Handleiding van het kaartspel 21

Het kaartspel 21 is een leuk en strategisch spel waarbij het doel is om precies 21 punten te behalen met je kaarten. Hier vind je een duidelijke uitleg van de spelregels, inclusief de puntentelling en bijzondere situaties.

Inhoudsopgave

1 Voorbereiding van het spel
2 Wie wordt de bank?
3 Het delen van de kaarten
4 Doel van het spel
5 Rol van de bank
6 20
7 Direct gewonnen combinaties:
8 Bijzondere situaties
9 Dubbel spelen
10 Meer informatie

Voorbereiding van het spel

Voor dit spel gebruik je alleen de kaarten 7, 8, 9, 10, boer, dame, heer en aas. De overige kaarten (joker, 2, 3, 4, 5 en 6) worden niet gebruikt en mogen uit het spel worden gehaald.

Wie wordt de bank?

Het spel begint met het bepalen van wie de bank is. Iedere speler trekt een kaart, en degene met de hoogste kaart wordt de bank. Let op: de aas geldt als de hoogste kaart, gevolgd door de heer, dame, boer, 10, enzovoort. De bank heeft een speciale rol en een klein voordeel in het spel.

Het delen van de kaarten

De bank deelt aan elke speler één kaart en neemt ook zelf één kaart. Dit wordt herhaald, zodat iedere speler en de bank starten met twee kaarten. Vanaf dit moment moeten de spelers hun kaarten optellen. De kaarten worden niet aan elkaar getoond.

Doel van het spel

Het doel is om zo dicht mogelijk bij 21 punten te komen of dit getal te behalen zonder dit aantal te overschrijden. Elke kaart heeft een specifieke waarde:

Aas: 1 of 11 punten (afhankelijk van wat voordeliger is)
Boer: 1 punt
Dame: 2 punten
Heer: 3 punten
7 t/m 10: hun eigen puntenwaarde

Voorbeeld:

Heb je een boer en een 9, dan heb je in totaal 10 punten. Je moet dan nog een extra kaart vragen aan de bank. De bank geeft altijd de eerste kaart bovenop de stapel aan de andere speler. Als je kaarten samen 16 punten of meer waard zijn, mag je stoppen. Behaal je een getal boven de 21, dan ben je “kapot” en wint de andere speler en neemt hij/zij automatisch de bank over.

Rol van de bank

Als alle spelers hun keuzes hebben gemaakt en zijn gestopt, is de bank aan de beurt. De bank speelt met open kaarten en telt zijn totaal hardop. De bank kan ook kaarten blijven nemen tot hij besluit te stoppen, 21 behaalt, of boven de 21 punten uitkomt en dan kapot is. Zodra de bank stopt, worden de kaarten van de andere spelers onthuld.

Als de bank en een speler hetzelfde aantal punten hebben, wint de bank.
Als de speler meer punten heeft dan de bank, zonder boven de 21 te komen, wint de speler en wordt hij of zij de nieuwe bank.

20

Heeft één van de spelers 20, dan moet hij of zij dit luidop melden. Stel dat de bank 20 heeft, dan moet de andere speler 21 behalen om te winnen en de bank te verslaan. Als de andere speler ook 20 heeft, volstaat het voor de bank om eveneens 20 te behalen (de bank heeft altijd voorrang).

In deze situatie geldt dat als de speler stopt en de bank 19 heeft als startkaarten, de bank sowieso wint. Dit is omdat, als de andere speler 20 had, hij of zij dat had moeten melden. Dus in dit geval is de andere speler gestopt op 16, 17, 18 of 19.

Speciale regels en winnende combinaties

Direct gewonnen combinaties:

Twee boeren als startkaarten.
Twee azen als startkaarten.
Een aas en een 10 als startkaarten (samen 21): Opgelet: Een boer en een aas zijn GEEN winnende combinatie maar zijn 2 of 12!
5 mannetjes achter elkaar als startkaarten, waarbij ook de aas meetelt als mannetje (stel dat je een 7 en een mannetje hebt als startkaarten, en daarna nog 4 mannetjes trekt, heb je dus NIET rechtstreeks gewonnen)

Bijzondere situaties

Heb je zeven kaarten en ben je niet kapot (dus 21 of minder), dan krijg je twee punten.
Heb je zeven kaarten met exact 21 punten, dan krijg je drie punten.
Bij een startcombinatie van 7 en 8 mag je zelf 2 nieuwe kaarten van de stapel kiezen (die 7 en 8 spelen dan niet mee in het spel).

Dubbel spelen

Als je twee dezelfde kaarten hebt, zoals twee dames, kun je dubbel spelen. Leg deze kaarten naast elkaar. De bank legt dan op elk van deze kaarten een nieuwe kaart. Je mag zelf kiezen met welke combinatie je verder speelt. Stop je of ben je kapot, dan mag je verder spelen met de andere dubbele kaarten. Als je bijvoorbeeld met twee dames speelt en daarop elk een kaart legt en toevallig dus weer een dame trekt, kun je zelfs met drie stapels spelen. Dit geeft je meer kansen om hoge punten te scoren.

Veel speelplezier met 21!

Twee stocks met speelkaarten (grootletterspelkaarten en braillespeelkaarten) op een lichtgrijze ondergrond. De kaarten zijn als een waaier uitgespreid.

Meer informatie

Deel dit:

Advertenties

Laatst bijgewerkt op 23 mei 2025 – 06:52

Spelen & Spelletjes