Schooltraining van een geleidehond

Een geleidehond wordt niet zo geboren. Een hond wordt namelijk in diverse fasen opgeleid, waarvan de schooltraining de laatste fase vormt. Speciaal opgeleide trainers en instructeurs leiden dergelijke honden op zodat ze als blindengeleidehond kunnen werken voor een blinde of slechtziende persoon. In deze tekst worden eerst de diverse opleidingsfases bekeken en daarna wordt dieper ingegaan op de schooltraining.

Opleidingsfases van blindengeleidehond

Puppyfase

Op de leeftijd van zeven à acht weken vertrekt de pup vanuit de fokker naar een puppypleeggezin. Dit pleeggezin speelt een cruciale rol in de vroege socialisatie van de hond. Hier leert de pup basissocialisatie, zindelijkheid en gehoorzaamheid.

Jonge hondfase

De pup verblijft in het puppypleeggezin tot hij ongeveer één à anderhalf jaar oud is. Tijdens deze fase blijft de nadruk liggen op verdere gehoorzaamheidstraining en socialisatie. Dit is een essentiële periode voor het ontwikkelen van de hond als een goed aangepaste en vriendelijke metgezel.

Opleidingsfase op de geleidehondenschool

Nadat de hond de basisvaardigheden heeft verworven, verhuist hij naar de geleidehondenschool. Hier begint de intensievere opleiding tot een volwaardige blindengeleidehond. Het belangrijkste hulpmiddel dat tijdens deze fase wordt geïntroduceerd, is het tuig.

Geleidehond

Opleidingsfases op school

De gewenningsfase

Wanneer de hond op de geleidehondenschool aankomt, krijgt hij de tijd om te wennen aan de nieuwe omgeving, de instructeurs en eventueel aanwezige andere honden. De trainers en instructeurs hebben meestal al enig inzicht in het karakter en temperament van de hond, aangezien ze de pup al vanaf het pleeggezin volgen.

Geduldig zijn

Naast het feit dat de geleidehonden tijdens deze opleiding gewoon hond mogen zijn en zich regelmatig kunnen uitleven, moeten ze ook gehoorzaamheid trainen. Ze leren geduldig en gecontroleerd te zijn, en zich te gedragen in diverse situaties. De hond wordt geleerd om te wachten voor het doorlopen van deuren, het betreden van een auto, en andere soortgelijke handelingen.

Aan de leiband lopen en het tuig dragen

In de beginfase van de opleiding loopt de hond nog aan de leiband. Hierbij leert de hond op een correcte manier aan de leiband te lopen. Later in de opleiding wordt de leiband vervangen door het tuig. Het tuig is kenmerkend voor een geleidehond tijdens het geleidewerk. Dit tuig wordt door de gebruiker (trainer of instructeur en later de blinde of slechtziende persoon) vastgehouden in de linkerhand en fungeert als communicatiemiddel tussen de hond en de gebruiker.

Obstakels vermijden

Tijdens de opleiding leren de honden obstakels te vermijden. Instructeurs zoeken verschillende obstakels op om de hond vertrouwd te maken met deze hindernissen. De hond leert hierdoor hoe ze deze obstakels moeten herkennen en vermijden, zodat ze later effectief hun gebruikers kunnen beschermen.

Straten oversteken en op- en afstapjes aangeven

De honden leren om straten recht over te steken, wat de beste manier is voor visueel gehandicapte personen om hun locatie te begrijpen. De hond geeft aan waar de stoepranden zijn en wacht bij op- en afstapjes om de gebruiker te informeren en veilig te begeleiden.

Initiatief nemen

Een belangrijke eigenschap die geleidehonden moeten ontwikkelen, is het vermogen om initiatief te nemen in het geval van obstakels. Dit houdt in dat ze zelf beoordelen welke weg het veiligst is om te volgen wanneer er obstakels zijn. De hond neemt dan het initiatief om van het trottoir af te stappen en op de weg te lopen, wat wordt gecommuniceerd aan de gebruiker via het tuig.

Selectief ongehoorzaam zijn

Geleidehonden moeten commando’s volgen, maar ze moeten ook leren wanneer ze selectief ongehoorzaam moeten zijn om de veiligheid van de gebruiker en/of zichzelf te waarborgen. Ze moeten bijvoorbeeld weigeren om een oversteekcommando uit te voeren als dat gevaarlijk is, bijvoorbeeld omdat er een grote put is aan de overkant.

Trappen nemen

De hond leert ook om trappen te detecteren en aan te geven. Bij een trap zal de hond voor de gebruiker gaan staan en soms tegen de leuning tikken om aan te geven dat er een trap is. De gebruiker kan dan het trapeinde voelen en weet dat hij bijna beneden is.

Zoekopdrachten doen

De honden leren verschillende zoekopdrachten, zoals het vinden van zebrapaden, bushaltes, stoelen, kassa’s, deuren, vuilnisbakken, liften en trappen. Dit wordt vaak gezien als een leuk zoekspel voor de honden, en ze worden beloond met snoepjes, knuffels, een kort spelletje en/of lieve woordjes door de instructeurs.

Andere honden negeren

Het is essentieel dat de geleidehonden andere geleidehonden en willekeurige honden op straat volledig negeren wanneer ze aan het werk zijn. Ze moeten een neutrale houding aannemen, zelfs als andere honden hen proberen af te leiden. Ook leren ze om andere voetgangers, kinderwagens en winkels te negeren.

Rustig gedrag in drukke omgevingen

Geleidehonden moeten wennen aan en leren rustig te blijven in diverse drukke en chaotische omgevingen, zoals winkelcentra, openbaar vervoer, luchthavens en andere plaatsen waar veel mensen en geluiden zijn.

Vertrouwen in navigatie

Geleidehonden leren om nauwkeurig en zelfverzekerd te lopen, zelfs in onbekende omgevingen. Dit omvat het begrijpen van richtingen, afstanden inschatten en zelfstandig obstakels vermijden.

Gedrag in verschillende weersomstandigheden

Geleidehonden moeten werken in verschillende weersomstandigheden, of het nu regent, sneeuwt, of erg warm is. Ze leren zich aan te passen aan deze omstandigheden en de gebruiker veilig te houden.

Omgang met stress en onverwachte situaties

De honden worden blootgesteld aan potentieel stressvolle situaties en leren hoe ze hiermee moeten omgaan. Ze moeten kalm blijven in onverwachte situaties, zoals harde geluiden, druk verkeer of andere stressvolle gebeurtenissen.

Lange periodes van concentratie

Geleidehonden moeten langdurige periodes van concentratie kunnen handhaven, vooral wanneer ze hun gebruikers door lange reizen begeleiden. Dit wordt geleidelijk opgebouwd tijdens de opleidingsperiode.

Afgekeurde blindengeleidehond

Niet elke hond die in opleiding is, zal uiteindelijk een blindengeleidehond worden. Soms wordt een hond vroegtijdig afgekeurd, en dan zoekt de geleidehondenschool naar een geschikte bestemming voor de hond. Dit kan variëren van teruggaan naar het pleeggezin tot een nieuwe rol als buddyhond, PTSS-hond, hulphond, sociale hond in een woonzorgcentrum of ziekenhuis, … Er zijn ook gezinnen die graag een afgekeurde geleidehond willen adopteren, wat soms een passend thuis kan bieden aan deze speciale honden.

Meer informatie

Deel dit:

Advertenties

Laatst bijgewerkt op 17 maart 2024 – 12:09