninoff)

Slot

Meer echter dan welk monument en welk uiterlijk eerbetoon ook, herinneren aan Louis Braille alle drukkerijen, schrijfmachines, bibliotheken, tijdschriften en alle andere culturele goederen, die door zijn werk en zijn strijd voor blinden mogelijk zijn geworden. Voor de blinden is het aangezicht van de wereld veranderd door de kracht, die is uitgegaan van de man met de zwakke gezondheid en de sterke geest, die wist, beter dan de welmenende blindenvrienden van zijn tijd, wat zijn lotgenoten nodig hadden voor hun geestelijke verheffing. Voor de blinden is Louis Braille niet alleen de schepper van hun nog steeds onovertroffen schrift – onovertroffen, ook nu wij daarnaast het zo waardevolle medium van het gesproken boek hebben – maar tevens een intrigerend voorbeeld in hun strijd voor culturele en maatschappelijke integratie.

Belangrijke data

1771:
Valentin Haüy ziet blinden op een kermis bespot worden. Hij besluit een school op te richten om hen te helpen.

1784:
Het Institut des Jeunes Aveugles, gesticht door Haüy, wordt in Parijs geopend.

1786:
Lodewijk XVI verleent de school koninklijke bescherming.

1789:
Franse Revolutie. Haüy wordt ontslagen als directeur van de school.

1809:
Op 4 januari wordt Louis Braille geboren in Coupvray (Frankrijk).

1812:
Op driejarige leeftijd wordt Louis Braille door een ongeval blind in één oog.

1813/14:
Gelijdelijk verliest Louis ook het gezichtsvermogen in zijn andere oog.

1814:
Napoleons rijk gaat ten onder en Russische troepen bezetten Coupvray. Kapitein Barbier werkt aan zijn “nachtschrift”-systeem.

1815:
Jacques Palluy wordt parochiepriester in Coupvray en geeft lessen aan Louis. Het Institut des Jeunes Aveugles wordt in Parijs heropend.

1816:
Louis volgt les in de dorpsschool van Coupvray.

1819:
Louis is tien jaar en vertrekt naar het blindeninstituut in Parijs. Barbier bepleit het gebruik van zijn nachtschrift bij het blindenonderwijs.

1821:
Dr. Pignier wordt de nieuwe directeur van het instituut en geeft het systeem van Barbier een kans.

1823:
Louis experimenteert tijdens een vakantie met allerlei figuurtjes, waaruit hij een bruikbaar alfabet tracht te construeren.

1825:
Na twee jaar werken is Louis klaar met zijn eerste puntenalfabet, gebaseerd op Barbiers uitvinding. Hij is net 16 jaar geworden.

1827:
Fragmenten van de Franse spraakkunst worden overgeschreven in het zespuntensysteem van Louis.

1828:
Louis wordt benoemd tot hulpleraar aan het instituut en hij past zijn systeem aan om er muziek mee te schrijven.

1829:
Louis publiceert een boekje waarin hij zijn zespuntensysteem uitlegt.

1832:
Louis wordt organist van de Saint-Nicolas du Chardonnet-kerk in de nabijheid van het instituut. Hij zal de rest van zijn leven blijven werken als organist.

1834:
Braille demonstreert zijn systeem op de industrietentoonstelling in Parijs. Een Engelsman vraagt bij die gelegenheid aan Braille, de letter “w” aan zijn alfabet toe te voegen.

1835:
Louis Braille vertoont de eerste symptomen van tuberculose.

1837:
Louis Braille publiceert de definitieve versie van zijn puntensysteem.

1838:
Op 14 mei stelt Lamartine in de Nationale Vergadering de toestand in het instituut aan de kaak. 1.600.000 Franse frank worden uitgetrokken voor een nieuw gebouw.

1840:
Dr. Pignier, de directeur van de school, wordt verplicht met pensioen gestuurd. Zijn vice-directeur, Dufau, volgt hem op en vernietigt alle blindenboeken die tot dan toe werden gebruikt. Hij voert nieuwe leessystemen in.

1843:
De gezondheid van Louis Braille gaat achteruit; hij verblijft zes maanden in Coupvray. In november verhuist het instituut naar het nieuwe gebouw.

1844:
Op 22 febr. wordt het nieuwe gebouw officieel geopend en de nieuwe directeur maakt van de gelegenheid gebruik, om in een gloedvolle rede te wijzen op de betekenis van het werk van Louis Braille.

1848:
Louis Braille wordt steeds zieker. Hij kan nog slechts een paar muzieklessen geven.

1850:
Het brailleschrift wordt op het Nationale Instituut voor Jeugdige Blinden ingevoerd als het enig bruikbare schrift voor blinden.

1851:
Louis Braille is zo ziek, dat hij in het ziekenhuis van het instituut moet verblijven.

1852:
Op 6 januari sterft Louis Braille, 43 jaar oud, en wordt begraven in Coupvray.

1854:
Brailleschrift wordt in Frankrijk aanvaard als het officiële systeem voor de blinden.

1878:
Brailleschrift wordt door een internationaal congres gekozen als het beste blindensysteem en wordt wereldwijd aanbevolen.

1887:
Op het kerkhof van Coupvray wordt een eenvoudig monument opgericht ter nagedachtenis van Louis Braille.

1917:
Brailleschrift wordt voor algemeen gebruik aanvaard in de Verenigde Staten.

1929:
Het internationale braillemuziekschrift wordt aangenomen.

1949:
India vraagt de UNESCO om braille te reglementeren voor gebruik in elke taal. Meer dan honderd talen en honderden dialecten kunnen nu in braille worden geschreven.

1952:
Brailles lichaam wordt overgebracht van Coupvray naar het Pantheon in Parijs en wordt herbegraven. De hoogste erkenning voor een Franse burger.

Weetjes

  • Blinden voelen (of horen) niet beter dan zienden, maar ze oefenen het beter. Kinderen die vanaf het eerste leerjaar braille leren, lezen tamelijk vlot. Wie later blind wordt, heeft veel meer moeite om braille te leren. Het grote probleem is de leessnelheid. Braille lees je door je vinger van links naar rechts over het blad te schuiven, terwijl een ziende met de ogen over het blad springt en leest tijdens de sprongpauzes. Zo kan hij de leessnelheid opdrijven. Een blinde kan dat niet. Een geoefende braillelezer kan slechts een goede honderd woorden per minuut lezen, terwijl een ziende er gemakkelijk vijfhonderd leest. Stel je dus maar eens een laatblinde voor die met braille begint, tegen een snelheid van tien à twintig woorden per minuut: dat vraagt enorm veel motivatie.
  • De strikte beperktheid van het aantal braillesymbolen (precies 63) dwingt tot een spitsvondig gebruik van steeds weer dezelfde symbolen in naast elkaar staande stelsels zoals volschrift, kortschrift, klassiek Grieks, muziekschrift, wiskundig schrift, scheikundige en natuurwetenschappelijke formules, fonetisch schrift, schaak- en speelkaartsymbolen.
  • Louis Braille gaf aan 50 van de 63 symbolen van zijn stelsel een vaste rangschikking in vijf rijen van tien symbolen elk, waarbij de laatste vier op eenvoudige manier afgeleid waren van de eerste. De symbolen van rij 1 zijn zo gekozen, dat ze slechts punten bevatten uit het bovenvierkantje van de braillecel bestaande uit de punten 1-2-4-5, terwijl elk symbool minstens één punt zowel in de bovenlijn als in de voorlijn heeft. De rijen 2, 3 en 4 zijn identiek aan rij 1, mits toevoeging bij elk van zijn symbolen, resp. van punt 3, de punten 3-6 en punt 6. Rij 5 is identiek aan rij 1, doch “gezakt” d.i. overgebracht naar het benedenvierkantje van de braillecel (punten 2-3-5-6).
  • Voor de 13 door Braille niet gerangschikte symbolen bestaat er geen algemeen aanvaarde volgorde.
  • Naar het schijnt zou bij de oprichting van twee instituten te Brussel in 1834 (voor meisjes) en 1835 (voor jongens) op aanwijzing van de blinde, Belgische parlementariër, Alexander Rodenbach (1786/1869), het brailleschrift al meteen zijn ingevoerd. Indien dit waar is, is dat wel een primeur van formaat!

Personalia:
A. Alexander Rodenbach (grootoom van Albrecht) was een begaafde telg uit de hogere burgerij; werd blind op 11-jarige leeftijd; werd de eerste internationaal bekende oud-leerling van het bekendste blindeninstituut ter wereld (de school van Haüy in Parijs).

B. Politieke carrière: In 1830 lid van het Nationaal Congres; van 1831 tot 1868 volksvertegenwoordiger; van 1844 tot 1869 tevens burgemeester van Rumbeke.

C. Letterkundig oeuvre i.v.m. visueel en auditief gehandicapten: “Lettre sur les aveugles” (1828); “Coup d’oeil d’un aveugle sur les sourds-muets” (1829); vanaf 1841 bijdragen in de “Annales de l’éducation des sourds-muets et des aveugles” uit Parijs; in 1854 zijn voornaamste werk: “Les aveugles et les sourds-muets”.

Opmerking: Wellicht heeft geen enkele blinde tijdens zijn aardse bestaan zoveel binnen- en buitenlandse eretekens gekregen, als Alexander Rodenbach. Maar in de internationale geschiedenis van het blindenwezen is hij geleidelijk een verbleekte historische figuur geworden, tussen zoveel andere.

Bronvermelding

Birch, Beverley:
Louis Braille, de blinde jongen uit Frankrijk, die de blinden leerde lezen met hun vingers.
(Paradigma, 1990.)

Dewitte, Jan:
In het spoor van Louis Braille.
(Artikel in “Tribune”, het ledenblad van de Vereniging van Blinden en Slechtzienden Licht en Liefde VZW, mei 2002.)

Friant, Leon:
Blind tussen ziende horenden; musici met een visuele handicap.
(Brochure, uitgegeven in eigen beheer; z.j.)

Jacobs, Ernest/Ingels, Denyse:
Diverse artikelen in “Tribune”.
(O.m. in de jaargangen 1994, 1999 en 2001.)

Jonker-Timmerman, Tineke:
Moon, schrift in reliëf.
(Vrije vertaling van het artikel van Tom Brown, verschenen in “Umschau des Europäischen Blindenwesens” nr. 2,1981.)

Tingen, F.G.:
Leven en werk van Louis Braille.
(Vereniging Het Nederlandse Blindenwezen, Amsterdam, 1967.)

Vermeulen, Antoon:
Valentin Haüy, de eerste blindenleraar.
(Artikel, destijds verschenen in “Tribune”.)

Vervloessem, Paul:
Interview in het Radio 1-programma “Jongens en Wetenschap” (14 januari 2002).

De Grote Winkler Prins.

Programmaboekje academische huldezitting Alexander Rodenbach, in het Rodenbach-jaar 1986 te Roeselare.

Bron: Frans Oosterlinck, 20 mei 2002

Het brailleschrift

Opbouw brailleschrift

Het brailleschrift is opgebouwd uit brailletekens. Die brailletekens, die elk gevormd worden door zes punten, in twee kolommen van drie, worden braillecellen genoemd en kunnen door het gevoelige gedeelte van de vinger worden aangevoeld. Je kunt gemakkelijk een rechthoekje tekenen door alle punten. Elk punt kan benoemd worden met een cijfer. Hierbij is cel 1 de cel links boven, cel 2 de cel links midden, cel 3 de cel links onder, cel 4 de cel rechts boven, cel 5 de cel rechts midden en cel 6 de cel rechts onder. Elke letter of teken bestaat uit één of meerdere van deze zes punten. Door dit systeem van zes punten kunnen 26 = 64 tekens gevormd worden, de spatie meegerekend. Die punten steken uit het papier zodat ze door het gevoelige gedeelte van de vinger worden aangevoeld. Het brailleschrift is leesbaar met de vingertoppen.

Voor- en nadelen van braille

Nadelen

Omvangrijkheid

Het brailleteken neemt meer plaats in dan een normaal karakter in zwartdruk en er kunnen bijgevolg minder tekens op een blad. Concreet kunnen er in zwartdruk gemiddeld 70 tekens per regel en 35 regels per blad gedrukt worden, zodat er ongeveer 2450 tekens op een A4-formaat kunnen staan.

In braille ligt dat aantal een héél stuk lager. Er kunnen gemiddeld 30 tekens per regel en 29 regels per blad met als gevolg dat er maar 840 tekens per blad gedrukt kunnen worden. Indien we dit met elkaar vergelijken komen we tot de constatatie dat dezelfde hoeveelheid tekst in zwartdruk de plaats inneemt van ongeveer drie braillepagina’s. Daarbij moet men rekening houden dat braille in reliëf is en dus ook voor een grotere ophoping zorgt. De boeken zijn door al deze omstandigheden dus ook veel dikker.

Slijtage

Door veelvuldig gebruik van de braillepagina’s is er een verlies in hardheid zodat de herkenbaarheid van de tekens stelselmatig vermindert (door de wrijving van vingers en zweet). Maar dit hangt ook af van productiesysteem tot productiesysteem. Bij een brailleschrijfmachine zullen de punten sneller wegslijten dan bij een brailledrukker. 123456 puntjes

Trage leessnelheid

Een gemiddelde ziende lezer leest 250 à 300 woorden per minuut terwijl een braillelezer amper 150 woorden “leest” per minuut. Maar dit nadeel levert niet echt een gevaar op voor de populariteit van het brailleschrift omdat geen enkel blindenschrift vlot leesbaar kan zijn. De leestekens moeten nog altijd aangevoeld worden.

Duur

Het te bedrukken materiaal en de druk wijze is duur.

Voordelen

Brailleschrift is zeer goed aangepast aan het gevoel van de blinden en bezit ook een logische en systematische opstelling waardoor het snel en gemakkelijk aangeleerd kan worden voor ziende en niet ziende mensen. Een ander groot voordeel is dat er een universele aanvaarding is van alle blinden- en wereldorganisaties. Zodat dit schrift universeel is en voor alle blinden verstaanbaar is.

Logische opstelling in groepen

Groep 1

Het alfabet in braille is opgebouwd uit groepen van 10 cellen, die veel met elkaar gemeen hebben. Groep 1 stelt de basis van het braillestelsel voor, alle andere groepen zijn afgeleid van groep 1, waardoor ze terecht de moederregels genoemd wordt. Groep 1 stelt de 10 eerste letters uit het alfabet voor (a tot en met j) en de cijfers. De letters en cijfers worden uit elkaar gehouden door het cijferteken. Deze groep wordt gevormd door de bovenste 4 punten; 1, 2, 4 en 5. We moeten hierbij wel opmerken dat alle brailletekens onderkast letters zijn.

Groep 2

Wordt gevormd door groep 1 met toevoeging van punt 3. De brailletekens van k tot en met t.

Groep 3

Groep 3 bestaat uit groep 1 en de punten 3 en 6, de brailletekens u tot en met z, plus enkele speciale tekens. De letter “w” staat niet in deze groep, omdat men in het Frans geen “w” heeft.

Groep 4

Groep 4 bestaat uit groep 1 maar nu is alleen punt 6 toegevoegd dus niet punt 3.

Groep 5

Groep 5 is gelijk aan groep 1 maar deze 10 tekens zijn een stapje lager in een braillecel geplaatst dus punt 1 en punt 4 worden niet gebruikt.

Groep 6

Groep 6 bestaat uit 10 tekens opgebouwd uit combinaties van punten 3, 4, 5 en 6.

Groep 7

Groep 7 bestaat uit 3 tekens die uit punt 3 en/of punt 6 gevormd zijn.

Acht puntjes

Naast het zespuntensysteem is er nog een tweede systeem beschikbaar, namelijk het achtpuntensysteem. Bij dit achtpuntensysteem komen onder de cellen 3 en 6 nog twee cellen namelijk cel 7 (onder cel 3) en cel 8 (onder cel 6). Dit achtpuntensysteem is ontwikkeld voor de computer. Hierbij hoeven geen speciale tekens gebruikt te worden zoals een hoofdletterteken, cijferteken, enz. Dit schrift wordt op de brailleleesregel gebruikt, het apparaat zet de tekst op de monitor om in braille. Omdat sommige tekens in braille veel ruimte innemen is het achtpuntensysteem ontwikkeld. Het zorgt ervoor dat een braillezin korter wordt, bijvoorbeeld bij een hoofdletter a, Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 die normaal in braille 2 cellen beslaat (namelijk bij cel 1 punten 4 en 6 en bij cel 2 punt 1), bestaat nu slecht uit 1 teken, (namelijk cel 1 en cel 7). Met deze punten zijn 28 = 256 combinaties mogelijk. Puntje 7 en punt 8 worden gebruikt: Positie van de cursor, aanduiding geselecteerde tekst in tekstverwerker, aanduiding van focus in menu, aanduiding actieve knop, aanduiding aankruisvakje, aanduiding keuzerondje, om aan te geven of het een hoofdletter, kleine letter of cijfer is, maar hiervoor is geen standaard ontwikkeld.

Overzicht alfabet

Tweedegraadsbraille

Er bestaat 1ste graadsbraille, 2de graadsbraille en 3de graadsbraille. 1ste graadsbraille is heel makkelijk omdat er voor elke letter een apart teken is in braille. Dan is er ook nog 2de graadsbraille. Daar maak je gebruik van afkortingen, bij 3de graadsbraille zijn er nog meer afkortingen. Een commissie van het Nationaal Comité van het Belgisch Blindenwezen en iemand van het CO (oorspronkelijk van de Vereniging het Nederlandse Blindenwezen) hebben een kortschriftsysteem ontworpen voor het Nederlandse taalgebied (Nederland en Vlaanderen). Het systeem omvat 3 ‘graden’ van verkorting:

1. een zeer beperkt stelsel, (graad 1, Nkg1)
2. een eenvoudig stelsel, (graad 2, Nkg2)
3. een uitgebreid stelsel, (graad 3, Nkg3)

Het basisbrailleschrift wordt ook wel graad 0 genoemd (Nkg0). Nkg0 is het makkelijkste en Nkg3 het moeilijkst. Nkg0 is dus het gewone brailleschrift zonder kortschrifttekens. Het braillekortschrift wordt tegenwoordig bijna niet meer gebruikt. Het wordt alleen nog gebruikt door oude mensen die het vroeger hebben geleerd. Het wordt namelijk niet meer aangeleerd bij het leren van braille. Dit komt omdat veel brailleleerlingen op de computer werken, en je daar geen tekens samen kan trekken tot één teken. Sommige mensen ontwikkelen daarom gewoon hun eigen kortschrift. Hieronder volgt een beschrijving per graad.

Graad nul (Nkg0)

Dit is dus het gewone brailleschrift. Dit is dus zonder kortschrifttekens. Deze graad wordt tegenwoordig aan de brailleleerlingen onderwezen. Dit komt omdat er met een computer geen samentrekkingen gemaakt kunnen worden.

Voor de combinatie -sch-punten 1, 5 en 6 u-accent circonflexe
Voor de combinatie -ch-punten 1, 4, 5 en 6 o-accent circonflexe
Voor de combinatie -oe-punten 2, 4 en 6 o-trema
Voor de combinatie -ij-punten 1, 3, 4, 5 en 6 ypsilon

Graad één (Nkg1)

In de loop der jaren zijn in Nederland en Vlaanderen vier ‘kortschrifttekens’ ingeburgerd geraakt. Deze combinaties worden dus samengetrokken in één teken. Verder is het brailleschrift normaal. Deze graad werd vroeger veel gebruikt in brailleboeken. Het spaarde namelijk papier.

Graad twee (Nkg2)

De verkortingsgraad 2 omvat Graad 1 (en dus Graad 0) met alle daarbij horende regels. Er worden 47 woordverkortingen toegevoegd. Er zijn ook nog vier woorden die met twee tekens worden weergegeven.

Voor het woord “hebben” 2 keer punten 1 en 2 bb
Voor het woord “hadden” 2 keer punten 1, 4 en 5 dd
Voor het woord “zullen” 2 keer punten 1, 2 en 3 ll
Voor het woord “kunnen” 2 keer punten 1, 3, 4 en 5 nn

Er komen ook twee kortschrifttekens bij.

Voor de combinatie -ee-punten 1, 2 en 6 e-accent circonflexe
Voor de combinatie -ie-punten 1, 4 en 6 i-accent circonflexe

Graad drie (Nkg3)

De verkortingsgraad 3 omvat graad 2 (en dus graad 1 en 0) met alle daarbij behorende regels. Aan graad 2 worden 75 woordverkortingen toegevoegd.

Voor het woord “al” punt 1 a
Voor het woord “bij” punten 1 en 2 b
Voor het woord “om” punten 1 en 4 c
Voor het woord “men” punten 1 en 5 e
Voor het woord “of” punten 1, 2 en 4 f
Voor het woord “geen” punten 1, 2, 4 en 5 g
Voor het woord “het” punten 1, 2 en 5 h
Voor het woord “je” punten 2, 4 en 5 j
Voor het woord “ook” punten 1 en 3 k
Voor het woord “als” punten 1, 2 en 3 l
Voor het woord “me” punten 1, 3 en 4 m
Voor het woord “niet” punten 1, 3, 4 en 5 n
Voor het woord “zo” punten 1, 3 en 5 o
Voor het woord “op” punten 1, 2, 3 en 4 p
Voor het woord “te” punten 1, 2, 3, 4 en 5 q
Voor het woord “voor” punten 1, 2, 3 en 5 r
Voor het woord “is” punten 2, 3 en 4 s
Voor het woord “met” punten 2, 3, 4 en 5 t
Voor het woord “van” punten 1, 2, 3 en 6 v
Voor het woord “maar” punten 1, 3, 4 en 6 x
Voor het woord “zijn” punten 1, 3, 4, 5 en 6 y
Voor het woord “ze” punten 1, 3, 5 en 6 z
Voor het woord “ge” punten 1, 2, 3, 4 en 6 c-cedille
Voor het woord “der” punten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 e-accent aigu
Voor het woord “dan” punten 1, 2, 3, 5 en 6 a-accent grave
Voor het woord “de” punten 2, 3, 4 en 6 e-accent grave
Voor het woord “steeds” punten 2, 3, 4, 5 en 6 u-accent grave
Voor het woord “daar” punten 1 en 6 a-accent circonflexe
Voor het woord “heeft” punten 1, 2 en 6 e-accent circonflexe
Voor het woord “die” punten 1, 4 en 6 i-accent circonflexe
Voor het woord “door” punten 1, 4, 5 en 6 o-accent circonflexe
Voor het woord “een” punten 1, 5 en 6 u-accent circonflexe
Voor het woord “en” punten 1, 2, 4 en 6 e-trema
Voor het woord “er” punten 1, 2, 4, 5 en 6 i-trema
Voor het woord “ten” punten 1, 2, 5 en 6 u-trema, breukstreep
Voor het woord “toen” punten 2, 4 en 6 o-trema
Voor het woord “we” punten 2, 4, 5 en 6 w
Voor het woord “in” punten 3 en 5 sterretje, herhalingsteken
Voor het woord “wel” punten 3 en 4 schuine streep in tekst
Voor het woord “ver” punten 3, 4 en 5 a-trema, versregelteken
Voor het woord “onder” punten 3, 4, 6 paragraafteken
Voor het woord “hier” punten 3, 4, 5 en 6 cijferteken

Geschiedenis van het brailleschrift

Eerste methode: Valentin Haüy

Zie ook: Valentin Haüy, de eerste blindenleraar: Antoon Vermeulen, onbekend.

Hij had een drukmethode ontworpen waarbij men zwaar papier drukte tegen een speciale, brede, loden gietvorm om letters in reliëf te maken, dat zijn letters die boven de oppervlakte van het papier uitstaken en die men zo met de vingers kan voelen. De boeken waren groot en onhandig. Elke bladzijde werd gemaakt door twee stukken papier aan elkaar te kleven zodat de reliëfletters op elke zijde van het papier kwamen te staan. Hij was ook de stichter van de eerste blindenschool. Het grote nadeel ervan was dat het lezen heel traag verliep omdat men elke letter helemaal moest betasten met de vingertoppen en die onthouden terwijl je met de volgende letter bezig was. Uiteindelijk moest je alle opeenvolgende letters onthouden tot het hele woord gelezen was. Maar meestal was je dan de eerste letters al vergeten.

Tweede methode: Kapitein Barbier

Hij gebruikte geen afzonderlijke letters om woorden te spellen maar drukte hele klanken uit door middel van groepen punten en strepen. Hij noemde dat sonografie. De punten verwezen naar een rooster van zes horizontale en zes verticale regels, waarin Barbier klanken plaatste. De punten gaven de positie aan van elke klank in het rooster: Je moest het aantal punten in de eerste kolom tellen om de juiste verticale regel te vinden, daarna in de tweede kolom om de juiste horizontale regel te vinden. Het was veel gemakkelijker deze vormen te onderscheiden dan grote reliëfletters. Met dit systeem kon men niet alleen lezen maar ook schrijven. Barbier had een erg handige apparatuur voor het schrijven ontwikkeld.

Het gereedschap was eenvoudig: het bestond uit een liniaal die over de hele lengte zeven ondiepe gleuven had. Om te “schrijven” moest je het papier op de liniaal leggen. Op het papier was een klem aangebracht die langs het liniaal schoof. In deze glijdende klem zaten venstertjes, waardoor de schrijver de punten nauwkeurig en precies op hun plaats op het papier kon zetten, met behulp van de gleuven van de liniaal. Punten en strepen werden gemaakt met een smal, puntig instrument dat een brede ronde hendel had: een stift. Je moest die alleen naar beneden duwen en de punten in het zware papier prikken, zodat je bobbels op de achterkant vormde. De schrijver bewoog van rechts naar links over het papier, zodat men aan de achterzijde van links naar rechts kon lezen.

Nadelen van Barbier systeem: om te beginnen kon je er niet mee spellen. Het was enkel gemaakt om woorden als een geheel van klanken voor te stellen. Je kon er geen leestekens mee vormen want daar was geen puntencombinatie voor uitgewerkt. Je kon er geen accenten mee op de woorden zetten of er cijfers mee schrijven om te rekenen. Er waren zoveel punten om één enkel woord voor te stellen. Elk symbool kon wel zes punten hebben, en een enkele lettergreep van een woord kon bestaan uit wel twintig punten. Dat was te veel om met één vinger te voelen en te veel om te onthouden. Gelijklopend met het brailleschrift worden nog andere systemen ontwikkeld. Die van Gall, Lucas en Moon zijn enkele voorbeelden. Het zijn voornamelijk varianten op het reliëfschrift, gebaseerd op het principe van Valentin Haüy.

Derde methode: Louis Braille

De Fransman Louis Braille werd op 4 januari 1809 geboren in Coupevray. Louis was niet altijd blind geweest, hij kon tot zijn drie jaar zien. Op een zekere dag had Louis een stuk leer en een mes genomen en imiteerde de bewegingen van zijn vader (zadelmaker van beroep). Maar het mes is uit zijn hand geschoten en zo in zijn oog terecht gekomen. Het oog was ernstig beschadigd en ondanks medische hulp kon men niet verhinderen dat er een infectie optrad. Later infecteerde ook het andere oog waardoor Louis volledig blind werd.

Toen hij tien jaar was, ging hij naar het “institut des jeunes aveugles” te Parijs om onderwezen te worden. Waar hij later ook leerkracht werd. Hij leerde daar Valentine Haüy’s methode wat heel traag ging. Later leerde hij ook Barbier’s methode, waar hij zijn eigen brailleschrift op baseerde. Hij werkte van zijn veertiende tot zestiende jaar aan zijn brailleschrift. Louis had een zwakke gezondheid. Vanaf 1835 kreeg hij zijn eerste tuberculoseaanvallen die op 6 januari 1852 zijn dood zouden worden.

Tijdens het Internationale Congres voor de Verbetering van het Lot van Blinden en Doofstommen in 1878 in Parijs, werden de verschillende schrijfmethodes met elkaar vergeleken. Na een lange discussie werd besloten het braillesysteem wereldwijd als de enige methode te aanvaarden. Alleen in de Verenigde Staten laat de aanvaarding nog tot 1917 op zich wachten.

Later heeft Louis Braille ook de fundamenten van het braillemuziekschrift gebouwd en publiceerde in 1829 een bundel met de methode om woorden te schrijven, wat muziek en enkele liedjes op basis van braillemuziekschrift voor blinden en gecomponeerd door blinden.

Evolutie van de technieken

Prikpen en prikbord

Het prikbord werd op de achterkant van je blad gelegd en via een prikpen of stift duwde men bolletjes in het papier. De schrijver moest in spiegel beeld en van rechts naar links werken. Zodat men langs de voorzijde gewoon van links naar rechts kon lezen. Dit was een zeer arbeidsintensieve methode en vroeg veel kennis, concentratie en tijd van de schrijver.

Mechanische brailleschrijfmachine

Er zijn twee types van mechanische brailleschrijfmachines

Eerste type

Op dit type machine zie je een plank waarop je je blad kan vast leggen en een schrijfkop die kan verschuiven. De schrijfkop bevat 7 knoppen, per brailleteken, je moet naargelang de letter enkele knoppen tegelijk induwen. Hier moest je niet meer in spiegelbeeld werken doordat de knoppen gekruist zijn. Dit was toen al een hele vordering niet tegenstaande dat het nog zwaar werk was. Want je moest er heel wat kracht achter zetten zodat de puntjes diep genoeg waren.

Tweede type

Zie ook: Oskar Picht, uitvinder van de brailleschrijfmachine

De pichtmachine ziet eruit als onze mechanische typemachines met een azerty of qwerty klavier, maar op deze machine staan dus geen letters maar 6 toetsen. Plus een zevende voor de spatie. De brailletekens worden op het papier gezet door een printkop die achterheen het papier beweegt. De printkop is voorzien van 6 hamertjes, die puntjes in het papier drukken. Deze machine heeft dus geen inktstrip nodig. De kracht van de machine wordt gebruikt om puntjes in het papier te drukken. Dit kan wel veel geluid opleveren doordat er telkens hamertjes in het papier worden geslagen.

Elektronische brailleschrijfmachine

Deze werkt volgens hetzelfde principe als de pichtmachine alleen worden de hamertjes door de kracht van een motor in het papier gedrukt. Het heeft ook meer mogelijkheden. Zoals: je kunt de zachtheid van het toeslaan regelen, het beschikt over een geheugen waardoor correctie makkelijker wordt, je hebt de mogelijkheid om eerst de tekst te typen en pas later af te drukken, sommige van deze toestellen kunnen ook verbonden worden met een pc en gebruikt worden als brailleprinter of als toetsenbord. Nadelen: je kunt het bijna niet buitenhuis gebruiken door de afmetingen en het gewicht, ook is de kostprijs heel hoog: tussen de € 2231 en de € 2975. Ook neemt deze printer niet zomaar elk papier.

Computer

Een computer is in dit tijdperk niet meer weg te denken. En helemaal niet voor blinden. Het opent de weg naar communicatie. Zonder de computer is zowel schriftelijke communicatie als het lezen van kranten vrijwel onmogelijk. Maar als je geen monitor kan zien, hoe werk je dan met een computer?

De taak van het beeldscherm wordt overgenomen door de combinatie van uitvoer in spraak en braille. Daarvoor is speciale hardware en software nodig. Wat er op het beeldscherm staat is voor een blinde te voelen op zijn brailleleesregel. Dit is een apparaatje dat onder het toetsenbord ligt en gegevens van het beeldscherm omzet naar braille. De voorkant van het kastje steekt buiten het toetsenbord uit. Er zitten enkele knoppen op, een strook braillecellen en enkele statuscellen. Per cel kunnen zes of acht puntjes omhoog komen of omlaag blijven, al naar de letter die er op dat moment en op die plaats moet komen. Omdat die cellen op een rij naast elkaar zitten, kunnen zo woorden en korte zinnen worden gevormd, die de braillelezer kan lezen.

Een brailleleesregel heeft wel zijn beperkingen. Je kunt bijvoorbeeld niet het hele beeldscherm voelen. Je kunt slechts 1 regel tegelijk voelen. Dit zijn meestal bij thuisgebruik slechts 40 karakters en 4 statuscellen. Er staan wel knoppen op het apparaat zodat je de zinnen er onder of er boven ook kan voelen. Maar je hebt natuurlijk geen goed overzicht. Gelukkig vult de techniek van spraak dit nadeel wel een beetje op. Iemand die voor zijn werk een leesregel nodig heeft krijgt er één met 70 tot 80 regels wat al een stuk handiger is. De reden waarom de capaciteit van dit apparaat beperkt blijft tot 40 of 70 of 80 cellen, is de prijs. Een brailleleesregel kost ongeveer 9.900 euro en een met 80 cellen kost ongeveer het dubbele.

Druktechnieken

Thermografie

Thermografie is een drukprocédé waarbij uw drukbeeld of tekst reliëf krijgt. Men bestrooit de nog natte inkt van een afdruk met een laagje thermografisch poeder. Het poeder blijft kleven aan de natte inkt. Waar er geen natte inkt is, wordt het poeder terug opgezogen. Daarna wordt het drukwerk verwarmd in een tunneloven, waar het poeder smelt en opzwelt, om uiteindelijk door blazers afgekoeld te worden. Het resultaat hangt af van de gebruikte poedersoort. Er bestaan verschillende soorten harspoeders en deze bestaan in verschillende kleuren en diktes. De dikte is natuurlijk wat voor braille belangrijk is. De dikte hangt af van de korrelgrootte van het poeder. Dit poeder bestaat uit harsdeeltjes. Afhankelijk van het eindproduct wordt een andere korrelgrootte gebruikt. Bij fijne teksten en tekeningen wordt een fijne korrel gekozen, maar voor braille staat de poedergrootte vast.

21 extra fijn om een extra glans en een vlak oppervlak te verkrijgen.
18 fijn voor delicate teksten en een fijn lijnwerk
14 medium wordt het meest gebruikt voor gewone afbeeldingen en lijnwerk
11 grof voor tamelijk hoog reliëf en volvlakken
09 extra grof voor een hoog reliëf en grotere oppervlaktes
07 braille voor extra hoog reliëf.

Thermografie wordt eigenlijk niet veel gebruikt voor braille. Omdat een typo- of offsetpers voor zo een kleine oplage te veel tijd inneemt en daardoor te duur is, want braille wordt bijna nooit in grote oplages gedrukt. Dit drukwerk kan je herkennen doordat er aan de achterkant van je papier geen “moet” zichtbaar is.

Pregen

Wanneer beeld en/of tekst wordt afgedrukt spreekt men van blinddruk. Hierbij gebruikt men een hoogdruk Heidelberg Degel. Deze druktechniek wordt toegepast op omslagen, diploma’s en dergelijke. Bij blinddruk komt in een zwak reliëf een vorm in het papier te staan. Willen we een duidelijker contrast dan moeten we pregen. Hierbij wordt een speciaal gegraveerd, stalen of messing stempel en een bijbehorende contraststempel gebruikt. Deze worden zodanig in de drukdegel gemonteerd dat de twee delen precies in elkaar passen. Wanneer een papier tussen beide vormen wordt gebracht ontstaat door de druk een reliëf in het papier Je hebt twee platen en de ene dient als matrijs, de andere als patrijs. De platen zijn meestal vervaardigd uit aluminium of zink of blik.

Er kunnen ook plastiek platen gebruikt worden, maar deze hebben het nadeel dat ze statisch geladen kunnen zijn. Dan blijft het papier aan de plaat kleven en vergroot de kans op dubbel vel, wat niet goed is voor de braillepunten. Er kunnen twee problemen optreden bij dubbel vel: op het tweede papier zullen de punten er niet goed ingedrukt staan en het tweede nadeel is dat op het eerste papier de puntjes die er eerst ingedrukt waren er terug uitgedrukt worden. Daarom wordt een plastiek plaat zelden gebruikt; ook al zijn ze veel goedkoper.

Er worden twee aluminium- of twee zinken platen tegelijk in een stereotypeuse gestoken. Een stereotypeuse is een machine die werkt zoals een brailleschrijfmachine met dat verschil dat er maar zes toetsen staan in plaats van zeven, een spatie wordt namelijk niet gebruikt. De schrijfkop schuift automatisch na verloop van tijd op. De tijd kan uiteraard aangepast worden. Een plaat maken is een tijdrovende job. Als de plaat uit de stereotypeuse komt, wordt ze gecontroleerd op mogelijke fouten. De fouten worden gecorrigeerd, meestal door een blinde, door de overtollige punten met een klein hamertje terug neer te slaan, ontbrekende punten worden met een prikpen toegevoegd. Het pregen van het beeld gebeurt met een automatische hoogdrukdegel.

Slimmu brailledruk

Dit is een nieuwe brailletechniek die werd gecreëerd door zeefdrukkerij Muyen in Eefden (Nederland), In opdracht van een blindeninstituut. Het principe berust op een zeefdruktechniek. Na het bedrukken wordt de nog natte inkt geïnjecteerd met een pasta die zich alleen hecht op de natte inkt. Door de reactie van de inkt met de pasta wordt deze gekristalliseerd zodat je een bolletje krijgt met luchtbelletjes erin. Met deze methode kan je een lijn opbouwen tot een hoogte van één millimeter. Slimmu betekent: screen, lucht/licht, injectie, methode, Muyen, uitharden.

Braillezeefdruk

De druk vindt plaats door met behulp van een rakel dikke inkt over een soort zeef die plaatselijk ondoordringbaar is te schuiven. Alleen de gedeelten die beeld moeten achterlaten zijn open gebleven. Het zeefdruk sjabloon bestaat uit een heel fijn gaasweefsel van metaal-, textiel(zijde) of kunststofdraden (nylon, polyester), dat op een raam is gespannen. Er zijn verschillende manieren om het gaaswerk plaatselijk ondoorlaatbaar te maken. Men kan plekken waar de inkt niet mag passeren met bijvoorbeeld lijm, gom of celluloselak afdekken. Dit is onbruikbaar bij braille omdat braille te fijn is. De moderne commerciële zeefdrukkerij maakt haar sjablonen echter langs fotografische weg. Op het gaas wordt eerst een lichtgevoelige laag aangebracht, waarop men het te drukken beeld positief projecteert. Na belichting verharden die delen van de laag die licht hebben ontvangen en worden onoplosbaar in water. De delen die geen licht hebben gekregen, het te drukken beeld dus, zijn niet verhard en kunnen worden weggespoeld. Het gewenste beeld is nu aanwezig op het sjabloon. Bij het belichten treedt er een beeldverfijning op die recht evenredig is met de laagdikte van de gevoelige laag waarop belicht wordt. De apparatuur, de zeef en de rakel moeten hieraan aangepast worden. Door nu met een rakel inkt over dit sjabloon te strijken komt een afdruk tot stand. De inkt wordt daarbij door open mazen van het sjabloon geperst en bereikt alleen op die plaatsen het eronder liggende te bedrukken materiaal.

Voordelen ten opzichte van pregen

Het is mogelijk om op alle materialen te drukken, waarbij pregen alleen op papier of dergelijke gedrukt kan worden. Een besparing in het volume van boeken omdat de braillepunten minder dik zijn. De punten zijn veel harder en kunnen in tegenstelling tot braille hoogdruk niet meer worden teruggeduwd. Er kan met transparantbare inkten over gewone tekst heen gedrukt worden, zodat zienden en blinden beiden de tekst kunnen lezen

Braille-inkt

De inktlaag moet een dikte van 230 tot 300 µm bezitten Silk Screen kan op uw drukvellen een perfect opdikkende en tastbare bedrukking aanbrengen, waardoor pregen of ponsen overbodig wordt. In de praktijk is bewezen dat deze bedrukking zelfs goed leesbaar is, zij het iets minder dan het gebruikelijke preegwerk, voor blinden. Men houdt voor de klant, neutrale monsters beschikbaar.

Opdikkende inkt voor blinden

Niet alleen een goed alternatief voor preegwerk voor braille, maar ook een inkt die een fraaie toevoeging kan geven aan uw drukwerk.

Aanpassingen om in zeefdruk braille te kunnen drukken

Hoe dikker de draden hoe hoger de maasopeningen en hoe dikker de gedrukte inktlaag kan zijn. De gevoelige laag van de film wordt door middel van water op het gaas overgedragen, de film reageert dus met water en laat zijn gevoelige laag zo achter op het gaas. Een iets meer afgeronde rakel heeft een breder raakvlak en brengt meer inkt over op de drukdrager. Er wordt meestal gebruik gemaakt van UV drogende inkten. Doordat er zoveel inkt op de drukdrager komt duurt het te lang om te drogen.

Braille & Wiskunde

Hoe werkt Wiskunde in braille?

Het opvallende is dat braillecijfers alleen maar bestaan uit de punten 1, 2, 4 en 5. Voor een cijfer komt een cijferteken. Dit is omdat de cijfers zonder dit teken letters zijn: sommige tekens zijn in braille moeilijk te schrijven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij machten en kwadraten, je kan namelijk niet in braille een kleine zes of kleine acht schrijven. Hier wordt dan vaak een ‘A’ neergezet, waarachter de zes of de acht wordt geplaatst. Er zijn heel veel aanpassingen voor wiskunde in braille. Er zijn bijvoorbeeld: sprekende rekenmachines, geoborden, voelbare geodriehoeken, draadfiguren, zwelpapiertekeningen, enzovoort. Op een paar van deze dingen zullen we verder ingaan.

Geobord

Een geobord is een plat vierkant bord, met ongeveer om de centimeter gaatjes. In deze gaatjes passen pennetjes waar je elastiekjes omheen kan spannen. Door deze elastiekjes kunnen de blinden platte figuren voelen. Ook kan de blinde hier grafieken, boomdiagrammen en ruimtelijke figuren tekenen. Het nadeel van dit bord is dat de tekeningen niet bewaard kunnen worden.

Draadfiguren

Draadfiguren worden gemaakt van stokjes of rietjes die op een bepaalde manier aan elkaar worden verbonden, zodat er een ruimtelijk figuur ontstaat. Dit kunnen alleen hoekige figuren zijn zoals: kubussen, piramides of prisma’s.

Zwelpapiertekeningen

De SVB maakt tekeningen voor blinden. Deze tekeningen zijn tastbaar en kunnen dus door de blinde gevoeld worden. Deze tekeningen worden op speciaal papier en met speciale inkt getekend. Met de inkt wordt bijvoorbeeld een grafiek getekend. Als de tekening klaar is, wordt de inkt verhit. Door deze hitte komt de inkt omhoog, waardoor hij voelbaar wordt. Deze tekeningen worden vooral voor wiskunde, aardrijkskunde en economie gebruikt. Maar niet alles is op deze wijze te tekenen. Sommige tekeningen zijn niet in braille weer te geven. Sommige grafieken hebben zeer kleine stijgingen of dalingen zodat dit niet mogelijk is. De brailletekening zou dan teveel afwijken.

Meer info?

Braillemuziekschrift

Algemene informatie

Louis Braille (1809/1852) was eerst leerling en daarna leraar aan het door Valentin Haüy in 1784 opgerichte blindeninstituut. Hij studeerde ook orgel en werd later organist van verscheidene Parijse kerken, o.m. Saint-Nicolas du Chardonnet in de nabijheid van het instituut. Zijn vriend en collega, Coltat, vertelt ons dat zijn orgelspel “correct, briljant en vloeiend was, kenmerkend voor zijn hele persoonlijkheid”.

In de tweede uitgave van Brailles “Procédé” (1837), stelde hij een coherent systeem voor om muziek te noteren. Het vormt nog steeds de basis van de internationale braillemusicografie.

Braille verliet het systeem van notenbalken en sleutels en vertrok van het klavier van de piano. Elke toon kwam overeen met een bepaald brailleteken. Zo bekwam hij een reeks van zeven tekens. In elk van deze tekens konden kleine wijzigingen aangebracht worden om het ritme te bepalen. Bovendien werd elk teken voorafgegaan door een ander teken dat het octaaf aanduidde. Zo drukte hij in slechts twee tekens de precieze toonhoogte en de duur van de noot uit.

Dit systeem is evenals zijn schrift zeer systematisch en eenvoudig opgebouwd. Een blinde hoeft slechts een minimum puntencombinaties te onthouden om het hele klavier van de piano te herkennen.

Zie ook: Bladmuziek voor blinden en slechtzienden (braille, vergroting)

Aanbevolen lectuur

Krolick, Bettye:
“Inleiding tot het lezen van het braillemuziekschrift.”
(FNB, Amsterdam.)

Kerkhof, F./Slegers, A.:
“Het braillemuziekschrift.”
(Naslagwerk uit 1979, uitgeput; een fotokopie kan worden aangevraagd bij Greta Huyghebaert, E-mail: omzet@lichtenliefde.be – in Varsenare.)

Van Parijs, Jozefien:
“Piano-onderwijs voor blinden; het braillemuziekschrift.”
(Scriptie, Lemmensinstituut Leuven, kan, na afspraak, worden ingezien; e-mail: kristindeville@lemmens.wenk.be – bibliothecaresse.)

Ven, Hilde:
“Piano-onderwijs voor blinden.”
(Idem.)

Zoek je nog meer informatie, bel of mail dan naar de Federatie van Nederlandse Blindenbibliotheken:
Tel.: (0031)486 486 486 (vragen om te worden doorverbonden met de afdeling Muziek)
E-mail: wstrootman@dedicon.nl

Je zou ook een kijkje kunnen nemen op de website:
http://www.anderslezen.nl

Het braille kritisch bekeken

Het braille is een waardevol maar onvolwaardig schriftstelsel. In “Lezen met de vingers” (1977) zegt M.C.J. Mommers het aldus: “De geschiedenis heeft geleerd, dat het braillesysteem een geniale vinding is geweest, waardoor de mogelijkheden van de blinden aanzienlijk groter zijn geworden dan voorheen. Dit neemt niet weg, dat brailleschrift in vergelijking met het zwartschrift duidelijk in het nadeel is.”

In de ruim 150 jaar van zijn bestaan zijn de bezwaren en kritiek dan ook geen ogenblik uit de lucht geweest. Maar is er iets beters denkbaar?

Het brailleschrift was in 1825 praktisch “bedrijfsklaar”. Al dadelijk werd als bezwaar aangevoerd, dat zijn lettertekens elke gelijkenis met die van de zienden misten. Zoals bekend, trachtte te Brugge kanunnik Carton daar binnen het stelsel een mouw aan te passen. Maar buiten een zeer enge kring oogstte hij geen succes. Te Parijs in het instituut waar het brailleschrift ontstond, werd het aanvankelijk als een soort tweede schrift beperkt gebezigd, maar in 1840 resoluut uit het blindenonderwijs gebannen. Pas in 1850 erkende directeur Dufau de meerderwaardigheid van het braille als blindenschrift op de nog alom benutte zwartschrifttekens in reliëf. Het gebruik dat blinden thans maken van dactylo en optacon toont aan dat ook op onze dagen, het braille alleen niet alle behoeften dekt.

In 1854 bleken alle blindeninstituten in Frankrijk zich tot het braillestelsel te hebben bekeerd. Men vond nu dat het lieve vaderland iets had gepresteerd, dat heel de wereld dienstig kon zijn. Een propagandabrochure werd gestuurd naar alle blindeninstituten in Europa en Amerika met het braillealfabet en bij wijze van proef, het onzevader in braille in zes talen.

Maar nu ging men het stelsel zelf op de korrel nemen:
A. De beste tekens waren niet aan de meest voorkomende letters toegekend. Dat klopte, maar verbeteringen op dat gebied zouden voor elk taalgebied een ander braillealfabet opleveren. Vooral in de Duitstalige landen ontbrandde een hevige strijd tussen voor- en tegenstanders van een verbeterd alfabet. In 1878 werd deze strijd beslecht ten voordele van het oorspronkelijke ontwerp.
B. Aan bepaalde aspecten van de typografie was te achteloos voorbijgegaan. Rond 1880 werden het hoofdletter- en het cursiefteken ingevoerd.
C. Zoals in het alfabet van de zienden, hoorde de “w” in het braillealfabet op de 23ste en niet op de 40ste plaats te staan. In een deel van Amerika ging men aan onze tekens voor x, y, z en ç, resp. de betekenis geven van: w, x, y en z. Aan de verwarring die hieruit ontstond, kwam in 1918 een einde.

Aan elk tactiel schriftstelsel kleven nadelen. Mommers preciseert: “De benodigde ruimte voor een bepaalde tekst in braille, is veel groter dan die voor zwartdrukletters. In het gunstigste geval is de bedrukte oppervlakte van brailleboeken 30-maal zo groot en in ongunstige gevallen, 50-maal of meer.” Bovendien is het benodigde papier dikker.

Met het oog op ruimtebesparing is men destijds te Woluwe de brailleletters merkelijk gaan verkleinen, wat vooral buiten de Woluwse kringen voor heel wat leesmoeilijkheden heeft gezorgd. Na de Tweede Wereldoorlog is dit verkleind brailleschrift gelukkig volkomen in onbruik geraakt.

In aansluiting hierbij een passage uit “Lezen met de vingers”: “In het begin van deze eeuw werd in de USA het initiatief genomen om tot een eenheid te komen met betrekking tot de brailletekens. Tussen 1910 en 1920 werden een aantal onderzoekingen verricht in verband met de meest geschikte afmetingen van de braillepunten en hun onderlinge afstanden. Dit resulteerde in 1920 voor de USA in een standaardisering van de brailledruk. De standaardafmetingen tussen de punten (vermoedelijk bedoeld van het midden van het ene punt tot het midden van het andere punt) werden vastgesteld op 2,29 mm; de afstand tussen de cellen op 4,06 mm en die tussen de regels, op 7,62 mm. Op grond van later onderzoek (1957) kwam men tot de bevinding, dat afgeronde, kegelvormige punten met een hoogte van 0,38 mm en aan de basis een diameter van 1,40 tot 1,52 mm de voorkeur verdienen. In de praktijk van diverse landen komen nog steeds verschillen voor, in betrekking met de gebruikte afmetingen, maar deze verschillen zijn slechts klein.” Toch liggen de regels thans duidelijk dichter bij elkaar dan in 1920 werd aanbevolen.

Reeds in 1863 had men het versregelteken bedacht om bij het noteren van poëzie geen ruimte te verliezen door aan het einde van elke versregel, naar een andere regel over te gaan. Later trachtte men in Amerika ruimte te winnen met een volkomen nieuw en erg revolutionair stelsel, het “New-York Point”, met lettertekens die slechts 2 punten hoog en 1, 2, 3 of 4 punten breed konden zijn. Ook dit experiment werd in 1918 naar het stort verwezen.

Een laatste middel tot ruimtebesparing, het kortschrift, boekte meer bijval; tot genoegen van de enen, tot spijt van de anderen. De stelsels die in de diverse landen worden toegepast zouden een ruimtewinst opleveren, variërend tussen 10 en 30%. Noodzakelijk gebaseerd op de eigen spelling en de frequentie van woorden en lettergrepen in elke taal, verschillen de kortschriftstelsels grondig van het ene taalgebied tot het andere, wat een wezenlijke rem betekent voor eenieder, die braille wil lezen in meerdere talen.

Niet alleen neemt het braille in vergelijking met het zwartschrift meer ruimte in. Vrij algemeen wordt aangenomen dat het lezen ervan gemiddeld minstens twee- tot driemaal zoveel tijd vraagt. Vooral bij minder verstandige leerlingen blijft het leestempo meestal bijzonder laag. Dit brangt Mommers tot de uitspraak “dat beneden een bepaald intelligentieniveau brailleschrift ophoudt een effectief communicatiemiddel te zijn”. Tijdverlies bij het lezen is uiteraard van belang: “Bij integratie van blinde leerlingen in het normale onderwijs vormt het tijdverschil een reële moeilijkheid en deze moeilijkheid wordt groter, naarmate het kind minder begaafd is.”
Mommers heeft zo zijn twijfels over het een en ander: “Bij geplande veranderingen in het onderwijs heeft men veelal te eenzijdig aandacht voor wat men ermee denkt te winnen en te weinig, voor wat men erdoor verliest.”

In landen, waar kortschrift slechts een beperkt gebruik geniet, verwacht men doorgaans niet dat het kortschrift ertoe kan bijdragen het leestempo te verhogen. Niettemin wees in 1972 een vergelijkend onderzoek in Engeland uit, dat bij kortschrift de leestijd gemiddeld ongeveer 2/3 bedroeg van die bij volschrift. Hierbij dient evenwel aangestipt, dat de proefpersonen gewend waren kortschrift te lezen en slechts weinig ervaring hadden met het lezen van volschrift. In Duitsland bleek in 1951 kortschrift een gemiddelde besparing aan leestijd op te leveren van 15,2% met een variatiebreedte van 6,2 tot 21%. In 1975 stelde men met het Zweedse kortschrift een tijdwinst vast van ruim 8%, terwijl het Deense een gemiddelde tijdwinst bleek te geven van 22% bij een gemakkelijke tekst en van 9 tot 14%, bij een moeilijke.

Hieruit zouden we drie gevolgtrekkingen kunnen maken:
A. Kortschrift bespaart niet enkel ruimte, het kan ook het leestempo opvoeren.
B. Hiertoe is nodig, dat men het haast uitsluitend gebruikt.
C. De tijdwinst blijkt geringer bij moeilijke dan bij gemakkelijke teksten, maar blijft altijd beduidend.

Inzake typografische mogelijkheden moet het brailleschrift met zijn nauw uitgetelde 63 tekens, het kansloos afleggen tegen het haast onbegrensde aantal beschikbare zwartdruktekens. Zijn ontwerper bracht een stelsel tot stand, dat ongetwijfeld ten volle voldeed aan de behoeften van zijn tijd. Door de uitbreiding van de intellectuele en professionele aanspraken van de blinden zijn de eisen, die aan het schriftsysteem worden gesteld mede verruimd. Wat Louis Braille aan muziekschrift, kortschrift, mathematisch en wetenschappelijk schrift naliet, is nauwelijks meer dan een uitgangspunt te noemen van wat er in dit opzicht achteraf is ontstaan. Andere stelsels zoals voor scheikunde, stenografie en fonetische noteringen werden eraan toegevoegd.

Hoe vernuftig men ook met de 63 brailletekens omspringt, het wordt steeds duidelijker dat dit geringe aantal niet langer volstaat. Men is dan ook gaan experimenteren met “uitgebreide” braillesystemen op basis van tekens met tweemaal 4, driemaal 3 en driemaal 4 punten. In “De Verenigde Staten van Amerika en Canada” verzekert dr. H.L. Jonckers dat de verrichte onderzoekingen in de VS hebben uitgewezen, dat tekens op basis van 9 of 12 punten zeer goed leesbaar zijn. Terecht merkt hij op: “Uiteraard biedt uitbreiding van de realiseerbare verzameling brailletekens vele interessante mogelijkheden voor bijzondere coderingssystemen zoals vereist voor de wiskunde, de scheikunde en enkele bijzondere talen.”

Men denkt er echter niet aan, het traditionele braille over boord te gooien. Voor elke onderzochte symbolenverzameling werden twee basisvoorwaarden vooropgesteld:
1. De oorspronkelijke brailletekens moeten deel uitmaken van elk nieuw systeem.
2. In tekens met meer dan 2 kolommen mogen geen lege tussenkolommen voorkomen; d.w.z. van elke kolom moet er minstens één punt aanwezig zijn, om het teken als één geheel te doen herkennen.

Men weet dat er reeds stenoapparaten in gebruik zijn, op basis van 7 punten in de DDR en op basis van 8 in de Duitse Bondsrepubliek.

In de laatste twintig jaar heeft de gesproken lectuur, zowel voor studie en informatie als voor ontspanning, zeer veel terrein ingepalmd dat vroeger onbetwist aan het braille toebehoorde. Met voorlezen en beluisteren kan een gegeven tekst zo veel vlugger verwerkt worden, dan met het noteren en aftasten van brailleschrift. Volgens Mommers “kan bij luisteren onder optimale omstandigheden een snelheid van 450 à 500 woorden per minuut worden bereikt en dat is vijf- tot tienmaal zo snel als bij braillelezen”.

Toch blijft een schriftstelsel nodig. maar moet dit zich noodzakelijkerwijs blijven richten op de beperkte ruimte van de vingertop? Met een laatste verwijzing naar “Lezen met de vingers”: “Het is minstens in theorie denkbaar dat er anderssoortige tekensystemen te ontwerpen zijn, b.v. gebaseerd op vibratorische of elektronische stimulatie, die een snellere informatieverwerking mogelijk zouden kunnen maken.”

Kenmerken/Wist je dat?

– Het braille is een ander alfabet maar geen nieuwe taal, want je kan geen braille spreken.
– Het brailleschrift is gebaseerd op 6 puntjes.
– Er zijn 63 combinaties mogelijk met het 6-punts-braille.
– Basis: A tot en met J, K tot en met T zijn zoals A tot en met J, maar met puntje 3 erbij, U tot en met Z zijn ook zoals A tot en met J, maar met puntjes 3 en 6 erbij. De W vormt een uitzondering omdat die eerst niet bestond in braille (Louis Braille is namelijk een Fransman en in het Frans is de letter “W” niet gebruikelijk).
– Er bestaat ook 8-puntsbraille, ook wel computerbraille genoemd. Puntje 7 laat je zien of je een hoofdletter hebt getypt, puntje 8 zegt iets over de opmaak of het cijfer, naargelang de regel.
– Sommige braille(lees)tekens verschillen van land per land.
– 70 % van de Amerikanen kent geen braille; zij werken met spraak.
– 1 A4-blad = ongeveer 3 à 4 braillepagina’s. Het gevolg hiervan is dat boeken dikker worden: B.v. 1 dik omgezet boek kan soms 85 boekdelen in braille bevatten!
– Een omgezet brailleblad is vrij duur: Ongeveer 1 EUR per brailleblad.
– Braille kan in enkel- en dubbelzijdige druk gebeuren. Enkelzijdige druk is voor zienden gemakkelijker om mee te lezen.
– Markeren in braille is tamelijk moeilijk.
Braillepost van en naar blindennazorgwerken kan gratis verstuurd worden door middel van een cecogram. De brailledocumenten worden dan in een grote enveloppe gestoken en mogen niet geplooid of geplet worden (dan kan het braille niet meer gelezen worden). Privé-personen die met elkaar corresponderen via braille, dienen daarvoor wel te betalen.
– Bij een krant wordt er niet gebundeld omdat dit te veel tijd zou innemen. Bij een tijdschrift worden er nietjes doorgedaan. Boeken werden vroeger genaaid maar dat duurde te lang en nu bundelen ze boeken in mappen.
– Braille corrigeren – Er staat een puntje te veel: Dit puntje kan je wegkrabben met een wegkrabbertje. Dit is een houten bolletje met een fijne punt aan waarmee je de braillepunten kan wegdrukken.
– Braille corrigeren – Er staat een puntje te weinig: Dan zal je de tekst volledig weer moeten afdrukken.

Braillepost verzenden

Handicapzéro (Frankrijk)

Via deze leuke Franstalige website kan je online gratis braillepost versturen. Dat is zeker handig voor b.v. zienden die hun blinde vriend/in eens willen verrassen, om eigen digitale teksten te laten omzetten, of gewoon, om eens naar een ander blind maatje zonder pc een briefje te sturen.

Ik heb het zelf uitgetest en binnen de week was mijn brief aangekomen bij de bestemmeling. De bestemmeling moet zich in de Europese Unie bevinden, dus je kan ook gratis een briefje naar het buitenland versturen.

De website luidt:
https://www.handicapzero.org/qui-sommes-nous/braille-postal

De site is Franstalig, en je moet 7 velden invullen:
* Nom: Naam
* Prénom: Voornaam
* Adresse: Adres
* Code Postal: Postcode
* Ville: Woonplaats
* Pays: Land -> Hier staat standaard “France” en kan je dus veranderen in het land waarnaar jij de braillebrief wilt zenden.
* Votre Message: Uw bericht

Verder staat er onder “Votre Message” nog een invoerveld met de nog resterende karakters die je kan besteden; je kan een brief van maximum 4.000 karakters intypen.

Je moet dus geen eigen contactgegevens opgeven, enkel maar die van de bestemmeling

Heel plezant en het werkt echt!!! Doe er je voordeel mee.

Braillepost (België, Nederlands-, Duits- en Franstalig)

Nog een handige site maar dan hier in België: http://www.braillepost.be. Dit is een Belgische site waarlangs je gratis braillepost kan laten verzenden.

Blindenhilfswerk “Spendet uns Licht und Liebe” V.o.G.
Charles Xhonneux
Steinroth 35
B-4700 Eupen
Tel.: (0032)(0)87)74 47 08
E-mail: info@braillepost.be
Website: http://www.braillepost.be

Braille.nl (Nederland)

Is iemand in uw omgeving op braille aangewezen? Heeft u een document, brief of liturgie nodig in braille?

Braille.nl biedt u de mogelijkheid om via de gratis* printservice uw Word-document om laten zetten in brailleschrift. Door dit initiatief van Proson en de sponsoren van deze website worden er voor de printservice geen kosten in rekening gebracht.

Proson / Braille Servicecentrum
Postbus 14
3850 AA Ermelo
Tel.: (0341)498 215
Fax: (0341)498 209
E-mail: braille@proson.nl
Website: http://www.braille.nl

Braille.nl vergroot communicatie tussen ziende en blinde mensen

Bron: Bartiméus, http://www.bartimeus.nl, 23 november 2006

Braille printen kan gratis en snel. Op http://www.braille.nl kan iedereen een Word-document binnen twee dagen gratis laten omzetten in braille. Mensen die blind of slechtziend zijn hebben veel baat bij braille, alleen het printen ervan was tot voor kort een probleem. Deze nieuwe ontwikkeling van Proson vergroot de zelfstandigheid van mensen met een visuele beperking. Uw kerkgemeente kan ook de communicatie tussen ziende en blinde mensen vergroten door bijvoorbeeld liturgieën van wekelijkse kerkdiensten standaard aan te bieden in braille.

Van de circa 625.000 blinden en slechtzienden in Nederland werken veel mensen met een computer met brailleleesregel, daisyspeler of luister CD. Door deze hulpmiddelen is de zelfstandigheid van blinden en slechtzienden de laatste jaren vergroot. De ontwikkeling van braille op papier is daarentegen achtergebleven, blijkt ook uit het onderzoek van de Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang. Met name boeken en tijdschriften zijn verkrijgbaar in braille maar voor overige informatie is men aangewezen op een beschikbare brailleprinter. Met Braille.nl verbetert Proson de toegang tot braille op papier. Op deze website kan iedereen, blind of niet-blind, elk gewenst tekstbestand – van notulen tot liederen en van liturgieën tot een uitnodiging – gratis omzetten in braille. Op school, op het werk of in een kerkgemeente vergroot deze ontwikkeling van brailleprints de zelfstandigheid van mensen met een visuele beperking.

Op http://www.braille.nl kan iedereen, in drie stappen, elk gewenst Word-document versturen naar Proson. Binnen twee dagen ontvangt de aanvrager de brailleprints op het opgegeven adres. Door middel van sponsoring zijn er voor particulieren geen print- en portokosten verbonden aan deze service van Proson, onderdeel van Bartiméus Bartiméus. Op de site is het mogelijk om een gift over te maken om het werk voor blinden en slechtzienden in Nederland te steunen.

Nederland: Wat zijn de spelregels bij het verzenden van braillepost?

Bron: Viziris nieuwsbrief 18
23 augustus 2012

Deze weken kreeg de Ooglijn geregeld vragen over verzending van braillepost. Hieronder dus de mogelijkheden en regels op een rij.

Wat zijn de spelregels bij het verzenden van braillepost?

Post.nl heeft na klachten van gebruikers en een Kamervraag kort geleden aangegeven dat ook braillepost op de volgende werkdag moet worden bezorgd. Braillepost valt dus gewoon onder de 24-uurs service.

* Waarom is het verzenden van braillepost gratis?

Braille op papier is nogal zwaar. Een gewoon briefje (één A’4-tje) beslaat al gauw drie tot vier braillebladzijden. Bovendien is braillepapier veel dikker dan gewoon briefpapier. Het verzenden van braille per post zou op die manier een dure aangelegenheid worden. Vandaar de regeling dat braillepost kosteloos kan worden verzonden.

* Verzenden van braillepost in Nederland

In Nederland is het gratis verzenden van braillepost in artikel 26 van de Postwet 2009 opgenomen. Hierin staat dat poststukken die in hoofdzaak tekst bevatten in voor blinden bestemde tekens kosteloos verzonden mogen worden. De tekst van dit wetsartikel hebben we voor geïnteresseerden hieronder weergegeven:
“In afwijking van de artikelen 24 en 25 worden de kosten van het vervoer van poststukken die in hoofdzaak tekst bevatten in voor blinden bestemde tekens en die elk afzonderlijk ten hoogste zeven kilogram wegen door de verlener van de universele postdienst gedragen”.

Als u voor de gratis 24-uursservice voor braillepost in aanmerking wilt komen gelden de volgende voorwaarden:

De inhoud mag alleen brailledrukwerk of gesproken lectuur (daisy cd-rom) bevatten. Deze post wordt ook wel braille cecogramme genoemd. Bij de verzending van geluidsdragers (denk aan de daisy cd-rom) geldt echter de beperking dat deze alleen gratis worden vervoerd wanneer ze gericht zijn aan, of afkomstig zijn van, een erkend blindeninstituut. Als u bijvoorbeeld aan een organisatie, bedrijf of particulier persoon stukken in brailleschrift verzendt dan is dit gratis. Maar voor een geluidsdrager geldt dus dat dit alleen gratis is als u deze verstuurt aan een erkend blindeninstituut. Verder valt de verzending van lectuur in grootletter niet onder braillepost. Doe om verwarring te voorkomen geen zwartdruk in de envelop. Daar is de regeling niet voor bedoeld.

– Per keer dat u braillezendingen of gelijkgestelde poststukken wilt versturen, moet u wel duidelijk maken dat u aanspraak wilt maken op de gratis 24-uursservice. PostNL kan immers niet aan de buitenkant zien wat de inhoud van de poststukken is. Daarom dient u op de buitenkant duidelijk in de rechterbovenhoek van ieder poststuk te vermelden dat sprake is van een braillezending, bij voorkeur door middel van een sticker voor braillepost (dit kan een Braillesticker uit de zegelprinter bij Retail, een Braillesticker P4530 of een andere aanduiding van Braille zijn).
– Het moet duidelijk zijn wie de afzender is. Vermeld daarom ook uw eigen naam en adres. Hierdoor kan PostNL checken of het een legitieme partij is die de post gratis wil versturen.
– Als er sprake is van zakelijke verzenders die ook gewone poststukken aanbieden, dienen de braillezendingen en gelijkgestelde poststukken gescheiden als 24-uurspost te worden afgegeven.
– Het minimum-formaat is 14x9cm, het maximum formaat is 100x50x50 cm en het maximum gewicht is 7 kilogram (per stuk).
– Er is geen aanvullende service (bijvoorbeeld aangetekend) mogelijk.
– Voor verzending naar het buitenland is geen priority sticker of aanduiding priority mogelijk.

Kan ik braillepost gratis verzenden in Europa?

Op basis van een Europese richtlijn uit 2009 heeft de Oogvereniging, samen met de European Blind Union (EBU), gestreden voor het behoud van gratis verzending van braillepost. Die strijd is deels gewonnen want elke lidstaat mag nu zelf regels vaststellen. Alleen verzending van het ene naar het andere land is gratis gebleven.

De Ooglijn is bereikbaar van maandag t/m donderdag van 10.00 uur tot 15.30 uur.
T: 030 2945444 E: ooglijn@oogvereniging.nl
https://www.oogvereniging.nl/vereniging/stel-uw-vraag-aan-de-ooglijn/

Braille voor zienden

Er zijn ook zienden die braille moeten of willen aanleren. Denken we maar aan ouders, familie en vrienden van visueel gehandicapte personen, leerkrachten/docenten, GON-/ambulante begeleiders, low vision-therapeuten, thuisbegeleiders, …

Enkele tips:
– Het downloaden van het braillelettertype (zie puntje 4). Dit lettertype drukt gewoon zwarte puntjes af, maar je kan ze niet voelen. Om echt braille af te drukken, heb je nl. een brailleprinter nodig.
– Bij blindennazorgwerken, revalidatiecentra, low vision-centra, oogziekenhuizen etc. kan je meestal een velletje papier krijgen waarop zwartgedrukte brailletekens en hun betekenis staan.
– Bij de brailleproductie- en omzetcentra bestaat het zogenaamde “handboek voor brailleerders”.
– Enkele heropleidingscentra, blindenscholen, blindennazorgwerken etc. organiseren braillecursussen voor zienden.
– Je kunt via hulpmiddelenleveranciers (BE en NL), blindennazorgwerken (BE en NL) of speel-o-theken (BE en NL) vaak spelen kopen of ontlenen waarop zowel braille- als gewoon/grootdruktekens staan (kaartspelen, bordspelen, …).

Op de linkenpagina kunt u de gewenste categorie aanklikken en contactgegevens zoeken.

Braille aanleren

Hoeveel tijd kost het om braille te leren?

Dit lijkt mij zeer afhankelijk te zijn van persoon tot persoon. Sommige mensen zullen er sneller mee weg zijn dan anderen omdat ze b.v. taliger zijn aangelegd. Leeftijd speelt hierin ook een rol. Over het algemeen is het zo dat een taal leren makkelijker is op jonge leeftijd dan op oudere leeftijd. Ik denk dat het bij braille eveneens een rol speelt hoe goed je gebruik kan maken van je tastzin. Iemand die beter los kan komen van zijn zicht en meer durft afgaan op wat hij / zij voelt zal er volgens mij ook iets sneller mee weg zijn. Andere factoren zoals intelligentie, steun van anderen om het te leren, motivatie, interesse, werkhouding, psychische/fysieke gezondheidstoestand enz. kunnen eveneens van invloed zijn op het leerproces. Je kan met andere woorden niet zomaar zeggen dat het b.v. 6 maanden duurt om braille te leren, want dit zal voor iedereen verschillend zijn. Natuurlijk zal er wel een gemiddelde duur zijn om braille te leren die men dan ook mede gebruikt om het aantal sessies te bepalen, maar je zal toch steeds mensen hebben die het sneller leren dan gemiddeld en mensen die het trager leren dan gemiddeld.

Een andere factor die het leerproces beïnvloedt is de methode waarmee iets wordt aangeleerd. Deze methode moet passen bij de persoon die het aangeleerd krijgt. Sommige mensen leren beter aan de hand van methode A, daar waar andere mensen beter leren aan de hand van methode B. De aanpak van de leerkracht moet afgestemd zijn op de lerende. Bij intensieve oefening in een revalidatiecentrum vraagt het GEMIDDELD ongeveer 8 maanden à 1 jaar om braille goed onder de knie te hebben. Je kan er dan vanuit gaan dat je in die tijd een A4-formaat brailleleesboek in een bepaalde tijd kunt lezen. Daarna moet je het uiteraard uitbouwen door heel veel boeken te lezen. Wil je als ziende persoon braille leren lezen (met je ogen) en schrijven, dan kan dat trouwens al wel vrij snel; vaak lukt dit al na enkele dagen. Het voelen zelf echter is de moeilijkheid in deze … En dat is toch niet zo eenvoudig omdat je opeens je zicht moet leren uitschakelen, en juist dat duurt enorm lang. Bovendien kunnen de letters ook als cijfer gebruikt worden als er een teken voor geplaatst wordt; dit moet je in het begin zeker goed instuderen!

Tot op welke leeftijd kan je braille aanleren?

Ervan uitgaande dat het leren van braille gelijkgesteld kan worden aan het verwerven van een taal, kan je eigenlijk niet echt een leeftijd plakken op het aanleren van braille. Je kan braille in principe aanleren op eender welke leeftijd. Echter, het is gemakkelijker om hiermee te starten op jonge leeftijd. Wanneer braille het eerste schrift is dat je leert op jonge leeftijd zal je dit normaal gezien relatief snel verwerven en je zal het ook goed beheersen. Het wordt wat moeilijker wanneer je braille als tweede (of derde) schrift gaat aanleren.

Het is op latere leeftijd (zelfs op bejaarde leeftijd) in principe nog mogelijk om een taal te leren, maar het zal gewoon minder vlot gaan. Met het klimmen der jaren zal het steeds moeilijker en langdurender worden. Hangt natuurlijk ook af van de op die leeftijd en na eventuele beschadigingen overgebleven gevoeligheid van de beide wijsvingers (braillevingers). Niettemin is op elke leeftijd het aanleren van braille het proberen waard, want het letterbeeld van woorden en namen is altijd beter, en de overdracht van kennis gaat veel soepeler dan via gehoor. De kennisoverdracht via gehoor levert veel sneller vermoeidheid en hoofdpijn op, vooral bij intensief studiemateriaal zoals wiskunde en vreemde talen.

Downloads brailleschrift

  • Braille: Download het 3D-braillelettertype!: Installatie:
    • Pak het ZIP-bestand uit; je krijgt een lettertype met naam: “braille.ttf”
    • Bij Windows XP ga je via start naar het configuratiescherm. Daar kies je voor de map “Lettertypen”. In deze map staan alle lettertypes die op je computer staan geïnstalleerd. Je sleept het .ttf- of .otf-bestand dat je zojuist gedownload hebt naar deze map en je lettertype is toegevoegd.
    • Bij Windows Vista en Windows 7 hoef je het bestand niet op de juiste plaats te zetten. Je kunt dan simpelweg met de rechtermuisknop klikken op het ttf- of .otf-bestand en kiezen voor “Installeren”.
    • Wanneer je gebruik maakt van MAC OS X 10.3 of nieuwer dubbelklik je op het .ttf- of .otf-bestand en kies je voor “Installeer lettertype” onderaan het scherm.

Meer informatie

Gebaseerd op: anoniem, Anne Ballet, Kim Bols, Maarten Cox, Nele Decroock, Frans Oosterlinck – Gelieve deze bronvermelding op te nemen indien u een stuk hiervan wenst te gebruiken.

 

Deel dit:
Advertenties

  1. Toegankelijke informatievoorziening voor blinden en slechtzienden15-04-2024 06:04:34
  2. Leesproblemen bij slechtzienden19-11-2023 07:11:53
  3. Spreekwoorden rond zien, kijken, ogen, blind en slechtziend14-11-2023 06:11:15
  4. Hoe lang duurt het om braille te leren?06-11-2023 07:11:11
  5. Braillepost versturen06-11-2023 06:11:52
  6. Geschiedenis van Louis Braille en het brailleschrift03-11-2023 08:11:09
  7. Braille en psychosociale aspecten: De impact op zelfperceptie en welzijn31-10-2023 08:10:26
  8. Braille en maatschappelijke participatie: Actieve deelname aan het dagelijks leven bevorderen31-10-2023 08:10:20
  9. Braille en de arbeidsmarkt: Kansen vergroten voor mensen met een visuele beperking31-10-2023 08:10:12
  10. Braille en inclusief onderwijs: Het belang van tactiele geletterdheid31-10-2023 07:10:35
  11. Braille en neuroplasticiteit: De hersenen veranderen door tactiel leren31-10-2023 07:10:16
  12. Braille en cognitieve ontwikkeling31-10-2023 07:10:03
  13. Tips om je kind voor te bereiden op het leren van braille31-10-2023 07:10:16
  14. Kan je nog braille leren op hoge leeftijd?15-10-2023 04:10:34
  15. Goede lettertypen voor slechtzienden21-09-2023 06:09:07
  16. E-readers voor personen met een visuele beperking15-09-2023 12:09:44
  17. Nederlandstalige en Engelstalige organisaties rond brailleboeken10-09-2023 06:09:13
  18. Nederlandstalige en Engelstalige platforms voor audioboeken en luisterboeken08-09-2023 11:09:24
  19. Nederlandstalige en Engelstalige platforms voor ebooks en digitale boeken08-09-2023 05:09:49
  20. Als ziende persoon braille leren25-08-2023 01:08:40
  21. Blinde en slechtziende auteurs en dichters21-08-2023 11:08:26
  22. Leeshulpmiddelen voor blinden en slechtzienden19-08-2023 02:08:12
  23. Braillemenukaart voor blinde en slechtziende gasten07-08-2023 04:08:09
  24. Is braille in alle talen hetzelfde?25-11-2011 05:11:05
  25. Moon: Schrift in reliëf05-06-2011 12:06:07
  26. Oskar Picht, uitvinder van de brailleschrijfmachine05-06-2011 12:06:23
  27. Brailleschrift en Louis Braille05-06-2011 10:06:32
  28. Valentin Haüy, de eerste blindenleraar05-06-2011 10:06:26

Laatst bijgewerkt op 24 maart 2024 – 10:50